| |
| |
| |
Het Meer van de Ondank Een tijdsgedicht - 2
K.L. Poll
Februari
1
De sneeuw is terug in Den Haag.
Ik ken mijzelf van buiten.
2
bij de gratie van de verbeelding.
Wetten kennen zichzelf niet.
Wetten zijn niet van staal.
Uitvoerders van wetten vergeten dat,
3
Er daagt steeds iets anders -
de ontikking van het toneel,
schrijft de Kampense Renée,
brengt mij wel wat in de war.
| |
| |
5
een gedempt ruisen van gelovigen,
voor een houdbaar antwoord
6
‘De Grieken van Jacob Burckhardt
net zo min als Cricks Orwell,
Wat bestaat zijn beelden,
dan vluchtige spiegelingen
in bedrieglijk stromend water.
ook niet de vis in de rivier,
| |
| |
7
zo op het laatst met angst en starheid,
zo - uit het wijde, vrije licht.
8
Wat zich vergeten laat, de wanhoop,
de verliezerstranen van de haat.
Mijn lief, mijn boos, verbeten lief,
tot twee, tot drie, tot vier keer toe,
door de schemer en het sneeuwlicht
en keer op keer kwamen we terug,
onwillig, gebroken, verliefd.
9
en de kippen zichzelf genoeg,
zichzelf gelijk. Een motor
in de omgeving van deze woorden
het uitgangspunt. Het doel
is drie, de keuze, de liefde
voor het wisselende adjectief,
de overgave aan het niet gegevene,
de zondagszang van de Russische kerk
in het identieke buurhuis.
10
voor het onafwendbare, zwarte water.
| |
| |
| |
Maart
1
vijf witte en een zwarte.
Zij pikken aan één stuk door
in het ontdooide wintergras.
2
ze te vervangen door een busstation.
3
Nee, te laat, de beurt van deze dag
Heel ver, heel vrolijk, hoor ik nog
een lach, geen lach voor mij.
5
Wadend door honing kijk ik naar mijn liefdes,
proef ik de beelden, de woorden, de aankomst
in een nieuw gebied, de wereld jenseits,
het wittte paard dat zich voor passie leent,
een gevoel met voorbedachten rade,
het paard van andere wegen, het witte honingpaard
van echt, blijvend, Italiaans marmer.
| |
| |
6
Stilte. De woorden zwijgen.
Laten we ons leren gedragen
licht verontrust door de muziek
van andermans schoonheid.
Laten wij ons oefenen voor later,
voor het afscheid van de levenden.
7
In de kring van de vriendschap
8
de voortgang van de tijd.
9
Een groot geleerde was hij.
had hij met rust en zekerheid
zijn stellingen verdedigd.
De keuze voor een standpunt
is de keuze voor een temperament.
Hij vertoefde op eenzame hoogte.
voor de kennis in zijn hersens
10
De afstand is de redding.
| |
| |
11
Wij lagen naast elkaar, zoals vannacht,
op een open plek in het bos, met geel lamplicht.
Langs een pad waar het dag werd
zag ik een ree, en nog een, en nog een,
links onder donkere dennen. Dat was het begin.
voor ons, naast en achter ons,
wij waren omringd door een cordon van grote herten,
met hun gezicht naar ons toe,
zwijgend, onverzettelijk, dicht op elkaar.
Ik voelde mij veilig en opgelucht.
12
Er zijn, zo in het vroege licht,
geen waarheden die hun verpakking van karton
op eigen kracht verbreken.
Wij blijven nodig, als personeel
Er zijn, als ik het zuiver zie,
in trekvogels en waterplanten
13
Vertel mij over de man, Muze,
de man die Troje doorstond,
van vele mensen de steden zag
en de geest leerde kennen.
Zo'n man, Muze, vertel mij over hem,
over zijn vrouw, zijn zoon,
vertel mij - en laat zo de angst
en de aarzeling verdwijnen.
14
Kies het licht van de doorkijk
het oudejaar van de stammen,
15
Als zelfs de vogels niet onrustig worden
van het stromen van de tijd,
waarom zouden dan de mensen
| |
| |
| |
April
1
De vorm verschrompelt tot liefhebberij -
wij zijn hier niet, Melanthius,
niet zomaar, eens een keer,
ga heen, gedraag je, ken je stem.
2
tegenslagen en driepotige
er is twee, er is liefde,
| |
| |
philosophy is akin to poetry,
which we term civilisation.
6
Na een nacht waarin ik een meisje was
dat urenlang, soms veranderde zij,
op afstand, in mijn moeder,
de elfstedentocht leidde,
nu weer terug in Londen, het geruis van waswater,
de ontbijtlucht, de vogels van de binnenhof;
de ontsnapping aan de binnenpolitie -
de hindernissen van de tocht,
onder de vloer door van een schuurtje,
7
De bloedrivieren worden ouder, breder.
Ze krijgen namen. Ze verlangen
naar de zee, de dampkring.
Ik hoor, op stille momenten,
hoe zij praten met elkaar,
overleggen, elkaar beter leren kennen.
Ik zal ze missen in hun nieuwe leven.
|
|