Hollands Maandblad. Jaargang 1982 (410-421)(1982)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Twee sonnetten voor Van Dale A. Viruly I. Wij kennen woorden. Ook bestaan er dingen. En God in ons mag weten, maar weet niet, of Hij als woord leeft in een mensenlied zo lang als mensen het maar blijven zingen, of dat Hij, boven hun verbijsteringen, ook waarlijk Is - hier of in een verschiet - zelfs als geen mens Hem ooit meer noemt of ziet in mooie woorden of in voorstellingen. Eens werd wat is. De mens schiep toen de namen. Maar woorden vinden geeft geen vat op Zijn. Met taal kan hij zijn lot veraangenamen, maar ook zijn diepste zin blijft tierlantijn. Met woorden slaagt geen mens voor zijn examen; als baksteen zakt hij - weg in schijn, schijn, schijn. II Men kan zijn geest door woordenboeken drijven, een taal beheersen, en die op bevel tot mooie teksten dwingen, die beklijven... maar vindt zulk dwingen ooit de dingen wel? Vanwaar die vreemde dwang, te willen ‘schrijven’? Waartoe dit teleurstellend zelfgekwel van in de woordenboeken zoeken blijven terwijl het spel moet blijven: woordenspel? Ja, als nu nergens waarheid mocht bestaan, als alle wezens en als alle dingen alleen zouden bestaan als voorstellingen, die zonder voorstellers zouden vergaan, dán kon een mens, wars van begoochelingen, wijs zijn door bellen blazend voort te gaan. Vorige Volgende