Hollands Maandblad. Jaargang 1985 (446-457)

[p. 20]

Chinese kwatrijnen
Li Shen (780-846)

Medelijden met de boer I

Eén korrel in het voorjaar uitgezaaid
Draagt in het najaar duizendvoudig vrucht.
In heel de wereld ligt geen akker braak
En boeren sterven toch de hongerdood!

Medelijden met de boer II

Hij wiedt terwijl de zon ten hoogsten staat
En zweet valt neer in droppels op de aarde.
Maar wie beseft dat van een schaal met rijst
Korrel na korrel moeite is en pijn?

Wang Jian (ca. 750- ca. 830)
De pasgetrouwde bruid

De derde dag, en naar de keuken:
Ze wast haar handen, maakt de soep.
Ze kent zijn moeders smaak nog niet
En laat zijn zusje eerst eens proeven.

[p. 21]

Lu Lun (ca. 740- ca. 800)
Lied van de grens

De maan was zwart en ganzen vlogen hoog:
Tijdens de nacht is ons de chan ontglipt.
Met lichte ruiters hem nu achterna!
Een zware sneeuwval vult en boog en zwaard.

Chen Tao (fl. 841)
Lied van de steppe

Tegen de Hunnen zwoeren zij hun leven veil te hebben:
Vijfduizend man in sabel en brokaat vond hier de dood.
Hoe droevig dat hun beenderen verloren in het zand
In de boudoirs nog altijd helden zijn in dromen.

Jia Dao (ca. 795-ca. 865)
Een vergeefs bezoek aan de kluizenaar

Onder de dennen antwoordt mij het knechtje
En zegt: ‘Mijn meester ging uit kruiden zoeken.
Hij is hier ergens in de bergen maar
Met al die wolken weet ik echt niet waar.’

Jiang Wei (fl. 950)
In afwachting van executie

De wijkpoorttrommen sporen aan tot spoed
Want in het westen gaat de zon al onder.
In gene wereld wacht geen herberg -
Waar zal ik deze avond overnachten?

(vertaald door W.L. Idema)