| |
| |
| |
Vijf gedichten
Mickey Walvisch
Foto's kijken
Ik klapwiek vleugellam door mijn verleden,
Een vreemde vogel, altijd al geweest.
In gesprek met Vondelparkzwaan,
Met pijpekrullen in de kantlijn van de kleuterklas,
In doodschrik op een stinkende kameel in Artis,
Als wrevelige majesteit met goud papier bekroond,
Tussen vriendinnen, onwillig figurerend,
Met moeder op het strand,
Mijn tien-jarige tepels bedekt
Met zelfgeteelde stola's:
Twee godzijdank enorm dikke vlechten,
Op sportdag met een lollie en geen zin,
Ik lach benauwd vanuit mijn taille,
Bolle babies vol vertrouwen,
Het steeds bezopener gelaat van mijn ‘eeuwig de jouwe’,
Met ingehouden leest in spanish waters,
Met noodogen na tien jaar huwelijk
Onder een statusplant, die niet wil sterven.
Hoe worden pijpekrullen stug zwart haar,
En kinderen twee losse mensen?
De Vondelparkzwaan, die zal ik het eens vragen.
Waarom zou hij me nu niet meer verstaan?
| |
Kiezen
Nee schat, het graf wil ik niet met je delen.
Ik heb je begeleid tot aan de rand,
Maar het gat was me te duister
Ploeter je traject maar af,
Paffend, zuipend, keuzeloos,
Ik kies voor dollen, darren, sieren,
Tot mijn allerlaatste knipoog
En zelfs voor de fatale coma,
Lach ik nog éénmaal om het leven:
Maar toch de moeite waard.
| |
| |
| |
Verder geen verdriet
Verdriet omhelst verdriet,
Blauw oog blikt in groen.
Armen deinen ons in evenwicht,
Deinen ons als twee dolfijnen,
Woordloos, ernstig speels, omhoog,
Naar verder geen verdriet.
| |
Varen, altijd maar varen
Alles wat ik doe is bootjes vouwen,
Bootjes vouwen, tuffe tuffe tuf.
Gemaakt van mijn servet na het ontbijt:
Twee crackertjes met kaas,
Dat is een lieve kleine boot,
Van het voorpaginanieuws:
Slagschip met zwarte letters.
Zo vouw ik door, de hele dag.
Ik vind het leuk, het mag.
Alleen het bootje van mijn kussensloop,
Dat mocht niet van de zuster.
Vouwen mijn vingers bootjes in de lucht:
Varen, varen, varen... tot ik slaap.
| |
Voor Pierrot
De dolk waartegen valsheid stuit.
Beschutting voor zijn frêle lijf.
Hij danst een pas de deux
Maar tussen zwier van shawls en kettingen,
|
|