De troost van de traditie
Kester Freriks
Terwijl al enkele jaren de concentratie van de Nederlandse schrijvers gericht is op de vorm van het literaire werk, de wijze waarop een roman geconstrueerd is, wil ik pleiten - zonder het vormbesef te veronachtzamen - voor een herwaardering van de traditie en het verlangen in de traditie te schrijven.
De vorm zoals die in de hedendaagse roman een zwaar accent krijgt, hangt nauw samen met de drang van de auteur om een structuur op te bouwen waarin de handelingen en ideeën in het boek in hechte onderlinge relatie tot elkaar geordend zijn. In dit verband valt de formule: de troost van de vorm. De wereld van het boek is een volmaakte, samenhangende wereld die als een glanzende bol de wanorde van de alledaagse werkelijkheid kan weerstaan.
Ik heb me er altijd over verbaasd dat termen als tijd, traditie, geschiedenis, verleden en de spanning tussen vroegere en contemporaine literatuur in de heersende opvattingen een zo geringe rol vervullen. In mijn visie krijgt iedere schrijver onherroepelijk met de tijd te maken, al is het alleen om het wezenlijke verschil dat er bestaat tussen de werkelijke tijd en de tijd van het boek, het tijdsverloop in een roman en het feitelijke tijdsverloop.
De tijd en daarmee samenhangend het verglijden van de tijd is voor mij het fundament van de literatuur: wat eenmaal op schrift is vastgelegd kan niet meer verloren gaan. Literatuur weerstaat het verstrijken van de tijd.
De literaire traditie die in de loop van de eeuwen is ontstaan weerspiegelt niet alleen gedachten en emoties van mensen uit tijdsperioden die tot het verleden behoren, maar ook denkbeelden over literatuur. Aan de hand van boeken laat de voorbije tijd zich ontsluiten. De schrijvers van toen zijn van invloed op de literaire ontwikkeling en van betekenis voor de boeken die op dit ogenblik worden geschreven.
Ik zal U een illustratie geven van de schrijver die verbonden is met de tijd. Neem een gebeurtenis uit mijn leven die zich tien jaar geleden afspeelde in een gebouw, en die gebeurtenis vraagt erom beschreven te worden omdat ik haar noodzakelijk acht voor het verloop van een roman of een verhaal. Stel vervolgens dat het gebouw door sloopzucht omver is gehaald, zodat ik bij de beschrijving ervan te rade moet gaan bij mijn geheugen. Maar hoe betrouwbaar is het geheugen? Ontwerp ik al schrijvend niet een nieuw gebouw met andere verhoudingen? Ja, dat is vanzelfsprekend, en daar kleeft geen enkel bezwaar aan. Ook kan ik foto's raadplegen, maar nog zal blijken dat tijdens het schrijven er een gebouw ontstaat met een van het oorspronkelijke afwijkende architectuur.
Het tijdsverschil selecteert, wijzigt, vervalst - en het geheugen fantaseert. Niet dat het gebouw is veranderd. Bij de beschrijving van de gebeurtenis met het genoemde gebouw als locatie is er sprake van twee tijden: die van de ervaring in het verleden en die van de huidige ervaring van het schrijven.
Twee tijden - het is nu dat ik tot de kern van het dankwoord kom, die ik aan de hand van het begrip traditie wil toelichten.
Meer nog dan de vorm is de traditie een troost voor mij. Als ik mij al schrijvend richt naar de literaire traditie en in het geschrevene aan die traditie refereer, dan betekent dat dat in de thema's die ik uitbeeld de thema's uit eerder geschreven en verschenen werken resoneren, waardoor mijn thema's verrijkt en verdiept worden. De roman die mij intrigeert is niet een eenmalig boek dat met een slag uit de heldere hemel is komen vallen, trouw aan de eis van oorspronkelijkheid, nee, het boek waaraan ik de voorkeur geef kiest in de overgeleverde literatuur zijn voorbeelden, identificaties, overeenkomsten en weerkaatsingen, als licht dat van spiegel naar spiegel springt.
De voor mij hechte ordening die tot stand komt dankzij de traditie is de ordening van de tijd: heden en verleden gaan binnen de ruimte van het boek verbindingen met elkaar aan, vloeken met elkaar, botsen of vallen samen - en altijd is er spanning.
Als een boek de liefde tot thema heeft zijn Ars amatoria, de kunst van het liefhebben van Ovidius en Rood en Zwart van Stendhal - om slechts twee titels te noemen - glansrijk leesmateriaal dat de ervaringen uit het eigen leven in perspectief plaatst. De kersentuin van Anton Tsjechov is een bron van inspiratie en reflectie over de