Hollands Maandblad. Jaargang 1982 (410-421)
(1982)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 30]
| |
Steen1.De zware steen
het zachte blad
door toeval bij elkaar gebracht.
De steen is huis
het blad ontheemd
en beiden aan elkaar zo vreemd -
komt er de wind, dan is de steen
voortaan zonder het blad alleen.
Tussen hun voegen breekt de tijd
herhaaldelijk in snikken uit.
En wie erbij staat, wordt bevreesd:
zoals het nu is, was het nooit.
Het is nooit zo geweest.
| |
2.Al ga je weg, dit is genoeg:
onder mijn voeten liggen
de stenen klaar en schoon
voor jaren nog aaneengevoegd
en meters diep. Dit is genoeg.
| |
[pagina 31]
| |
In beeldHij drijft een koe
voor zich uit. Hij draagt
een zak op zijn rug.
Tegen de kimmen loopt hij
de zon achterna.
Hij beklimt mijn ooghoek,
zijn schaduw verlaat mij niet.
Hij zoekt als een bezetene
het pad dat draagt, daar
wil hij lopen. Zijn voeten
worden niet moe.
Al zal hij over bergen gaan,
zijn vrienden zal hij niet vergeten.
| |
KluutZijn snavel schrijft insecten in het water
en is hem altijd voor. Dan volgt
het moe gekromde lijfje - zorgen
zou je bijna zeggen. Een secretaris,
't ene been een beetje stijf.
Die in de gruwelijke onvoorspelbaarheid
van dit bestaan zichzelf geleerd heeft
zuinig vlieg bij vlieg te leggen.
|
|