Wanneer men vanuit die situatie de lang begeerde overstap naar een full-time functie in de politiek maakt, komen de uren uit het oude beroep beschikbaar voor de politiek, maar blijft de tijd die men daarnaast al aan de politiek besteedde als vanzelfsprekend voor de politiek beschikbaar. Zo komt men aan lange werkweken, waarbij men zich echter langzamerhand gaat realiseren, dat de vrijdagavond waarop men vroeger uit belangstelling en uit vrije keuze de vergadering van de partijafdeling bezocht, een keiharde verplichting is geworden. Deze verschuiving zal altijd blijven bestaan en moet aanleiding zijn tot enige scepsis over de mogelijkheden voor arbeidstijdverkorting in politieke functies. Wanneer men de honorering van dergelijke functies niet in de eerste plaats ziet als een vergoeding voor het verrichte werk, maar als een schadeloosstelling voor de gederfde inkomsten uit het oorspronkelijke beroep (de term ‘vrijgestelde’ verwijst hiernaar), ligt het wel voor de hand, dat deze schadeloosstelling wordt aangepast aan de algemene ontwikkeling van de arbeidstijd, maar niet dat de hoeveelheid werk die politici verrichten zich daar direct aan aanpast.
De meest voor de hand liggende methode is de uitbreiding van vertegenwoordigende en besturende lichamen. Wat is logischer dan om bij vijf procent arbeidstijdverkorting het aantal leden in de Tweede Kamer met vijf procent uit te breiden? Toch denk ik niet dat dat tot enige taakverlichting leidt, misschien zelfs wel tot het tegendeel. Het is bijvoorbeeld niet denkbeeldig, dat door de verlaging van de kiesdrempel die daarmee gepaard zou gaan, er nog een fractie bij zou komen, waarmee de totale hoeveelheid politiek werk toeneemt. Voor wat de grotere fracties betreft, zijn er geen aanwijzingen dat uitbreiding van een fractie tot een vermindering van de werkdruk leidt. Die is in een grote fractie niet kleiner dan in een kleinere. Er is ook geen aanwijzing, dat na beëindiging van de R.S.V.-enquête, de PvdA-kamerfractie opgelucht adem haalde dat hun collega Van Dam weer voor het normale kamerwerk beschikbaar was. Integendeel: hoe groter een fractie is, hoe meer inspanning het een kamerlid kost om de mensen in het land van zijn bestaan te overtuigen. Vandaar de stroom schriftelijke vragen en moties en als dat niet voldoende helpt, de deelname aan de Sterrenslag.
Bij besturende colleges, zoals colleges van B. en W. en Gedeputeerde Staten, ligt dat anders, omdat daar naast de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het geheel, waarvan spreiding over meer mensen geen tijdsbesparing oplevert, ook tot op zekere hoogte een taakverdeling bestaat, zoals dat ook in de ministerraad het geval is. Op het niveau van gemeente en provincie is het formaliseren daarvan echter staatsrechtelijk onmogelijk, zodat uiteindelijk ieder lid aanspreekbaar blijft voor de hele gang van zaken. Wanneer men serieus tot taakverlichting voor politici wil komen, zal men hier wat aan moeten doen en daar onder andere bij de nieuwe gemeentewet rekening mee moeten houden.
Een bijzondere vorm van taakverdeling tussen politici die men wel hoort verdedigen is de duo-baan, waarbij salaris, werkzaamheden en bevoegdheden van één functionaris over twee verdeeld worden. Ik zie niet goed hoe dat kan zolang de meeste politieke functies zelf al gedeelde functies zijn, waarbij de standpuntbepaling in fractie en/of college een substantieel deel van de functie uitmaakt. Voor de duo-politicus gaat het overleg met de partner over hoe die stem moet worden uitgebracht al snel zo veel tijd kosten, dat de duo-politicus evenveel tijd besteedt aan zijn baan als de gewone politicus, maar tegen de helft van het geld. Omdat deze constructie vooral bedoeld is om vrouwen meer kansen te geven, kan dat ertoe leiden, dat zij in de politiek minder gaan verdienen dan mannen, wat in strijd is met de wet gelijke behandeling.
De kans is groot dat een duo niet gevormd zal worden uit twee mensen die zichzelf daarvoor aangemeld hebben, maar dat een politieke partij door mensen met een verschillende aanpak tot één duo te combineren een bepaald evenwicht zal nastreven, of dat onderhandelingen bij de collegevorming ertoe leiden dat leden van twee verschillende partijen tot één duo worden gecombineerd, die dan elk apart hun gezamenlijke inbreng in het college tegenover hun achterban mogen verdedigen. Dat wordt nachtwerk.
Meer mogelijkheden biedt een verbetering van de ondersteuning van politici. Dit kan leiden tot een vermindering van de werkdruk op politici zonder dat daar nieuwe competentieconflicten voor in de plaats komen. Men moet alleen de mogelijkheden daarvan niet overschatten. Voor kamerleden geldt niet dat de ondersteuning die ze de laatste decennia gekregen hebben, tot een vermindering van de werktijd geleid heeft en bestuurders worden al ondersteund door ambtelijke staven. Ook bij deze vorm van verdeling van politiek werk moet er tegen gewaakt worden, dat politici door hun partij of door anderen met ondersteuners opgescheept worden, die in feite tegenspelers zijn. De functie van staatssecretaris heeft zo'n ontwikkeling doorgemaakt. Er zullen