Hollands Maandblad. Jaargang 1983 (422-433)
(1983)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
nog een keer bij meer willen slapendat dat mijn huis is
dat ik omkom in mijn zinnen
niemand kan het wegvegen
hoe we lief wel verward gaven & namen
afgelopen afgelopen
al het zeuren
en het willen
en het wensen
en het donders anders wensen
we waren mensen
en zijn muren
| |
een hoervoor het raam van een sousterrain staat een
negerin. ze houdt tweemaal haar tien
vingers op dan nog eenmaal vijf. ik
zie ook haar lippen bewegen.
de man naast me aarzelt. dan kijkt
ze verbaasd in mijn richting, dat ik
stilsta.
ik loop maar gauw door.
ik dacht juist: ‘wat zou het kosten?’
niet dat ik het geld bij me heb,
maar voor een volgende keer. het
is zoiets als campari drinken.
er is altijd wel
er is altijd wel het wachten
er is altijd wel het wachten op tammy
er komen geen gaten in mijn verdienste
niemand heeft ooit op het juiste moment
het juiste uit mijn mond gehoord
(wirrwriter doe you want to drink a cup of cuffie)
| |
[pagina 14]
| |
niemand in jaren niet
er wentelt niemand de trappen af
terwijl ik denk hoe dat moet gaan
bij iedere narigheid heb ik de pleisterlijst
zodat ik een ouder geworden beer ben
vergrijst de paniek kan-kan vergeten
er een spijker doorheen sla
tot in het beton
hoe kan dat ooit
op de dag dat woeland voorkomt
is de politierechter goed gestemd
op de dag van mijn teraardedraging
(zonder aanhangend water of aanhangend bloed
zonder aanhangende buiken
zonder de verschrikkelijke zaken
we leren)
naar genoegen verlopen?
| |
de leraar en zijn klasplichtsgetrouw het babaardje tussen twee vingers
hij smeert zonder het te merken steeds meer krijt op zijn gezicht
ze giechelen om zijn lepravlekken
(volgende keer laat mijn angstaanjager ze zwijgen)
| |
doetje geeft een klap en krijgt er zeven terugsuf kijken we van de ene naar de andere generaal
we verklaren goedmoedig oorlog
(een spel onze stand verplicht)
ze doen niets voor onze verdediging
nu een krokodil op ons losgelaten
door de dresseurs van de vijand
die ons de penis zal afbijten
maar om nu te zeggen dat het ons spijt...
he heeft ons allemaal wel verwonderd
|
|