Hollands Maandblad. Jaargang 1985 (446-457)(1985)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Hans Dorrestijn De lelijkheid 4 Voorbijgangers zijn vaak nieuwsgierig hoe ik toch zo lelijk kom. En dan vertel ik zonder opsmuk de waarheid, want daar gaat het om. De stormwind loeit, 't is eind november die helse nacht word ik verwekt. Mijn moeder (dienstmeid) slaapt op zolder waar het tocht en waar het lekt. Een dakpan klappert, moe schrikt wakker, kijkt angstig rond en ze ontdekt aan het voeteneind een monster met de kop van een insekt. 't Is een soort van reuzensprinkhaan die niet wacht, maar haar bespringt. Hij kwijlt, maakt knarsende geluiden, terwijl hij bij haar binnendringt. De stormwind blust mijn moeders kreten, de paring duurt oneindig lang. Hij kust mijn moeder met zijn roltong en streelt met sprieten borst en wang. 's Morgens is de wind gaan liggen, 't verkrachtend dier kreunt van genot. Na 't lozen van zijn vruchtbre lading laat hij haar (mijn moeder!) over aan haar lot. Nog steeds verwacht ik in augustus als ik mijn verjaardag vier, dat er gebeld wordt, dat mijn vader... ook al is hij maar een dier. Vorige Volgende