Velduil
Oordelen. - Persoonlijke oordelen bepalen het sociale verkeer. Ieder mens is een fontein van oordelen en daarmee beïnvloedt hij de oordelen van anderen. Het is een ongeregeld verkeer. Misverstanden, vergissingen, ondoordachtheden, daar wemelt het van. Emoties kleuren de omgang der oordelen, zij komen in de opinies tot uitdrukking. Begrip kan een eindje doordringen in dat weefsel van meningen, maar regels krijgen er weinig vat op. Toch is dat wat iedere moralist wil bereiken: meer orde in het maatschappelijk verkeer van de oordelen en de emoties. Dat probeert de kerk, de staat, de wetenschap.
Alleen de literatuur - nee, ook de literatuur ondervindt de zuigkracht van regels, van het veilige, overzichtelijke terrein waar het meer gaat om invullen dan om bedenken. Literatuur dreigt steeds weer opnieuw te stollen tot religieuze openbaring, met dwingende kracht, of tot wetenschappelijke bewijsvoering, met dwingende kracht, of tot wettelijke voorschriften, met dwingende kracht, of tot een heersende moraal, ook liefst met dwingende kracht. Zodra die stolling plaatsvindt verandert de literatuur van karakter, wordt het literaire ondergeschikt aan iets anders.
Aan de kwaliteit van een literatuur laat zich aflezen met hoeveel succes de inpolderaars van het ongeregelde, persoonlijke verkeer hun werk doen. Literatuur bloeit in tijden van onrust, van blauwe lucht tussen overdrijvende wolkenvelden, in perioden waarin de ene dynastie is verdreven en de volgende nog niet vast in het zadel zit.
De ideeën van D. - Het was nog vóór het eerste nummer van Hollands Weekblad, in maart 1959. D. had het prospectus gelezen en hij had besloten niet mee te doen. Hij zei in een café in Den Haag:
‘Jullie willen vooral tegenspreken, in actie komen als er iets is waarmee je het niet eens bent. Je wilt ook een stem laten horen in de politiek, hoe klein en beschaafd ook. Je wilt een moraal verdedigen die minder ver van de algemeen aanvaarde afligt dan je denkt. Je wilt conformisme in kleine kring en je noemt die kleine kring een elite. Of misschien noem je hem niet zo, uit angst voor dat lelijke woord, maar je voelt je in ieder geval ver verheven boven alle andere maatschappijvormers. Je noemt jezelf beschikbaar en kameleontisch, maar dat zal voor het weekblad wel gaan betekenen dat jullie je verschansen in een onpersoonlijke afweerhouding. Ik zie tenminste niet waaruit het eigene, het positieve bestaat dat de medewerkers aan elkaar en aan het blad zou moeten binden.
Mijn credo ligt in twee woorden besloten. Sensatie en prestatie. Ik heb mijzelf tot toeschouwer gemaakt. Bij alles wat ik beleef vraag ik me af: hoeveel sensatie geeft het mij en welke prestatie is nodig geweest om deze sensatie op te wekken. Voor het beoordelen van de prestatie is het nodig dat ik de sensatie vertaal in interesse. Ik verdeel de mensen in lieden die steeds uit zijn op de bescherming van hun bestaanszekerheid, die zich aan alle kanten proberen te dekken, door een geloof, een partijlidmaatschap, een boekenkast. En aan de andere kant staan de mensen die het leven als totaliteit zien. Zij stellen zich wel grenzen, dat moeten ze wel, aan hun denken, aan de tijd die ze te leven hebben, maar binnen die grenzen komt alles aan op de intensiteit, op het elan waarmee ze leven, en niet op het oordeel van anderen.
Ik leef alleen op een kale vloer, en ik wil niet toegeven aan de neiging tot comfort door toch wat meubeltjes voor twee of meer personen om mij heen te verzamelen. Ik geloof dat jullie met dat blad een gezellige zithoek willen scheppen. Zo'n zitje leidt regelrecht naar de verveling. Verveling komt voort uit het ontbreken van een eigen eiland, een eigen dogma, van waaruit de overvloed aan indrukken die iedere dag oplevert zich laat overzien. Ik ben geïnteresseerd in andere mensen, van Faas Wilkes tot Kant, niet omdat ik mij met ze wil bemoeien, niet omdat ik ze beter, geloviger, intelligenter, betrouwbaarder wil maken, maar omdat ze bij mij allemaal weer verschillende sensaties wekken.
Mijn manier van leven heeft veel gemeen met schaken. Als de ene partij - die mij een hoeveelheid sensatie heeft opgeleverd en die een hoeveelheid prestatie heeft geëist - is afgelopen, begin ik aan de volgende. En dan, dat is ook belangrijk, de ene keer met wit, de andere keer met zwart. Ik heb de indruk dat jij steeds met wit wilt spelen.
Veel mensen in mijn omgeving verwijten mij een gebrek aan bewogenheid. Voorzover ze daarmee een sociale of religieuze bewogenheid bedoelen, hebben ze gelijk. Maar er is nog een ander pathos, dat je nieuwsgierigheid kunt noemen of artistieke bezetenheid. Sommige mensen zijn vlammen, andere kleine pitjes die