Hollands Maandblad. Jaargang 1984 (434-445)
(1984)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 43]
| |
Antizionisme: De noodzaak van een weerwoord
| |
Het zionisme, enige achtergrondenGa naar voetnoot1)In essentie is het (politieke) zionisme het streven naar zelfbeschikking en bevrijding van het joodse volk dat eeuwenlang als minderheid onder de volkeren hoogstens werd getolereerd. Veeleer vergezelde achterstelling, vernedering en vervolging het joodse volk op de lange tocht door de ballingschap. Zionisme als hoop op en verlangen naar terugkeer naar het land van herkomst is er steeds geweest, maar kon zich nimmer als bewuste politieke beweging manifesteren. Kennelijk ontbraken daarvoor de bepalende factoren. Eeuwenlang bood de eigen gemeenschap aan de individuele Jood een zekere bescherming. De identiteit van het individu en van de groep werden door de overheersende religieuze gemeenschap (Christendom, Islam) gedefinieerd. Ook de individuele status en het individuele lot werden in die maatschappelijke status quo door de religieuze herkomst bepaald.Ga naar voetnoot2) Die constellatie kende de Joden slechts een tweederangs positie toe. Individuen konden zich hiervan bevrijden door tot de heersende religie over te gaan. Slechts door bekering kon men posities van aanzien verwerven. De verlichting en de Franse revolutie bracht een omwenteling teweeg. De emancipatie die daarop volgde erkende gelijkheid van het individu voor de wet. Niet langer vormde religieuze en maatschappelijke afkomst de alles bepalende factor. Tot dan toe onbereikbaar gebleken posities in de samenleving leken nu ook voor Joden open te staan. Deze positie van groeiend nationalisme - de nationale staat verscheen ten tonele - confronteerde moderne en geëmancipeerde Joden met geheel nieuwe vragen omtrent hun identiteit. De nationale culturele erfenis van hun woonlanden was maar ten dele de hunne. Zij waren immers geen deelgenoot aan het gemeenschappelijk ervaren verleden van de Slavische, de Germaanse en Gallische volken. ‘No Jewish person had wanted to enter the old Christian society as a Jew, but now that society was opened on a universalistic base. Still there remained the question whether the Jewish person could regard himself, and be regarded by others, as French or Polish or German. When French children learned in school that their ancestors were the Gauls, could a Jewish child truly identify with Vercingetorix, and would his schoolmates truly view him as a descendant of the ancient Gauls? Would German students really view a Jewish colleague as a true descendant of Arminius? The inclusivism of the universalistic principles of the French Revolution was tempered everywhere by the historicist exclusivism of much of modern nationalism'.Ga naar voetnoot3) Op zichzelf beschouwd was de 19de eeuw één van de gunstigste periodes in de ballingschap. Veel Joden wisten ten volle profijt te trekken van de mogelijkheden die de emancipatie bood. Daarnaast echter werden zij bij voortduring herinnerd aan het contrast tussen ideaal en werkelijkheid. Eng nationalisme, discriminatie en vervolging temperden de hoopvolle ver- | |
[pagina 44]
| |
wachtingen die de universele gelijkheidsbeginselen wekten. Het proces tegen kapitein Dreyfus, het signaal voor het ontstaan van het moderne politieke zionisme, was tekenend. Hier stond geen orthodoxe ghetto-Jood terecht, zoals de karikaturen het wilden, maar een geëmancipeerde Frans-nationalistisch denkende officier. Desondanks werd hij (valselijk) van verraad beschuldigd omdat hij, gezien zijn Jood-zijn, bij voorbaat, als een niet echte Fransman wel verdacht móést zijn. De ontwikkelingen in de 19de eeuw moesten noodzakelijkewijs wel het zoeken naar een nieuw joods zelfbewustzijn oproepen. Een zelfbewustzijn dat niet langer op louter religieuze grondslag kon berusten en waarvoor oude traditionele waarden niet meer die bron van inspiratie konden zijn. Het zoeken naar de eigen herkomst, naar de wortels van het eigen volk, moest de bron opleveren die inhoud gaf aan een positief te beleven eigen identiteit en zelfrespect, zoals ook het moderne nationalisme in die tijd de integrerende en samenbindende kracht in de historie zocht. Na eeuwen ballingschap waren de diepe emotionele, religieuze en culturele banden met het land van Israel niet verdwenen. Zo werden van generatie op generatie Joden begraven met een zakje aarde van het heilige land en werd gebeden om de terugkeer naar Zion. Door de eeuwen heen zijn duizenden Joden naar het land teruggekeerd. Altijd zijn er trouwens Joden in het land blijven wonen. Reeds in 1850, bijna een halve eeuw voordat het zionisme als politieke beweging werd gegrondvest, vormden de Joden de grootste gemeenschap in Jeruzalem; in 1896 waren zij ruim in de meerderheid. Het politieke zionisme vormde de passieve, berustende en vrome hoop op de terugkeer naar Zion om tot een effectieve sociale beweging. In die zin is het een verschijnsel van de Europese cultuur zoals die zich na de Franse revolutie ontwikkelde. Zo is ook het Arabisch nationalisme en het nationalisme dat een einde maakte aan de koloniale overheersing in de landen van de ‘derde wereld’ een reactie op de uitdagingen die de aanraking met het Westen teweegbracht. In dit opzicht behoeft het evenmin verwondering te wekken dat met het ontwaken van het Arabische nationalisme de Joden in de Arabische wereld voor hetzelfde dilemma werden geplaatst als de Joden in het Europa van de 19de eeuw. Het politieke zionisme was een antwoord op het antisemitisme, maar een antwoord dat door de omstandigheden van de tijd de specifieke vorm aannam van een nationale bevrijdingsbeweging. De tijd was er rijp voor. Het was ook een reactie op de emancipatie, | |
[pagina 45]
| |
zoals assimilatie ook een reactie was. Assimilatie bleek voor bewuste Joden geen oplossing te zijn. Het was stellig voor velen een vluchtweg. Een weg die letterlijk doodliep in de vernietigingskampen van het Derde Rijk. | |
Is Zionisme racisme?Zionisme gelijk te stellen met racisme, zonder daarvoor ook maar een schijn van bewijs aan te dragen is, om Jedida Keizer's eigen woorden aan te halen, zowel dom als kwaadaardig. Het gaat inderdaad niet aan om anti-zionisme met antisemitisme gelijk te stellen. Antisemitisme is Jodenhaat. Antizionisme is discriminatie van Joden voorzover zij zich als volk, als natie beschouwen. Het ontzegt hun het recht op onafhankelijkheid en zelfbeschikking met gebruikmaking van politieke en pseudo-rationele argumenten. Antizionisme is de verwerping van de beweging tot nationale wedergeboorte van het joodse volk en plaveit de weg naar hernieuwde antisemitische uitingen en vijandschap tegen Joden. ‘A new phenomenon is emerging of nationalists and neo-Nazis denying the Holocaust with the major anti-Zionist bloc - Russia and the Arabs’.Ga naar voetnoot4) Slechts ter illustratie: Baroudi, de afgevaardigde van Saoedi Arabië, verklaarde in het debat in de VN dat aan het aanvaarden van de beruchte zionisme = racisme-resolutie voorafging (10 nov. 1975) dat de massamoord op de zes miljoen Joden een ‘zionistisch verzinsel was’ en dat de ‘geschiedenis van Anne Frank nimmer had plaatsgevonden’. Het zionisme heeft nimmer een vorm van racisme voorgestaan, noch ten aanzien van de Joden, noch ten aanzien van de niet-joodse gemeenschappen in Israel. Integendeel, Israel heeft zijn grenzen gastvrij opengesteld voor vluchtelingen uit alle hoeken van de aarde, ongeacht huidskleur of religie. Naast Joden (overigens, een ieder kan Jood worden) vonden vervolgden uit verscheidene landen, oost-Europeanen en Vietnamese bootvluchtelingen bijvoorbeeld, er een veilig tehuis en verkregen de Israëlische nationaliteit. De Wet op de Terugkeer verzekert stellig opvang aan Joden uit de diaspora (met enig historisch besef kan daarvan het verwerpelijke niet worden ingezien); niet-Joden kunnen het Israëlische staatsburgerschap verkrijgen op grond van een zeer liberale naturalisatieprocedure die een vergelijking met die in de meeste westerse landen zeer wel kan doorstaan. | |
Is zionisme kolonialisme?Uit Britse bevolkingsgegevens blijkt dat er in de periode van het Britse mandaat zich meer Arabische immigranten (vooral uit Syrië en Libanon) dan joodse immigranten in het toenmalige Palestina vestigden. Zijn dan ook deze Palestijnen kolonisten, of ligt het toch gecompliceerder? De joodse immigratie berustte trouwens op het door de toenmalige Volkenbond aan Groot Brittannië opgedragen mandaat. Dit als kolonialisme te bestempelen maakt de discussie wel uiterst verward en onvruchtbaar. | |
[pagina 46]
| |
Het is ook niet juist dat ‘het volk van Palestina door deze staat (Israel) zelfs het recht op een nationale identiteit wordt ontzegd.’ De akkoorden van Camp David m.b.t. de westelijke Jordaanoever en de Gazastrook roepen op tot een overgangsperiode waarin de partijen (ook vertegenwoordigers van het Palestijnse volk) door onderhandelingen ook aan ‘de legitieme rechten van het Palestijnse volk en zijn rechtvaardige verlangens’ moeten voldoen. Israel ondertekende deze akkoorden. Ze werden door de PLO hautain ter zijde geschoven. In 1947 verwierpen Palestijnse vertegenwoordigers met dezelfde hoogmoed het enige reële compromis tussen de legitieme rechten van de joodse en de even legitieme rechten van de Arabische bewoners van het gebied (waarvan overigens in 1920 Jordanië al was afgesplitst). | |
Wil Israel de PLO niet erkennen?Waarom kan Israel niet met de PLO onderhandelen voordat de PLO Israel heeft erkend? Het antwoord op deze vraag kan gevonden worden in het door Jedida Keizer nogal selectief geciteerde Palestijnse Handvest. Dit handvest ontkent n.l. niet slechts het bestaansrecht van Israel (inderdaad art. 19), het impliceert ook de verdrijving van alle joodse immigranten en hun nakomelingen van na 1917 (art. 6), het stelt gewapende strijd tegen ‘deze zionistische entiteit’ (Israel dus) voorop (o.a. art. 9 en 10), bovendien miskent het niet alleen de historische en geestelijke banden van Joden met het land, het ontzegt de Joden zelfs het recht op een eigen identiteit, hun Jood-zijn (art. 20). Misschien onderkent, bij nadere lezing, ook Jedida Keizer het absurde: de PLO eist het recht op om mijn (en haar) identiteit te bepalen! Jedida Keizer beweert tegenstander te zijn ‘van elke theorie of ideologie die een racistische grondslag heeft’ en ‘iedere (potentiële) antisemiet’ die op haar weg komt, op dat antisemitisme te zullen bestrijden. Dat klinkt dapper en principieel, maar hoe kan zij het dan aan het slot van haar artikel nog opnemen voor de PLO die in het Palestijnse nationale handvest een exclusieve ‘Palestijnse persoonlijkheid’ onderkent, een ‘aangeboren kenmerk dat niet verdwijnt en van vader op zoon wordt overgedragen’ (art. 4) en tegelijkertijd zionisme als racisme afdoen. Hoe denkt zij trouwens ‘potentiële’ antisemieten te bestrijden? Zionisten hebben erkend - en helaas ervaren - dat het zinloos is zich tegen het antisemitisme te weer te stellen. Het is een probleem van niet-Joden. Alleen het zionisme is in hun ogen het afdoende antwoord om de effecten ervan te ontgaan. | |
Nogmaals, zionismeMet de vestiging van de staat Israel op historische bodem en de volkenrechtelijke erkenning daarvan, heeft het zionisme zijn taak geenszins volbracht. Ook niet als uiteindelijk een vredessituatie zal zijn bereikt met alle Arabische landen. De zionistische revolutie heeft een permanent karakter in het licht van de uitdaging de joodse staat te vervolmaken als geestelijk en ethisch centrum van het wereldjodendom. Dit maakt duidelijk waarom zoveel Joden Israel blijven steunen, ook als het beleid van bepaalde regeringen hen soms tot wanhoop drijft, het is hun symbool van collectieve identiteit. Steun voor Israel sluit niet noodzakelijkerwijs steun aan een bepaalde politiek of ideologie in. Het is voor alles de uitdrukking van joodse identiteit, of, om het in de woorden van Abel Herzberg te zeggen: het bestaan van Israel betekent dat ik geen ‘ongedekte cheque’ meer ben. | |
NaschriftMisschien bestaat er een verband tussen het opkomen voor het belang van de één en het négeren van het belang van de ander, maar toch verbaast het mij dat de heer Van Beetz na een relaas vol begrip voor de gevoelens en behoeften van het joodse volk in ballingschap zo maar, zonder overgang, de rechten van het Palestijnse volk, voor een deel in ballingschap, op hun geboorteland (respektievelijk het geboorteland van hun ouders) ontkent. Met ‘recht op hun land’ bedoel ik het recht om als volwaardig burger in het betreffende land te leven, en niet als niet-jood in een land dat ‘gejudaïzeerd’ wordt. Dit laatste vindt plaats door enerzijds het verbod voor Arabieren als niet-joden op het kopen van grond, en anderzijds de consequente onteigening van grond die nog in handen van Arabieren is. Dan heb ik het nog niet eens over die Palestijnen die, hoe dan ook, in de situatie zijn geraakt dat ze buiten Palestina leven, en niet terug mogen keren. Het stelt mij zo mogelijk nog meer teleur dat de heer Van Beetz zijn betoog besluit met een paar fikse verdachtmakingen aan het adres van de Palestijnse bevrijdingsbeweging, de PLO, deels aan de hand van foutieve weergave van het handvest van die beweging, en deels met behulp van zorgvuldig uit hun verband gerukte citaten. Aangezien mij hier de ruimte ontbreekt om op dit punt uitvoerig in te gaan, adviseer ik belangstellenden om bij het Centrum voor Informatie en Documentatie Israel, Postbus 11646, 2502 AP Den Haag, te bestellen ‘de PLO, ontstaan en doelstellingen’, waarin een vertaling van het handvest van de PLO afgedrukt is.
Jedida Keizer |
|