De verhandeling van Roger Ascham, The schoolmaster, heeft geen actuele waarde meer, maar is uitermate instructief voor de geest van de intellectuelen van de 16de eeuw. Het pedante en schoolmeesterachtige is van alle tijden, evenals een deel van de wijsheid, maar het grootste deel is typisch tijdsbepaald, zoals de ongelooflijke eerbied voor Cicero, de angst voor originaliteit die het plegen van plagiaat zo ongeveer als een deugd aanprijst, en de veroordeling van het rijm in de poëzie. Alles bij elkaar is het een cultuurhistorisch document van belang en verder is het van grote waarde voor de geschiedenis van het Engelse proza dat zich hier nog helemaal naar klassieke voorbeelden richt. De grote ommekeer in het Engelse proza is vermoedelijk pas met de bijbelvertaling begonnen, toen men zich aan de hand van het Hebreeuws losmaakte van de Latijnse syntaxis. De Engelse zinsbouw is, dunkt mij, nader verwant aan de Hebreeuwse dan aan de Latijnse. Zodoende moet er een grote invloed van zijn uitgegaan die aan de natuurlijkheid van het Engelse proza zeer ten goede is gekomen.
Remy de Gourmont schrijft ergens: ‘Une pensée fausse n'est jamais bien écrite, ni mal écrite une pensée juste’. Ik weet niet of het helemaal waar is, maar het is de moeite waard om er over na te denken.
Emily Dickinson noemt in een van haar gedichten de dood ‘the postponeless creature’.
De dood is niet deelbaar zoals generaals en dictatoren schijnen te denken, alsof de dood die je anderen hebt toegebracht in mindering zou komen van je eigen dood.
Wim Hermans heeft natuurlijk gelijk, als hij zegt dat het Kapitaal van het Marxisme een even mythische grootheid is als de God van het Christendom, maar dat neemt niet weg dat marxisten en christenen heel reëel zijn.
Het is waarschijnlijk wel erg droevig, maar ik heb de indruk dat ik sinds mijn achttiende eigenlijk niets ben veranderd.
20-12-77. Vandaag ontvang ik van Hans van Straten een vijftal ‘Cahiers’ getiteld De omgevallen boekenkast, in 60 exemplaren gedrukt, een kostbaar geschenk dus. Ze bevatten een mengeling van reflecties op wat hij gelezen en beleefd heeft, aforismen, dagboeknotities enz. Ik lees dit soort lectuur altijd met bijzonder veel plezier, mits intelligent geschreven en beknopt geformuleerd zoals hier. Een van de prettige dingen van dit soort boeken is, dat je er altijd wel dingen in vindt waarmee je het hartgrondig eens kunt zijn, en dat het helemaal niet erg is, als je het met andere dingen oneens bent, zolang ze maar goed gezegd zijn.
Citaat van Musil: ‘Irgendwo geht Ordnung in das Bedürfnis nach Totschlag über’.
Het is bekend dat Weinreb kabbalistische boeken heeft geschreven. De kabbalisten proberen o.a. door allerlei berekeningen waarbij aan letters getalwaarden worden toegekend en met behulp van diverse andere procedures achter de voor iedereen leesbare bijbeltekst verborgen geheimen te vinden. Ik heb een van deze methoden op de naam Weinreb toegepast en kwam al binnen enkele minuten tot een opmerkelijk resultaat. De getalwaarde van de letters van zijn naam (a = 1, b = 2 enz.) bij elkaar opgeteld is 76. Tellen wij daarbij op de 30 zilverlingen waarvoor Judas Jezus heeft verraden, dan komen wij op het getal 106 en dat is de getalwaarde van het woord oplichter. Zou dit toeval kunnen zijn?
Wat een bijzonder mens voor mij onderscheidt van de doorsnee mens is niet zijn grotere hoeveelheid verstand, creativiteit of wat ook, maar de gave om in de wanhoop te blijven leven, alsof er nog hoop is en iedere verwachting die instort te vervangen door een nieuwe verwachting waarvan hij weet dat die ook onvervuld zal blijven. Een bijzonder mens is de persoon die niet ophoudt in de chaos om zich heen een stukje kosmos te scheppen, al is hij zich van het futiele van dat proces bewust.
De bijzondere mens is een Sisyphus uit overtuiging. Hij wentelt de steen niet telkens weer omhoog, omdat hem dit als straf is opgelegd, hij doet dit evenmin in de optimistische verwachting, dat het de volgende keer wel zal lukken, maar alleen uit de overtuiging, dat dit de enige vervulling is van zijn mens-zijn. Zonder deze overtuiging is hij rijp voor de dood.
Het is een van de meer sarcastische ironieën die in de geschiedenis en in het leven kunnen voorkomen, dat het kan gebeuren dat iemand door een persoon in de steek wordt gelaten, juist op grond van het feit dat hij geweigerd heeft die persoon in de steek te laten.
In het boek van Martin Fido vind ik, dat er tegen het einde van de vorige eeuw een wetswijziging is geweest ten aanzien van homofiele handelingen van volwassenen waarbij deze ook tussen ‘consenting adults’ strafbaar worden gesteld. Hierdoor werden de poorten wijd open gezet voor chantage. Oscar Wilde was het eerste slachtoffer.
De toekomst heb ik allang achter de rug, maar het verleden ligt nog grotendeels voor mij.