Hollands Maandblad. Jaargang 1987 (470-481)(1987)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Leo Vroman Zuiver verstand De herfstboom blozend in de brede schaduw van zijn overvol verleden zuigt zijn blaren leeg elk op hun eigen wijze en elk schreeuwt zich bont van het vergrijzen. Ze mogen samen nog een slotkoor zingen van door elkaar bewogen zonherinneringen maar hun stemmen worden opgesomd tot een gesis dat ieders taal verstomt. Na een storm ritselen twee drie droge verstaanbaar nu de andere zijn vervlogen. Het schaduwloze licht maakt krassen met het luwteloos bewegenloos skelet maar toont nu het zo lang gezocht verband tussen de helaas verdwenen feiten als een mens met zijn geheugen kwijt en stilstaand in een feilloos naakt verstand. Deze zon Ik twijfel niet dat er iets bestaat aan het grensvlak van mijn dromen zoals de wortels van de bomen golven maken in de straat zoals ik met aantoonbaar schromen dit blote lichaam ben en baad ook als het zondags door de lome zomerlucht van Brooklyn waadt zoals de zon die ziel en zaad oergezellig klaar laat stomen en als gewoonlijk onder gaat straks razend met haar wit gelaat haastig ontmaskerd terug zal komen en sissen van mensenhaat [pagina 23] [p. 23] Ware liefde Wat was dit opeens een levend huis toen ik zag dat het vlekje van zopas geen werkelijk gezichtsbedrog was maar een voortvliegerige muis! Wat was de doos computerpapier met de stapel boeken waar die naast staat toch opeens een hele dorpsstraat met zijsteegjes voor het pootjesdier! Het had altijd zo'n gevaarlijke haast van mijn liefde wilde het niets weten van mijn cornflake wilde het niet eten van alles leek het meer en meer verbaasd. Na drie dagen kwam de vierde dag als eerste dat ik haar niet zag. De verwarming was aan. De kamer heet. De vijfde had ik haar weer niet gezien. De kamer geurde bovendien naar oliesoep met kippezweet. De zesde dag rook een hoek helaas naar hazewol met schaamtekaas. De zevende - wat weten wij van onze naasten en van mij of waarom ik zo akelig veel hield van dat propje grijs fluweel Ik ben geen reus meer en de doos die naast de stapel boeken staat is ook al sinds een hele poos terug in zijn oud formaat Vorige Volgende