Hollands Maandblad. Jaargang 1981 (398-409)
(1981)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 19]
| |
2Weidelandschap
Met schrijdende
Hoogspanningsmasten
Aan draden gevangen
Huilende honden geven
Elkaar de kus des doods
Hun roepen gaat verloren
In de omsingeling
Van 't ochtendlicht waarin niemand
Van horizon tot horizon
Nog plaats om zich te bergen vond
| |
3Weidelandschap met schrijdende hoogspanningsmasten
Van horizon tot horizon. De dageraad
Nadert van overal. Twee valse honden geven
Elkaar de kus des doods; hun roepen gaat verloren.
Naamloze angst staat om ons heen, waar wij elkaar
Ontmoeten, toch nog onverwacht; verwilderd ik,
En gij de riemen straktrekkend, met in Uw blik
Niets van herinnering, en met een kort gebaar
Geeft gij mij nog respijt; maar aan de felle strik
Rukt het geteisem, en gij zult mij zonder schrik
Verscheurd zien worden, - gij, die lotgenote waart.
| |
[pagina 20]
| |
4Weidelandschap met schrijdende hoogspanningsmasten
Van horizon tot horizon. De lucht is ijl,
De grassen veel te dik. Huilende honden geven
Elkaar de kus des doods; de aarde golft en siddert.
Mijn leden liggen uitgespreid, en boven mij
Onder de grijze helm Uw lichte ogen leeg,
Nietsziend, zonder herinnering, zinledig zenith
Waartegenover neerligt mijn geopend lijf,
Hun nadir duister en bebloed; tussen ons in
Alles en niets: de dood die ons voortaan verbindt;
Het leven dat voor U en mij nog overblijft.
| |
5Weidelandschap met schrijdende hoogspanningsmasten
Van horizon tot horizon; hoog, ongerept
En steil elkaar intomend in het zwevend web
Dat wegtrekt allerwegen ijl en onbelast en
Vergeten wie hier achterblijft de onverschanste
Verliezer weerloos uitgestrekt - zie mij, ik heb
Geen adem meer, geen samenhang die leven schept,
Mij in mijzelf verankert of mij in het vaste
Bestek van 't eigen lijf nog invangt, en ik ben
Overal heen op weg geraakt, en afgewend
Gehangen in de lijnen van dit rijzend raster.Ga naar voetnoot+
|
|