Hollands Maandblad. Jaargang 1982 (410-421)(1982)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Vier gedichten Rijk Courtz Toen ik mezelf vernietigd had in liederen van licht is er, zoals de wet voorschrijft, niets verloren gegaan. De rest werd me verder vreemd. Enkelen samen met mij bekijken het van nabij, zien dan de anderen staan. Soms valt een woord tussen ons als een bord kapot in het gras. De scherven zijn stille getuigen dat het nooit anders wordt, of was. 's Avonds in haar kamer Wanneer zij 's avonds in haar kamer zit, veilig in haar hoekje waar het schemerlicht niet komen kan, ben ik er soms. De minuten, volgend op elkander, traag, in hun spoor is zeker zwijgen, mijmerend stijgt rook omhoog, lost op tussen de hanebalken. Wanneer de flessen leeg zijn en ik verder niets te vinden heb, ga ik weg; dag, zeg ik haar. Soms is het ochtend, soms nacht. [pagina 28] [p. 28] Middag het was op een regenmiddag, zo'n druilerige dat ik je zo maar komen zag: in je oog blonk, lang te laat, nog licht van vroeger, je lachte, je sprak nog mijn vergeten naam, eenzaam, eenzaam, maar even minder, tot je was gegaan het was op een middag, zo'n huilige voor meisje met droeve ogen tuurlijk heb ik je herkend het was in de wind immers op de rug van een vogel met geen geluid dan je lach het was in de wind immers boven de wolken met ogen van vroeger het was in de wind immers met wapperende haren vertrouwd aan mijn mond tuurlijk heb ik je herkend Vorige Volgende