Een dagje Kalkar
Annemarie de Jong
En toch, zegt vriend Fred als we samen op de fiets het laatste stukje naar huis trappen, denk ik dat ik hier ook over 10 of 15 jaar nog met genoegen aan terug zal denken en niet zal zeggen: wat heeft me toen bezield, wat was ik als 35-plusser toch een idioot.
We hebben er dan op de kop af 15 uur op zitten. Een hele dag op stap met de bus, de grens over, begeleiding, spanning, avontuur, sensatie voor f 15, - de man. Werkelijk een koopje als je rekent dat je nog een dag erbij nodig hebt om bij te komen, na te sudderen.
's Morgens om 6.15 uur begint het voor mij zeldzaam duf. Vloekend en tierend verlaat ik het echtelijk bed. Ik lijk wel hartstikke mesjokke om op m'n uitslaapmorgen op stap te gaan voor een demonstratie die door alle berichten in de kranten over mogelijk politieoptreden al zo tegengemaakt is dat alleen doorgewinterde demonstranten zullen komen opdagen. Wat doe ik daar tussen als huisvrouw met duidelijke belangen op het thuisfront. Als ik dat bedenk schiet ik toch nog aardig snel in de kleren, want ik ging toch juist voor dat thuisfront, omdat ik het helemaal niet vertrouw met die kernenergie. Een grote trommel brood in de tas, beker karnemelk, paspoort, geld, wat stond er nog meer op de buskaart? Een goed humeur, dat komt misschien onderweg wel.
De motor van de bus draait al, fiets neerkwakken, op slot, instappen, te slaperig om te zien hoeveel mensen er in de bus zitten. Na tien minuten kom ik bij, het gewenste humeur is nog niet voorhanden, maar ik onderscheid in de halve schemering bekenden en onbekenden. Ik tel zes verontruste huisvrouwen zoals ik, vijf huisvaders en een handvol jongelui van rond de twintig. Moest daar nou dat hele gedoe van politie en leger voor op de been komen, waardoor andere huisvaders en moeders niet op zijn komen dagen? Niet te vlug nu, eerst eens kijken wat er nog bijkomt bij de volgende stopplaatsen Hilversum, Baarn, Amersfoort, Nijmegen, hoor ik. In Hilversum ziet het er al wat anders uit. Er staan twee bussen; op het trottoir 50 à 60 mensen. Ik zie drie, nee, vier mensen van boven de dertig, de anderen zitten er dik onder.
Een jongen in een geel regenjack opent de deur en roept: ‘Iedereen uitstappen, er moeten lijsten ingevuld worden en iedereen wordt ingedeeld’. Beweging in de bus, gemor. Iemand, ik?, roept wat moet dat met een lijst, kan dat ook niet in de bus, ik wil niet op een lijst, ik blijf hier zitten, ik zit hier best; vriend Jan vat samen: We zitten hier prima, als er iets is willen we het hier vernemen. - De jongen gaat af. Druk overleg op de stoep. Ik zie nu inderdaad buiten paperassen rond gaan.
Een andere jongen komt binnen, geel regenjack, witte band om de arm: ‘Mensen die lijst is voor jullie bestwil. Als er iemand zoekraakt weten we wie het is en wie we moeten waarschuwen’. Over herindelen wordt niet meer gepraat. Voorin moet plaats gemaakt worden voor twee begeleiders. We rijden weg, de lijst gaat rond. Wat krijgen we nou, mijn naam en adres staan al op die lijst, wie heeft dat gedaan? O, zegt begeleider één luchtig, doorgekregen van de persoon waar je de buskaart hebt gekocht. Lijkt dat niet verdacht veel op een methode die in linkse kring wordt verweten aan anderen? Nee hoor, het is echt voor mijn bestwil. Ik ben razend, maar weet bij deze doodzenuwachtige kettingrokende nagelbijter aan het verkeerde adres te zijn en zwijg. Of ik ook m'n bloedgroep in wil vullen, waarvoor dat nu weer. Voor het geval dat ik gewond mocht raken..... Het maakt me kriegelig en ik merk dat het door de buskaart gewenste humeur niet dichterbij komt.
De begeleiders van de bus stellen zich voor, delen stencils uit en kondigen aan straks de discussie te zullen leiden. Een discussie waarover in hemelsnaam op dit onzalige tijdstip. Houd je even in; eerst maar even het stencil lezen. Een mooi stuk proza. Ik blijk in een organisatie te zitten die deel uitmaakt van een internationale organisatie. Busbegeleiders, vertrouwensman, besprekingen voeren over hoe we ons zullen opstellen, in Nijmegen algeheel overleg met andere bussen, uitreiking van Duits geld om advocaat te kunnen bellen, telefoonnummers op je hand schrijven, optrekken als gesloten groep, ketting vormen in geval van politiebedreiging, eventueel kunnen we nog