Hollands Maandblad. Jaargang 1982 (410-421)(1982)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Vier gedichten Geldolph Stuyling de Lange Ik ben een oude vrouw ik ben een oude vrouw ik schommel in het donker en ruik naar kermis; ik schreeuw een wond alles is verdrietig in mij ik ken geen mensen meer ik heb geen gezichten om in te zien ik schreeuw een wond het doet geen pijn het richt geen schade aan dat kan ik niet geloven Herinner mij ons dagje herinner mij ons dagje de dingen zijn te groot in de stortbak van het verleden scharrel ik rond en sla met deuren ik stroom een moeizame rivier en vliegen strijken in mij neer wat ik gedaan heb wat ik gedacht heb wijs mij een nieuw seizoen nu mijn popje gebroken is heb ik reden om te huilen; er is geen huis [pagina 11] [p. 11] Heel mooi zou ik willen zijn heel mooi zou ik willen zijn nu waar zachte overpeinzing de ligbank van mijn denken is maak ik mijn ziekbed op iedereen in mij is weggestuurd ik trek gordijnen door mijn hoofd waar in alles wat ik aanraak de stille hoop zich wreekt waar geen verlossing is blijf ik in gedachten mijn bestaan en snak naar adem ik zie en kan niet genezen Ik weet dat iedereen ergens lacht ik weet dat iedereen ergens lacht en prijs mijzelf gelukkig alhoewel reden tot verdriet heb ik niet - ik slaap niet meer in de nacht en gaf mijn lichaam verloren ik ken geen rust of onrust de deur die ik achter mij sloot verdween wanneer je me nu zag, je zou begrijpen ofschoon buiten het dal der dingen wat is zichtbaar er stromen geen waters of vliegen vogels over geen taal kan ik er spreken en wanneer ik mijzelf nog zag ik was niet zichtbaar Vorige Volgende