Hollands Maandblad. Jaargang 1982 (410-421)

[p. 23]

Dirkje Kuik
Cornelia, het meisje uit de ABC-straat

Cornelia is een glas, gebroken.
De tranen in een tas gestoken,
Cornelia breekt altijd glas
omdat ze de langste was
en ongezond en het scheelde,
de minst bedeelde meid op school.
Een grote neus, het krullend haar van tante,
de voeten stonden scheef en raar,
de breedte deugde niet voor kool,
ze heeft ook nooit een kind gekregen,
we zien wel met de geit ze speelde.
Maar nu is ze een moeder kwijt,
ze zegt, een streep de mond,
opdat men eeuwig schreit.

Liedje voor de poes

Wat zit je toch te dromen puntoor miezel
van veel te hoge bomen, een baas
van een huiskees met rood haar.
Of gaat het om je minnaar verleden,
mijn meester heet Markies van Carabas,
die kater in de dakgoot, zijn achternaam is Haas.
Kind Aagie mekker, een zandloper, vergeet hem maar.

Uithangbord

In een schuitje kun je roeien af en aan.
Oktoberrozen moet je snoeien,
Sinte-Brandaan houdt de staf.
Schippertje draai maar langszij,
in de bedstee lij en luwte,
brengen is matrozenwerk,
praaien dat van Bontekoe.
Oktoberrozen zijn zo sterk,
bloeien op het zeemansgraf.

[p. 24]