Hollands Maandblad. Jaargang 1985 (446-457)
(1985)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| |
Het psichies rijmGa naar eindnoot1)
| |
ScheppingGods adem klopte
in zijn hart,
dat sneller ging
toen Eva kwam
Toen was 't geluk
nog heel gewoon.
Zoals u reeds kon lezen kiest een dichter, als hij het psichies rijm gebruikt, bewust voor een woord in het gedicht, om één bepaalde, associatieve, gedachte bij de lezer op te roepen. Het psichies rijm heeft dus een referentieel karakterGa naar eindnoot4). Juist om dit refererende kenmerk hanteert een dichter dit rijmfenomeen. Ook in het gedicht ‘De geschiedenisles’ is daar sprake van. In de tweede regel van dit stukje poésie staat het woord, bruter. Dit bruter verwijst naar Brutus, de moordenaar van Caesar. Het psichies rijm geeft in deze situatie zelfs een ekstra dimensie aan de titel van mijn gedicht. | |
De geschiedenislesCaesar was
bruter dan
vul maar in.
En wij maar
schelden
op dit land,
waar alles kan
en nooit iets mag.
Dichters gebruiken het psichies rijm om het verwijzende karakter. Ze proberen, als het ware, het gezichtsveld van de lezer open te trekken. Op deze manier kan het gedicht een levensintegrerende werking krijgen. De lezer zal zich konstant moeten afvragen wat er in de omgeving van het gedicht gebeurt. Het psichies rijm is een belangrijk middel, om het gedicht uit een isolement te halen. En het kan | |
[pagina 40]
| |
de lezer, met de poétiese kennis, naar andere levensaspekten verwijzen. Uit de twee, door de historie geïnspireerde, gedichten blijkt dat met name substantieven komponenten van het psichies rijm zijn. Dit komt doordat deze woordsoort een autonome werking, in de poésie, bezit. Het is zodoende in staat om suggestief te funktioneren, zoals het geval is bij het psichies rijm. De wetenschap, dat de bovengenoemde woordsoort het meest voorkomende basisingrediënt van het psichies rijm is, bevordert, wellicht, de herkenning en de hantering van deze rijmsoort. Tenslotte zal de integratie van het psichies rijm, in het komponeren en in het analiseren van gedichten, de poetiése kreativiteit stimuleren. (Zoals dit artikeltje bewijst?) Wanneer dit lukt, kunnen we zeggen dat we bezig zijn over de grenzen van de poésie. |
|