Hollands Maandblad. Jaargang 1979 (374-385)
(1979)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 27]
| |
Laatste gedicht 14 februari 1979Op de dag van zijn dood
scheen de zon verraderlijk
ooit stond ik ongelovig
aan zijn sterfbed
Hij voorspelde weinig weelde
het glazen hart dat ik hem gaf
kon hem toen nog behoeden
voor het graf waarin
beijzeld nu zijn kist met hem
en mij ten gronde gaat
De beenderen van mijn Moeder
haar bekken heb ik ooit bewoond
zijn naar een graf te Wassenaar gedragen
geen Ispahaan die er nog kraait
ben ik het wel, die snikt
Het doodse medaillon van haar gezicht
heeft mij ontwricht
tot oudste generatie
|
|