Hollands Maandblad. Jaargang 1981 (398-409)



[pagina 30]
Vier gedichten Wim Brands Klein Engelenburg Waar mijn voorvaderen het bankpersoneel in ruste verzorgden, de gangen stoften en de eekhoorns verjoegen Vervingen de overwinnaars op een dag het geloei van slachtvee door het gekrijs van een plaatselijke baron die te ver was gegaan
De Vlucht Landverhuizers op klaarlichte dag werden zij nadat huisvrienden een denkbeeldige vijand hadden getekend Voor het eerst gezien vele seizoenen later De vlucht was toen al een mythe geworden

[pagina 31]
Het slachtoffer Het landschap: tot aan de horizon beton De ontwortelde flaneert en beseft tegelijkertijd dat zelfs de enige herinnering aan de oorlog, het maandelijkse luchtalarm, hier op maandag geen verwarring meer kan stichten
Het spiegelgevecht Alle verhalen moesten betrekking hebben op hun strijd, want daardoor werd het dorp, in twee kampen verdeeld, van bestaansrecht voorzien Volgens vaste wetten het gevecht: nog sterk zijn gebit sloop hij door het bos, de strikken controlerend En altijd als een schaduw achter hem de veldwachter Jaren later opeens naast elkaar aan het front Het dorp, verbolgen over die verkapte verzoening, reageerde furieus: beider huizen in de fik