Hollands Maandblad. Jaargang 1985 (446-457)

[p. 20]

[Geldolph Stuyling de Lange Gedichten]

Geldolph Stuyling de Lange

WAAROM
DAAROM

DACHT IK
LIEP IK
HAD IK
DAN

ER KLINKT

Er klinkt verwijt
in de sterren
de nacht is een vreemde
voor de naamloze
die over het schrikdraad loopt
en in grote bedragen
de wereld kwijt
hij zeilt de tederheid over
en houdt zijn gedachten gestreken

hij ziet de zon verschoven
op zijn muur
een vogel voedt
zijn hand
alles is bereid
begrepen te worden
de verschrikte eenvoud
en de aanwezigheid
van veraf
de aardeloze
die oversteekt