De Regelaar
Léonard Rosenboom
De Regelaar rust niet. Hij ordent. Het gaat hem er niet om of een handeling goed of mooi is, maar of een handeling zekerheid biedt.
De Regelaar is standvastig. Hij reist niet, gaat niet met vakantie en zal nooit verhuizen. Een reis of een tijdelijk verblijf elders is voor hen die een pervers genoegen scheppen in de overgave aan het Toeval. Er is geen stad waar de Regelaar het beter naar zijn zin kan hebben dan de stad waarin hij woont. Niet omdat het in andere steden slechter toeven zou zijn of omdat zijn eigen stad een subliem oord is. Neen, er is voor de Regelaar slechts één stad, de stad waarin de mogelijkheid tot verdwalen een hersenschim blijft.
De Regelaar is ongehuwd. Hij heeft geen behoefte aan een vrouw. Aangezien iedere handeling, verricht in het gebied dat onder het toezicht van de Regelaar valt, gecorrigeerd of aangevuld of tenminste verdisconteerd dient te worden, verstoort een echtgenote per definitie het regelend denken. De overweging dat er iemand in een relatie van contingentie tot hem zou staan en derhalve in zou kunnen grijpen in het ordenend proces, zal hem direct elke lust ontnemen.
Zo gauw de Regelaar op eigen benen kan staan, breekt hij met zijn familie en is hun niet langer tot last. Om te voorkomen dat zij hem ooit tot last worden, kondigt hij tijdig aan geen cent te zullen nalaten.
Al zal men hem nooit op een onvriendelijke handeling betrappen, de Regelaar heeft geen vrienden. Indien hij bemerkt dat er in het verkeer met vreemden van affectie sprake is, in die mate dat onder het voorwendsel ‘gezelligheid’ inbreuk op het ordenend leven dreigt te ontstaan, tracht hij de betrokkene stelselmatig te ontwijken.
De Regelaar heeft een eenvoudige betrekking, niet omdat hij simpel van geest zou zijn of omdat hij geen weelde zou kunnen verdragen. De betrekking is eenvoudig enkel en alleen uit lijfsbehoud. Voor elke handeling bestaat namelijk een complex van tot in details doordachte schema's. Meer dan drie opeenvolgende handelingen zal de Regelaar dan ook niet kunnen volbrengen.
Buiten zijn werk heeft de Regelaar geen hobby. Hobbyisten zijn of verzamelend of spelend bezig. De Regelaar kan geen verzamelaar zijn omdat een verzamelaar iemand met een tekort is. Onvolledigheden zijn de Regelaar nu eenmaal een gruwel. Hij is ook eigenlijk geen speler. Spelen ter kunstzinnig tijdverdrijf zijn van wege een aantoonbaar gebrek aan nut reeds bij voorbaat uitgesloten. Slechts spelen die bijvoorbeeld zijn analytisch vermogen of zijn geheugen kunnen beproeven, vinden in zijn ogen genade. Helaas bestaat het overgrote deel van alle spelen bij de gratie van een overschot aan toeval. Een echte Regelaar verdraagt geen onzekerheden en zal niet rusten voordat elk toeval geëlimineerd is. Een echte Regelaar speelt slechts op zijn eigen manier. Een echte Regelaar speelt Russisch roulette met reservekogels.