Hollands Maandblad. Jaargang 1983 (422-433)
(1983)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |
Misschien heb jij je nooit vergistmisschien heb jij je nooit vergist
en zijn het allemaal rare grapjes
de nacht die wij zien
waarin een klok speelt -
dat niemand weet of vinden kan
maar wij moeten gaan
zonder droevig te leren kijken
de mensen hier zijn aardig
en het water meestal stromend
we zullen het herkennen en elkaar
in het voorbijrijdend busraam
met op onze zitting geschreven
geen pad te gaan
geen hand te geven
| |
De lichte leegtemaar kom niet bovendrijven
met je diepe hoofd
het is verdriet
wakker te worden
in de dichtgevroren haven van je dromen
straks is er niemand meer
geen pappa en geen mamma
geen zachtjes in de avond
en het verhaal zal gaan
dat er nog zoveel leuke dingen zijn
zet geen vraagtekens
waar alijd regen valt
morgen lachen ze je uit
en word je bevolkt door de heerlijke
slapeloosheid van het leven
| |
[pagina 30]
| |
Nooit meer nat en zonder naamwij hebben een pad tussen bladeren gelopen
ik en mijn hondje dat uit een boom dronk
en de weg naar huis begon te zoeken
wij hebben onder elkaars arm geslapen
ik ontwaakte vannacht in jouw droom opgerold
in een deken om samen dik te worden
en nooit meer hongerig
ik leg mijn vingers op je grond
in het bos heb ik een paard gevonden
ik vertel hem wat bij avond gezien wordt
in zijn ogen zie ik ons onder scheve wolken staan
en neem de wonderlijkste stilten
|
|