meerd. Men kan echter wel vaststellen dat zo'n uitspraak een negatieve uitwerking heeft op de positie van joden buiten Israel. Dat is dan een goede reden om duidelijk te maken dat Begin een leugenaar is. Niet omdat we dat aan welke antisemiet dan ook verplicht zijn, maar omdat we dat verplicht zijn aan de behartiging van ons eigen belang. Ik vind het niet leuk dat van mij meer dan eens verwacht lijkt te worden dat ik een mening heb over Israel, enkel en alleen omdat ik van joodse afkomst ben, maar het is een feitelijke omstandigheid waar ik rekening mee heb te houden. Dan heb ik het nog niet eens over de mensen die menen mij ergens voor medeverantwoordelijk te kunnen stellen, al geldt hetzelfde principe: het is onjuist van die mensen mij aan te spreken op iets waar ik nooit van heb aangegeven dat ik er iets mee te maken zou hebben, maar toch reageer ik door mij expliciet te distantiëren. Niet omdat die mensen daar recht op hebben, maar omdat het in mijn belang is. Als joodse antizionist is het uiteraard ook mijn belang dat zoveel mogelijk antizionisten zich niet inlaten met wat voor antisemitisme dan ook.
Het zionisme wordt wel eens verweten dat het toegeeft aan antisemitisme; ik geef volmondig toe dat ik dat, zij het op geheel andere wijze, ook doe. Ik laat mij soms door op de loer liggend antisemitisme ‘dwingen’ mijn antizionistische standpunt uit de doeken te doen. Dat betekent vanzelfsprekend niet dat ik slechts antizionistisch ben uit angst voor antisemitisme, maar mijn joods (geboren) zijn is ook geen reden om niet voor antizionisme te kiezen.
Het zionisme meent dat racisme een juist antwoord is op racisme. Dat is óf dom, óf kwaadaardig, óf allebei. Het is dom omdat racisme in antwoord op eerder racisme wederom een racistisch antwoord uit zal lokken, want die ‘omgekeerde’ racisten zijn ongetwijfeld niet minder dom en/of kwaadaardig. Kortom: als je antisemitisme beantwoordt met filosemitisme lever je geen bijdrage aan de bestrijding van het (heus wel onuitroeibare!) antisemitisme.
Van tijd tot tijd vraag ik me af hoe het toch komt dat er joden (en andere mensen) zijn die denken dat heilige verontwaardiging een zinvolle reactie is op antisemitisme (of bijvoorbeeld seksisme). Neem nu diegenen die menen ‘het’ antizionisme van antisemitisme te mogen beschuldigen. Om te beginnen is dat oneigenlijk omdat geen enkele antisemiet in staat is het antizionisme ongelijk te doen hebben, maar afgezien daarvan doe je er als jood veel beter aan, te tonen dat de bezwaren die iemand tegen het zionisme heeft, niet voor een willekeurige jood hoeven te gelden. Of het nu het werkelijk motief is of niet, mag je verbaasd zijn als sommige antizionisten alle joden van zionisme beschuldigen, wanneer joden die van zich laten horen als jood, dit altijd tegelijk ook als zionist lijken te doen? Het blijft natuurlijk dom, zelfs kwalijk, van die antizionisten, die ik opzettelijk niet personificeer, om zo te generaliseren, afgezien van het gegeven dat er antizionistische joden zijn die van zich laten horen; ik ben niet eens de eerste!
Er zijn twee vergelijkbare kreten, namelijk ‘zionisme is racisme’ en ‘antizionisme is antisemitisme’. Een belangrijk verschil is, dat het zionisme werkelijk een racistische grondslag heeft, terwijl antizionisme geen antisemitische grondslag heeft, hoe goed het sommige antisemieten ook van pas komt. Er zijn overigens ook prozionistische antisemieten, zo van ‘opgeruimd staat netjes’.
Een aantal praktische gegevens dwingen mij tot een antizionistische conclusie, in de zin van een anti-Israel-conclusie. Ten eerste al die Palestijnen, of ze nu ‘vrijwillig’ op de vlucht zijn gegaan voor de oorlog, of dat ze ondubbelzinnig verdreven zijn (persoonlijk ga ik er vanuit dat er van allebei sprake is), die niet naar hun geboortegrond mogen terugkeren. Er is zelfs een wet die het bepaalde mensen met een ander geboorteland mogelijk maakt in hun huizen te gaan wonen. ‘De wet op de terugkeer’ dus, die zowel joden die dat wensen als joden die dat niet wensen het recht geeft terug te keren naar het land waar hun voorouders twintig eeuwen (ongeveer tachtig generaties) geleden uit zijn verdreven.
Bovendien het feit dat die Palestijnen die op dit moment Israelisch staatsburger heten te zijn op vele manieren gediscrimineerd worden, zowel wettig (in de zin van ‘door de wet’) als onwettig. Bovendien het joodse volk dat een staat heeft op een deel van het grondgebied van het voormalige Palestina, terwijl het volk van Palestina door deze staat zelfs het recht op een nationale identiteit ontzegd wordt.
Wat betekent nu eigenlijk de eis die Israel, waarmee ik diegenen die tesamen de officiële Israëlische koers bepalen bedoel, stelt aan de PLO, voor er een dialoog gevoerd kan worden, namelijk onvoorwaardelijke erkenning van de staat Israel?
Het enige motief is volgens mij het niet willen van die dialoog. Als men die zou willen, zou die erkenning immers tijdens die dialoog verkregen kunnen worden. Erkenning zou voor Israel in de eerste plaats moeten zijn wat ze met een dialoog wil bereiken. In feite geloof ik niet dat Israel door de PLO erkend wil worden, want wie wil er nu erkend worden door een organisatie die hij zelf niet wenst te erkennen als een legitieme? Israel wil niet dat de dialoog met de PLO plaatsvindt, om erkenning te voorkomen, en erkend wil ze niet worden om niet te hoeven praten, wat immers onherroepelijk het doen van concessies zou betekenen.