Hollands Maandblad. Jaargang 1985 (446-457)
(1985)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |
GolfslagbadDaar ligt ze dan,
gegolfd,
net zo
manopwindend
als de zee,
d'r dijen deinen,
rustig,
met me mee,
totdat we
uitgedreven zijn.
| |
De tweede NoachIk reed rond op mijn gemak,
in mijn gele regenpak,
onder zon en wolken droog,
't leek wel of de hemel loog.
Mensen lachten achter mij,
maar niet meer van angsten vrij,
zagen ze de regenboog,
ook al was de hemel droog.
Plots, viel recht de regen neer,
niemand voor me lachte meer,
toen de hemel openbrak,
op mijn gele regenpak.
| |
[pagina 38]
| |
Op de trapIk loop op de trap
en tel alle treden:
vier, vijf, zes, zeven,
acht, negen, tien,
elf, twalef, dertien,
'k ben wat vergeten,
elf, negen, zeven,
vijf en
beneden.
| |
Zonder inspiratieBedroefd keek hij
omlaag,
betastte nog een x
het witte, gladde vel:
hij wist het wel (2x).
| |
WonderZondag dreef er
een walvis in de Rijn,
toen Jona eruit stapte
zong men Halleluja,
de kerken zaten vol.
O nee, het is niet waar,
de kerken bleven leeg.
| |
De ode aan een zusterMijn gedachten rijmen niet,
letters slaan op hol,
zinnen zwaaien door mijn hoofd.
De wachtkamer zit vol.
Angstaanjagend zijn de woorden
tussen a en punt.
Echt, ik had die lieve zuster
wel wat meer gegund.
|
|