Hollands Maandblad. Jaargang 1980 (386-397)



[pagina 33]
Arie Visser Vier gedichten Ecce Homo gedoodverfde buit van de verdwenen afgod een scherp dier op drift zijn maag staat hem het meest na ook al vreet de angst hem aan
Sad Song de zaagmolen zong met de wind als tweede stem willow weep for me
De trein de wachtkamer vol zacht gras om op te roken mijn trein vertrekt nooit
Vers uit de veren De vluchtlijnen der lijnvluchten in de lucht verwaaide condensatiestrepen nog later vederwolken Er loopt een lijn door mijn verzen verwaaiend naar God nog later God zelf Ik denk dat God blauw is en de engelen gevederd net als mijn vers Soms slaat een havik en plukt het vers uit de veren dan ben ik dood