Hollands Maandblad. Jaargang 1983 (422-433)(1983)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Drie gedichten Catherine Wijnands Nausikaa Het prinselijkste meisje van de school had de hoofdrol, ik aanbad Nausikaa - gouden band door blond haar, rank in geplooid laken en zomersandalen. Spelend met die bal op de planken van het toneelstrand, waar Odysseus aanspoelde uit de coulissen. Hem zag ik nauwelijks: een man uit de vijfde klas - ik was dertien, en bekoord slechts door haar. Hoe treurig toch een hele avond beminde zij, vreugdevol, en al zolang is bekend dat hij haar zal verlaten. Waarom bleef hij niet bij de Phaeaken? De afwezige werd getaxeerd, een oude vrouw, Penelope, een moeder, misgunnend haar de trouw van de fiere Odysseus. Hoog boven op 't schellinkje, rillend in blauwe zijde, kende ik nog niet de tragiek van trouw, noch wist ik wat een Ithaka betekent. In de felle lichten, ver weg beneden, boog zij voor mijn liefdevol applaus. Langzaam reisde ik terug, van haar eiland naar het mijne; hervond toen het doek viel de angst: het bal na. Wat gebeurde er toch met Nausikaa, is zij ook muurbloem gebleven? [pagina 41] [p. 41] Weathered into identity Zo zou ik willen worden: een zuil van steen, verweerd de ionische versiering, of misschien met strenge dorische lijn. Gras groeit aan de voet, een enkele anemoon bloeit blauw en toont haar zwarte hart. Wij stonden daar en dronken het verleden in. Jij keek opzij, jezelf het landschap in dat was en is, de zuil slechts staat. Geen architraaf hoeft meer te rusten, de zuil weet niet van steun. Geschraagd door vroeger - tijdeloos - niemand nodig. 1528 In vijftienhonderdachtentwintig stonden de bloemen in een klein glas: een rosa, een dianthus, meer niet. Licht- en donkerroze. Ook het glas was oud gekleurd en halfvol water. Versgeplukt door iemands hand, knoppen, glanzend blad, 't geheel in nis, waar glas en bloemen precies pasten. Op een paneel gezet door Jean Provost, die in zijn vlak de diepte weergaf, maar bloemen beter zag dan 't perspectief. Een kwestie van liefde. Hij moet een stille ziener zijn geweest; de nis geleegd voor beide bloemen. Welk beeld had hij voor ogen? Ook hij ging dood, vijftienhonderdnegenentwintig. Vorige Volgende