Hollands Maandblad. Jaargang 1982 (410-421)

[p. 33]

Vier gedichten van Li Taibai

1. Op een zomerdag in de bergen

Te loom te wuiven met de witte waaier,
Het naakte lichaam in het groene woud.
Ik neem mijn kap af, hang hem aan de rotswand
En sprenkel op mijn kruin een bries uit dennen.

2. Alleen mediterend op de Wijdingshalte-berg

De vele vogels zijn hoog heen gevlogen,
De enk'le wolk verwijdert zich gerust.
Om onvermoeibaar naar elkaar te kijken
Heb ik alleen de Wijdingshalte-berg.

3. 's Nachts in een klooster in de bergen

Vanaf de toren, honderd voeten hoog,
Kun je de sterren en planeten plukken.
Ik durf niet eens mijn stem hier te verheffen,
Uit angst de hemelingen te doen schrikken.

4. In herinnering aan de Oosterbergen

Al lang ging ik niet naar de Oosterbergen -
Hoe vaak waren de rozen weer in bloei?
De witte wolken hebben zich verspreid
En in wiens woning valt de volle maan?

(vertaling W.L. Idema)