Hollands Maandblad. Jaargang 1984 (434-445)
(1984)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 90]
| |
GezinshoofdIn elke kamer slaapt een mens.
De eerste zijn, oorsprong, dirigent
ten overstaan van een nog stil orkest.
Duivenagel in de dakgoot,
straks gekoer, en dan het antwoord,
koerend, van het kind. Denken,
het begin daarvan, is rijm,
de ruimte tussen roepen vullen
met een roep. In zo een ruimte zijn.
Perfectie zaait paniek,
ik moet nu op, het huis
gaan vullen met een dag,
en eerste zijn, en sluipen
dat geen oordeel
nooit niet dit verbreken zal.
| |
[pagina 91]
| |
's Morgens1.Hij geeft zich omdat zij hem spant,
een snaar is hij die loslaat
als de boog wordt toegebogen,
het buigen lijkt op zullen breken,
en wanneer zijn zin niet verder kan
ontglipt de snaar en hij krult in,
wordt slak, lost op, wordt ding.
| |
2.Om eerst een eeuwigheid daarna
weer weer te keren omgeslagen
als een bladzij met daarop
een zin die aanknoopt niet
bij wat het laatst herinnerd is.
| |
3.Ergens ruist de douche, vervolgt
haar stem de dag, en in de zon
warmt zich het denkbeeld van een ei,
het kan zo stuk, het leeft te kort
om weg te nemen dat hoe wijder het nest
waarin hij nu te liggen is gelegd,
hoe dieper de paniek van weten wie,
en waar hij is, hoe open en bloot
en loodrecht onder de cirkelende
vogel die op zijn opstaan dalen zal.
|
|