Hollands Maandblad. Jaargang 1985 (446-457)
(1985)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 41]
| |
Kunkon poésie
| |
Lyrisches
Bij een schilderij van Vassily Kandinsky
Een lijn snelt zich een paard.
Een gespannen ruiter jaagt
het paard in tomeloze vaart
tot de sprong uit de maat
van kleur en lijn
om in mij uit te lopen
tot waar het in Kandinsky
begonnen is.
Kunkon poésie is dus kunst kontinuerende poésie, waarbij het gedicht de essentie van (een deel van) het kunstwerk doorgeeft. Voorbeelden van kunstobjekten, die als poétiese basis kunnen fungeren zijn: het schilderij, de foto, het toneelstuk, het beeld, de film, het gebouw en het muziekstuk. Omdat het kunkon vers zo'n specifieke inspiratiebron bezit, heeft het gedicht een apart karakter. Het gedicht verwijst, als het ware, naar een andere kunstuiting. (We zouden dus van referentiële poésieGa naar eindnoot2) kunnen spreken.) Door dit refererende karakter krijgt het gedicht een schakelfunktie in de wereld van de kunst. Juist dit unieke kenmerk van de kunkon poésie rechtvaardigt haar bestaan. Het kunkon gedicht vereist ook een brede leesintentsie. De lezer zal zich open moeten stellen voor andere vormen van kunst, om zodoende het vers nog beter te begrijpen. De kunkon poésie zal dus de interesse voor andere kunsten stimuleren en een bijdrage leveren aan de verrijking van de menselijke ‘kunstgeest’. Of, om het met dichter-beeldend kunstenaar Chr. J. van Geel te zeggen: ‘De ene kunst leeft niet (meer) zonder andere.’Ga naar eindnoot3) Kunkon verzen ontstaan altijd naar aanleiding van een kunstobjekt. Meestal gebruikt de dichter één kunstwerk als voedingsbodem. Hij vermeldt dit vaak ekspliciet bij zijn vers. In het gedicht ‘Bolero van Ravel’, geschreven door Gerrit AchterbergGa naar eindnoot4), wordt dit aangetoond. | |
Bolero van RavelBoven dit eindeloos moeras:
helblauwe vogel, af en aan.
In de eeuwige woestijn:
o karavaan.
Over de zee een schip, alleen,
van horizon in horizon.
En in mijn leven het gedicht,
waarin gij danst met ogen dicht.
Eén van de nog niet eerder genoemde kunstobjekten, die een bron van kunkon poésie kan zijn, is de schriftelijke taaluiting. Zowel proza als poésie kunnen de dichter bewegen tot het maken van een vers. In deze gevallen spreekt de literaire terminologie van readymade poésieGa naar eindnoot5). Deze term impliceert ook het | |
[pagina 42]
| |
verschijnsel dat niet-kunstzinnige taaluitingen als poésiebasis fungeren. De begrippen kunkon poésie en ready-made poésie overlappen elkaar dus in bepaalde gedichten, maar zijn geen sinoniemen. Ternslotte kan een dichter, al dichtend, het kunstobjekt kreëren. Pierre Kemp's ‘Stilleven’Ga naar eindnoot6) is daar een mooi voorbeeld van. | |
StillevenDat is een spiegel en dit ben ik,
glas en vlees van het ogenblik.
Ik ga er bloemen en kaarsen bij zetten
en om het recht een boek met wetten.
Dan een likeur en ik erken,
dat ik zo langzaam een stilleven ben.
De poéet treedt dan tegelijk als ‘andere’ kunstenaar op, terwijl het gedicht het andere kunstprodukt blijft kontinuerenGa naar eindnoot7). Het procesmatige karakter kenmerkt dan de relatie tussen gedicht en kunstwerk. In zulke omstandigheden is er de meest optimale wisselwerking tussen het poéties produkt en het kunstobjekt. We zouden zulke gedichten het summum van kunkon poésie kunnen noemen. Nietwaar Pierre Kemp? |
|