| |
| |
| |
[360]
De nabeelden van William Faulkner
Maarten 't Hart
Toen ik, onder invloed van het essay Erotische driehoeksmeting van Vestdijk voor het eerst één van de romans van de in dat essay besproken Faulkner ter hand nam, was ik vooral nieuwsgierig naar deze relationele trigonometrie. Maar al nadat ik de eerste bladzijden van Intruder in the Dust had gelezen was ik het essay van Vestdijk vergeten en in plaats daarvan had ik het gevoel alsof ik droomde. Na een paar bladzijden stootte ik op het zinnetje: ‘And he didn't know how it happened’. Wat dat ‘it’ was wist ik niet, kon ik ook nog niet weten, want het zo onschuldig lijkende zinnetje liep vooruit op een gebeurtenis die pas een halve bladzijde later zou worden beschreven. Maar het woord ‘it’ wekte toch nieuwsgierigheid die nog versterkt werd door het ‘he didn't know’. De hij-figuur uit het verhaal wist het niet maar ik wist het ook nog niet. Een kleine halve bladzijde verder werd het herhaald, nu met een toevoeging: ‘And he didn't know how it happened, something a girl might have been expected and even excused for doing but nobody else’, woorden die mij nog nieuwsgieriger maakten. Maar vlak daarna kwam het dan: ‘All of a sudden the known familiar sunny winter earth was upside down and flat on his face and still holding the gun he was rushing not away from the earth but away from the bright sky and he could remember still the bright tinkle of the breaking ice and how he didn't even feel the shock of the water but only of the air when he came up again’. Maar zelfs toen was me nog niet geheel duidelijk wat er gebeurd was en ik herlas de passage en opeens zag ik het voor me alsof ik het zelf beleefde, alsof ik zelf van een plank afviel in een sloot.
Het vreemde is dat Faulkner het gebeuren beschrijft via een omweg. Hij vertelt niet: Charles Mallison (de hij-figuur) viel in het water, nee, hij vertelt: Charles Mallison viel weg uit de heldere hemel en hij laat er zelfs de ogenschijnlijk overbodige opmerking aan voorafgaan dat Charles niet wegviel van de aarde. Even verderop komen opnieuw die zo overbodig lijkende ontkenningen terug. ‘The water which as yet felt neither, neither cold or not and where even his sodden garments didn't even feel heavy’. Het hele gebeuren was trouwens al ingeleid met ‘he didn't know how it happened’.
Toen, die eerste maal, verbaasde ik mij alleen maar over de suggestieve werking die er van de beschrijving van een zo simpele gebeurtenis - in een sloot vallen - uitging. Later ben ik mij steeds meer gaan realiseren dat die suggestieve kracht, die zo kenmerkend is voor Faulkner, voor een deel een gevolg is van het gebruik van het woordje ‘not’. Faulkners proza wordt gekenmerkt door een hoog frequent gebruik van ontkennende zinnen; hij beschrijft de dingen via de omweg van de beschrijving van wat er niet gebeurt.
Een zo simpele zin als ‘he was not looking at her’ is heel vaak bij hem te vinden. Maar meestal is het ingewikkelder. Neem een zin uit het Quentin-gedeelte uit The Sound and the Fury (ik zal hem in het Nederlands citeren): ‘Je kunt lang niet naar het geluid luisteren (van een horloge) en dan kan het bij de tik van een seconde in de geest ononderbroken dat lange steeds minder wordende voorbijtrekken van de tijd oproepen dat je niet gehoord hebt’. Ook dit is, als men hem een paar maal herleest, een zeldzaam suggestieve zin waarmee het soms sterke gevoel dat je de tijd kunt horen voorbijgaan, op oorspronkelijke wijze onder woorden gebracht wordt. Ook bij de beschrijving van mensen gebruikt Faulkner dit stijlmiddel van de ontkenning: ‘Not fat: just rounded and complete, the hair white, the eyes still even young, even a faint boom yet on what would be dewlaps and not
| |
| |
cheeks any longer’ (beschrijving van een vrouw in Absalom, Absalom). Even verderop het mooie beeld: ‘prim hair of that peculiar mouse-like shade of hair on which the sun not often shine’. Heel mooi ook bij de beschrijving van een dialoog in Knight's Gambit deze ontkenning: ‘The voice which talked constantly not because its owner loved talking but because he knew that while it was talking, nobody else could tell what he was not saying’. Die drie ontkenningen dwingen tot nadenken. Als je hebt begrepen wat Faulkner bedoelt zie je de spreker voor je.
Faulkner tast de werkelijkheid onder meer af via ontkenningen. Door te beschrijven wat er niet gebeurt of niet te zien of niet te horen is, krijgt de lezer een steeds duidelijker beeld van wat er wel gebeurt. Maar de lezer moet dat beeld zelf maken; hij moet zelf de bevestigingen produceren. Veel mensen klagen erover dat Faulkner zo moeilijk is om te lezen. In zeker opzicht is dat waar; zijn ontkennende wijze van beschrijven van de wereld eist het vermogen van de lezer om een nabeeld te vormen. Ik ontleen het woord nabeeld aan de fysiologie. Als je lang in het duister naar een helder verlichte rode vlek hebt gestaard en je sluit de ogen, zie je diezelfde vlek maar nu heldergroen. Dat is een nabeeld dat door contrastwerking ontstaat, je hersenen leveren in zo'n geval de complementaire kleur. Zo ontstaan Faulkners nabeelden ook door contrastwerking; hij levert, via de ontkenningen, het negatief waarvan je zelf de foto moet afdrukken.
Toen ik Intruder in the Dust voor de eerste maal las was ik zo onder de indruk van die telkens weer intens oplichtende nabeelden dat het verhaal noch de strekking ervan mij erg konden interesseren. Ik las de andere romans en bekommerde mij uitsluitend om de nabeelden. Sommige romans zoals The Sound and the Fury en As I lay dying bestonden slechts uit nabeelden; in andere romans was ook nog verbindende tekst te vinden tussen de beelden die een verhaal vertelden zoals in Light in August of in Absalom, Absalom en in enkele werken, The Town, Mosquitoes, waren in het geheel geen nabeelden aanwezig.
In de zoëven geciteerde passage over het in de sloot vallen van de hoofdpersoon uit Intruder in the Dust wordt nog een belangrijk aspect van een dergelijk gebeuren getoond. Als Charles uit de hemel valt staat er: ‘and he could remember still the thin bright tinkle of the breaking ice... when he came up again’. Dat ‘he could remember’ slaat weliswaar slechts op het feit dat hij zich het breken van het ijs herinnert als hij boven komt maar die drie woorden suggereren tevens op ongedwongen wijze dat het hele gebeuren eigenlijk een herinnering is. Nu is het kenmerkende en ook vreemde van gebeurtenissen in je leven die een diepe indruk op je maken en die je nooit meer vergeet dat ze al op het moment dat ze gebeuren herinnering lijken. In Go Down, Moses wil een man een ander de keel afsnijden en als de man het mes boven de keel van de ander houdt is hij ‘facing again the act which it seemed to him he had already performed’.
Tenslotte is in de geciteerde passage nog iets anders op te merken dat, zeker bij Faulkner, heel belangrijk is. Bij Faulkner worden haast altijd de vertrouwde elementen vuur, aarde, lucht en water in een dergelijke passage op de een of andere manier tegenover elkaar gesteld of er is in een dergelijke passage in ieder geval wel van één van deze elementen sprake, het meest nog van de aarde. In dit geval is sprake van aarde, lucht en water en zelfs de zon wordt aan het begin van de zin genoemd. Dit zou op zichzelf de moeite waard zijn om verder uit te werken, het is al enigszins gebeurd in het proefschrift van M.N.J. Poulssen over Faulkner (Onirische taal).
| |
Keten van herinneringen
Als je terugkijkt op je eigen leven zie je ook niets anders dan een keten van herinneringen: betrekkelijk geïsoleerd lijkende gebeurtenissen die uit je verleden oprijzen als de toppen van een ijsberg in zee. Dat zijn de momenten in je leven die erop aankwamen, die je niet alleen bijblijven maar ook invloed blijven uitoefenen, de knopen in het bestaan die min of meer onontwarbaar zijn. Faulkner heeft in The Sound and the Fury niet veel meer gedaan dan die knopen beschrijven in het leven van drie broers, Benjy, Quentin en in mindere mate Jason. Ogenschijnlijk is het eerste deel van The Sound and the Fury onbegrijpelijk; een idioot, Benjamin, vertelt steeds korte fragmenten over bepaalde gebeurtenissen uit zijn leven. Daar hij idioot is kan hij niet onderscheiden tussen heden en verleden en zodoende zijn voor hem alle herinneringen even reëel als de tegenwoordige tijd. Toch betreffen zijn chaotische herinneringen maar een paar gebeur- | |
| |
tenissen: de dood van grootmoeder (Damuddy) in 1898, de bruiloft van zijn zuster Caddy, de verandering van zijn naam in Benjy, zijn aanval op een meisje, zijn operatie (hij wordt gecastreerd na die aanval) en nog een klein aantal minder belangrijke scènes. Tussendoor beleeft hij steeds iets in de tegenwoordige tijd, de dag waarop de dochter van Caddy wegloopt. Er zullen maar heel weinig lezers zijn die de eerste keer precies begrijpen wat Benjy meedeelt. Niet alleen zijn zijn herinneringen onverwerkt, maar hij is zelfs niet in staat ze te ordenen.
Zijn broer Quentin heeft herinneringen aan dezelfde gebeurtenissen, kan ze wel ordenen maar al evenmin verwerken. In het tweede deel van The Sound and the Fury laat Faulkner hem de laatste dag van zijn leven vertellen. Quentin pleegt zelfmoord omdat hij niet kan aanvaarden dat de vanzelfsprekende intimiteit en genegenheid tussen broer en zus uit de kindertijd niet kan blijven bestaan. Zoals Benjy een kind is dat nooit volwassen kan worden, zo is Quentin een kind dat nooit volwassen wil worden. Voor Quentin is al zijn ellende gesymboliseerd in vooral één herinnering: Caddy die door een vriendje van haar ontmaagd wordt.
Daar het bewustzijn niet het verstrijken van de tijd registreert maar slechts herinneringen verzamelt die het liever kwijt zou zijn dan rijk, is het bewustzijn voortdurend bezig met het verstrijken van de tijd. Dit lijkt wellicht wat raadselachtig maar wordt in de Quentin-sectie prachtig uitgewerkt. Het eerder geciteerde zinnetje over het niet luisteren naar de tik van een horloge was er een onderdeel van. Om een en ander enigszins te verduidelijken is het wellicht nuttig hier een vergelijking te maken met Proust. De ik-figuur uit Prousts grote roman is op zoek naar de verloren tijd, naar herinneringen die volledig weggezakt zijn omdat ze onbelangrijk leken. Bij Faulkner wordt allerminst naar de verloren tijd gezocht; integendeel, de personen doen hun uiterste best om de Tijd te verliezen, ze proberen zich te ontdoen van herinneringen die ze maar al te graag zouden willen kwijtraken. Vandaar die voortdurende precoccupatie met de Tijd; doordat zij verstrijkt schept ze herinneringen en daarom moet de Tijd worden stilgezet (In het verhaal The Brooch zet een meisje Amy de klok stil ‘at ten minutes to four on the afternoon’). Quentin probeert zelfs de tijd te vernietigen, hij verwijdert de wijzers van zijn horloge. Op veel andere plaatsen in de romans van Faulkner lopen de klokken niet goed, onder meer in het slotdeel van The Sound and the Fury en in Sanctuary. Sartre heeft een apart essay gewijd aan deze merkwaardige opvatting van de Tijd bij Faulkner.
| |
De romans
Romans bestaan altijd - enkele uitzonderingen daargelaten - uit beschrijvingen van relaties tussen individuen. Als elk individu zijn eigen herinneringen heeft, zijn eigen obsessies die hem op elk moment van zijn bestaan bezighouden, heeft dat tot gevolg dat mensen elkaar niet goed kunnen begrijpen en ook dat een geordende roman schrijven over relaties van perrsonen eigenlijk niet tot de mogelijkheden behoort want van elke persoon afzonderlijk moet je de obsessies behandelen om iets van die persoon begrijpelijk te maken. Gaat een roman over een aantal perrsonen dan zou je op die manier niets anders krijgen dan de som van de individuele herinneringen. In de romans van Faulkner dreigt daarom telkens een chaos te ontstaan. Die chaos is door hem op verschillende wijzen ondervangen. Het meest eenvoudige middel is wel de roman over één persoon te laten gaan die zijn eigen leven vertelt en dus de herinneringen van anderen niet kan bespreken. Een voorbeeld daarvan is The Unvanquished. We krijgen uitsluitend te horen over stadia in het leven van Bayard Sartoris op weg naar volwassenheid.
In veel andere romans is toch een ordenend principe aanwezig omdat het verhaal bijna altijd draait om een zogenaamde mediator (Faulkner gebruikt het woord in het verhaal Smoke uit Knight's Gambit). Een mediator, een middelaar die op de grens verkeert van twee werelden of tusten twee partijen staat en op wie het gedrag van alle anderen betrokken is. Al in Soldier's Pay, Faulkner's eerste roman, is een dergelijke mediator te vinden, ook al is van echte nabeelden, die opgeroepen worden via de omweg van het niet, nog geen sprake. Maar de soldaat Donald Mahon verkeert wel op de grens van leven en dood. Alle andere personen in de roman moeten tegenover hem hun houding bepalen. Deze Mahon is al een voorafschaduwing van de stervende Addie Bundren uit As I lay dying die ook op de grens verkeert van leven en dood. Vaak zijn deze mediators bij Faulkner getekenden, tragische figuren omdat ze nergens meer bijhoren. In Soldier's Pay heeft hij het getekend zijn van Donald Mohan nog op
| |
| |
onbeholpen wijze gesymboliseerd. Mahon heeft namelijk een gruwelijk litteken op zijn gezicht (later zal dit motief nog een keer terugkomen in het verhaal Beyond). Het bijzondere van Mahon is dat hij geen verleden heeft, hij heeft in de oorlog zijn geheugen verloren. Maar doordat hij niet meer weet wat er vroeger gebeurd is worden zijn bekenden van eertijds des te sterker aan hun verleden herinnerd: zij moeten steeds terugdenken aan wat ze met hem hebben meegemaakt toen hij nog gezond was. Zij herinneren plaatsvervangend; wat hij niet meer weet wordt bij hen min of meer dwangmatig opgeroepen. Zo komen hun herinneringen toch terug via de omweg van het niet, het lege geheugen van Mahon. Mahon is als persoon de verwekker van nabeelden. Later zal Caddy uit The Sound and the Fury zo iemand zijn.
Ook het meisje Cecily Saunders preludeert op veel latere vrouwen in het werk van Faulkner. Zij lokt uit tot meer dan alleen maar erotische trigonometrie. Zij is als Jenny uit Mosquitoes, als Temple Drake uit Sanctuary, als Eula Varner uit de Snopes-trilogie een meisje dat alle mannen in een kleine gemeenschap gek maakt.
Mosquitoes, Faulkners tweede roman, moge een geestig, ‘funny’ boek zijn, het is toch weinig karakteristiek voor de auteur. Het is een verhaal over een bootreis van een aantal mannen en vrouwen die over kunst praten en zo een en ander op het vlak van bijna-vrijages met elkaar beleven. Het is haast niet te geloven dat Faulkner daarna Flags in the Dust schreef. Van deze roman bestaan twee versies: onder de titel Sartoris is een nogal ruw en drastisch ingekorte versie ervan als Faulkners derde roman opgevoerd. Van de volledige roman die de titel Flags in the Dust droeg en waaruit na inkorting Sartoris ontstond bestaat het manuscript niet meer waaruit de ingekorte versie is samengesteld. Wel bestaan nog allerlei fragmenten van manuscripten die tezamen Flags in the Dust opleveren maar wellicht is dat de vroegere vorm van het manuscript waaruit de ingekorte versie werd gedistilleerd. Sartoris is niet een produkt van Faulkner, een ander heeft de verkorte versie gemaakt. Zowel uitgave van Flags in the Dust als Sartoris is een hachelijke zaak. Ik geef echter toch de voorkeur aan Flags in the Dust, dat is completer. Niettemin is deze roman de meest chaotische die Faulkner schreef. Hij gaat noch over één persoon noch ook is een mediator aanwezig. Als gevolg daarvan is de roman opgebouwd uit een groot aantal losse scènes die weinig of geen verband met elkaar hebben. Maar vaak zijn die losse scènes prachtig: twee negers die een man redden uit een in het water gereden auto, het bezoek van Bayard Sartoris aan een arme familie, het gluren van één der Snopes naar Narcissa Benbow (Faulkner heeft een paar maal op haast al te aangrijpende wijze de frustratie beschreven van een man die een vrouw op wie hij verliefd is niet of eerst na lange tijd kan
krijgen, het meest overtuigend wellicht in The Hamlet). Sommige figuren uit Flags in the Dust vergeet je ook nooit meer: tante Jenny, de neger Simon, Narcissa en Horace Benbow (deze broer en zuster zullen in Sanctuary terugkeren). Veel in Flags in the Dust loopt vooruit op later werk; de Snopes-trilogie wordt er al in aangekondigd en ook de automobiel die later in The Reivers zo belangrijk zal zijn, heeft hier een soortgelijke plaats in de samenleving. Mooi is ook in dit boek de beschrijving van de muilezel, een dier dat begrijpelijkerwijs vaak bij Faulkner zal terugkeren want ook dit dier is een ‘mediator’. Het staat tussen paard en ezel in.
In de vierde roman The Sound and the Fury gelukt dan plotseling wat eigenlijk niet mogelijk is: obsederende herinneringen van verschillende personen verwerken tot een compleet en samenhangend verhaal. Dat het hier lukt heeft als voornaamste oorzaak dat de herinneringen van alle personen in het boek betrokken zijn op Caddy, het meisje dat ook weer een middelaar is tussen de intimiteit van het gezin en de buitenwereld. Het is merwaardig dat in het oeuvre van Faulkner die zelf geen zuster had (wel drie broers) de zuster zo belangrijk is. Al in Flags in the Dust is Narcissa Benbow diep ongelukkig als blijkt dat haar broer Horace een relatie heeft met een meisje; later zal Quentin (het wordt nu omgekeerd) ongelukkig zijn omdat zijn zuster een relatie heeft met een jongen. Het is niet juist om hier van incestueuze verlangens van Narcissa en Quentin te spreken, ze zijn niet jaloers omdat hun broer of zuster een ander heeft, nee, ze kunnen niet aanvaarden dat door die ander nu een eind is gemaakt aan de intimiteit die alleen tussen familieleden (en dan vooral kinderen uit één gezin) mogelijk is. Quentin wil het wel doen voorkomen alsof er sprake zou zijn van incest maar dat is niet omdat hij zijn zuster als vrouw begeert maar omdat hij haar wil behouden binnen de intieme relatie van het gezin. In feite is The Sound and the Fury gebouwd op een heel eenvoudig ge-
| |
| |
Vogelvlucht
geven: twee broers kunnen het liefdesverlies niet verwerken na het verdwijnen van hun zusje. Een derde broer reageert furieus agressief waardoor het liefdesverlies van beide anderen meer reliëf krijgt.
In The Sound and the Fury vinden wij nog een aantal andere dingen die later bij Faulkner verder uitgewerkt zullen worden. Benjy is als het verhaal begint drie en dertig jaar oud; het verhaal speelt onder andere op Goede Vrijdag en Paaszondag; daarmee is de eerste parallel met het lijdensverhaal uit het Nieuwe Testament aanwezig. Waarom, kan men zich afvragen? In ieder geval is Benjy ook een soort middelaar en wel tussen negers en blanken. Hij is de enige blanke die naar de ‘nikker’-kerk gaat, hij mag niet bij de blanken naar de kerk omdat hij idioot is. Door de negers wordt hij in hun kerk geduld omdat hij, hoewel een blanke, toch ongevaarlijk want idioot is.
Zo zijn voor het eerst bij Faulkner het tussenpersoon zijn en de verhouding tussen negers en blanken met elkaar verbonden. In veel van zijn werk heeft hij de tragische aspecten van het tussenpersoon zijn behandeld en nooit indrukwekkender dan wanneer die tussenpersoon, die middelaar, iemand is die tussen negers en blanken in verkeert zonder tot één van de partijen te behoren. Vaak zijn kinderen tussenpersonen omdat zij nog geen partij hebben gekozen, nog volkomen vanzelfsprekend kunnen aanvaarden dat er negers en blanken bestaan. In het verhaal Mountain Victory probeert een jongen twee mensen te helpen om weg te komen (de vader van de jongen wil die twee mensen doden omdat de één misschien en de ander zeker een neger is) en het resultaat van zijn inspanningen die voor zijn vader niets anders zijn dan verraad, is dat hij gedood wordt door de kogels van zijn vader. In The Sound and The Fury is de tragiek, inhaerent aan de positie van middelaar, tussenpersoon tussen negers en blanke, nog niet aan de orde, ze wordt slechts aangekondigd.
Ook in zijn volgende roman, As I lay dying, heeft Faulkner die tragiek niet behandeld. Hier is echter wel weer het beeld aanwezig van de tussenpersoon tussen leven en dood als in Soldier's pay. Voor bloedverwanten is het sterven van een familielid vanzelfsprekend een aangrijpend
| |
| |
gebeuren; vandaar die verwonderlijke eenheid in dit verhaal, alle beelden betreffen op de een of andere wijze de moeder die op sterven ligt. Faulkner heeft in dit boek slechts beelden gegeven, geen lopend verhaal. De lezer moet zelf uit de korte stukjes waarin steeds weer een andere ikfiguur aan het woord is, het verhaal construeren. Maar al die stukjes hebben betrekking op de moeder. Wellicht is daardoor As I lay dying de meest gave roman van Faulkner dankzij deze ordening van de dood. Er komen uitspraken in voor die je nooit meer vergeet: ‘I could just remember how my father used to say the reason for living was to get ready to stay dead a long time’.
In As I lay dying neemt niet alleen de stervende Addie de positie in van middelaar maar ook Darl, haar zoon. Hij is iemand die verkeert in het grensgebied van gezondheid en krankzinnigheid. In de Darl-stukken heeft Faulkner een beeld gegeven van een niet geheel normaal functionerend bewustzijn met ogenschijnlijk simpele middelen. Neem bijvoorbeeld deze passage: ‘Tilting a little down the hill, as our house does, a breeze draws through the hall all the time, upslanting. A feather dropped near the front door will rise and brush along the ceiling, slanting backward, until it reaches the downturning current at the back door: so with voices. As you enter the hall, they sound as though they were speaking out of the air about your head’. Als Faulkner alleen die laatste zin zou hebben geschreven zou je hebben gedacht: Darl is gek. De stemmen klinken net alsof ze van boven komen. Maar door de mededeling over het veertje dat met de luchtstroom langs het plafond gaat ben je enigszins voorbereid op de laatste zin en kun je niet zonder meer geloven dat het de uitspraak is van een abnormaal iemand. Zo legt Faulkner steeds uitspraken in de mond van Darl die twijfel doen rijzen aan hem maar niet zozeer twijfel aan zijn verstand als wel twijfel aan zijn vermogen om de werkelijkheid waar te nemen. Hij ziet in feite meer dan er gebeurt, hij heeft een ‘verwijd’ bewustzijn. Darl is één van Faulkners grootste scheppingen; Benjy en Mink (of Ike zoals hij ook genoemd wordt) en de idioot uit Absalom, Absalom zijn ook overtuigend als krankzinnigen maar Darl is niet zozeer gek als wel diep ontroerend zoals As I lay dying diep ontroerend is.
In zijn daarna uitgegeven roman (maar het werk is voor een deel zeker voor As I lay dying geschreven), Sanctuary, heeft Faulkner de chaos weer veel minder goed weten te bezweren. Maar ook in dit werk heeft hij een nooit man geworden figuur beschreven, Popeye, die de positie van ‘bemiddelaar’ inneemt, nu echter in een duidelijk ongunstige rol. Popeye is heel tragisch maar dan vooral tragisch in het kwade. Hij bemiddelt bij de verkrachting van het meisje Temple Drake en bij de berechting van Goodwin. In beide gevallen heeft zijn optreden desastreuze gevolgen. Maar niet alle onderdelen, scènes en verhalen uit de roman hebben betrekking op hem. Hij is onvoldoende een structurerend principe, deze vreemde figuur.
In zeker opzicht geldt dat ook voor Joe Christmas uit Light in August. Natuurlijk is deze Christmas die misschien negerbloed in de aderen heeft maar toch wit is, een witte neger dus, de middelaar bij uitstek. Eenmaal wordt van hem verteld dat hij drie en dertig jaar oud is en er zijn vele andere parallellen met Jezus. Toch zijn die parallellen op onnadrukkelijke wijze aangebracht, ze doen aan als een soort entourage om de tragiek van Christmas beter te laten uitkomen. Faulkner heeft nooit overtuigender de tragische positie van de tussenpersoon, de nergens bijhorende figuur, uitgebeeld. Zelfs het contrapunt in deze roman, de geschiedenis van Lena Grove, deelt via die omweg van de vergelijking met het leven van Christus in de tragiek. Als zij in Jefferson binnenkomt is zij als de zwangere Maria uit het bijbelverhaal waarvoor geen plaats is in de herberg. Zij moet genoegen nemen met een hut. Als ze uit Jefferson vertrekt is zij vergezeld van een man die niet de vader is van het kind, een soort timmerman. Faulkner heeft in een interview dit gebruik van Bijbelse beelden afgedaan als het gebruiken van ‘gereedschap dat voor een schrijver gereed ligt’. Daar zit iets in, er moet niet teveel achter gezocht worden, het gaat hier zeker niet om een verlosser. Christmas is slechts gedoemd, nooit heeft zijn optreden voor anderen enig gunstig effect.
In Light in August is Joe Christmas wel de figuur waarop veel herinneringen van anderen betrokken zijn maar los daarvan staan de obsessies van Joanna Burden en dominee Hightower. Dat het je als lezer weinig hindert dat deze herinneringen min of meer los staan van de rest van de roman is te danken aan de intensiteit waarmee de herinneringen voor de lezer worden opgeroepen. Maar niettemin is de eenheid van The Sound and the Fury en As I lay dying niet in deze roman aanwezig.
Na Light in August verscheen eerst de
| |
| |
vliegeniersroman Pylon. Faulkner begon echter na Light in August aan Absalom, Absalom, liet deze roman in nog onvoltooide vorm liggen en schreef omdat hij er niet mee verder kon Pylon. In Pylon heeft hij de problematiek van de bemiddelaar weer heel anders benaderd. Hij geeft een beeld van stuntvliegers en hun mecaniciens, vreemde figuren uit de eerste begintijd van de luchtvaart die niet serieus genomen werden door andere mensen. Slechts een journalist, in de roman onveranderlijk aangeduid met het woord ‘reporter’ neemt deze wonderlijke mensen wel serieus. Hij fungeert als bemiddelaar tussen de vliegeniers en hun aanhang en de gewone wereld. Daar de stuntvliegers en hun aanhang toch wat vreemd blijven voor de lezer, wat onwerkelijk en zeker niet zo tragisch zijn als de onderdrukte negers uit zoveel ander werk, blijven de pogingen van de reporter steken in goedbedoelde Don Quichotterie. Daardoor is dit verhaal een interessante variant van Faulkner's bemiddelaarsobsessie, maar meer dan een curieuze poging om hetzelfde probleem nu eens van een heel andere kant te benaderen is het toch niet. Misschien had hij zelf het schrijven aan dit boek nodig om zich los te maken van de frustratie en obsessie die hij in Absalom, Absalom had opgeroepen. Dit werk is zijn meest getourmenteerde roman. Het is de gebalde vuist in het oeuvre van Faulkner. Je zou kunnen beweren dat Absalom, Absalom de kracht van The Sound and the Fury en Light in August combineert omdat hierin zowel het probleem van Quentin Compson als van Joe Christmas aan de orde wordt gesteld. Thomes Sutpen heeft drie kinderen, Henry, Judith en de bij een andere vrouw verwekte Charles. Charles is verwekt bij een vrouw met negerbloed. Hij is, evenals Joe Christmas, een ‘witte neger’. De beide andere kinderen weten niet dat
hij hun half-broer is. Zodoende is het mogelijk dat het bijna tot een huwelijk komt met Judith. Maar voordat het zover is vermoordt Henry Charles en dat terwijl Charles toch een heel goede vriend van hem was. Henry vermoordt Charles niet omdat hij de incest niet kan accepteren die een gevolg zou zijn van het huwelijk tussen Charles en Judith (hij ontdekt op een bepaald moment dat Charles een halfbroer is) maar omdat hij niet kan accepteren dat zijn zuster met een neger trouwt. Zo is het broer-zus motief uit The Sound and the Fury gecombineerd met het ‘witte neger’ motief uit Light in August terwijl bovendien door dit alles ook het andere bij Faulkner zo belangrijke motief, het tot een crisis worden van de ontdekking dat men bezig is volwassen te worden, heen speelt. Absalom, Absalom is daarbij Faulkners enige roman waarin hij het volwassen worden (of liever: niet volwassen kunnen of willen worden) van een vrouw heeft behandeld. Absalom, Absalom is zijn zwartste boek, (er is geen lichter contrapunt als in Light in August), en het is zijn meest onbegrijpelijke werk. Als je na zorgvuldig en herhaaldelijk lezen van dit boek alles hebt begrepen, ben je er kapot van. En daarom is het maar goed dat het zo lang duurt voordat je het allemaal begrijpt, je hebt veel tijd om aan een en ander te wennen.
In zeker opzicht is na Absalom, Absalom niets meer mogelijk. Het bevat alle thema's van Faulkner in een volledig uitgewerkte vorm. Na zo'n boek is slechts herhaling of het inslaan van nieuwe wegen denkbaar. Zowel het een als het ander vinden we dan ook. In The Unvanquished doet Faulkner weer een stap terug; hij begint waar hij in Flags in the Dust is opgehouden. Hij verhaalt over de burgeroorlog en over Bayard Sartoris die stap voor stap volwassen wordt. Een eerste aanzet van de behandeling van de verhouding tussen de familie Snopes en de familie Sartoris is aanwezig, hij zal het uitwerken in de Snopes-trilogie. Nieuw is evenwel in dit boek dat hij de verhouding negersblanken van onderop beziet, namelijk via de verhouding van negerkinderen met blanke kinderen. Ringo, de negerjongen, en Bayard, de blanke jongen, groeien aanvankelijk met elkaar op zonder dat het er iets toe doet dat ze van een verschillend ras zijn. Pas gaandeweg wordt het verschil belangrijker. Maar echt uitgewerkt is het thema hier niet, dat zou pas in Go Down, Moses gebeuren.
In The Wild Palms slaat Faulkner dan die nieuwe wegen in. Het verhaal over de tragische liefde tussen Henry en Charlotte is óók bedoeld als persiflage op A Farewell to Arms van Hemingway en bevat noch een verdere uitwerking van het thema volwassen worden, noch van het ‘middelaarsthema’ evenmin als het contrapuntische verhaal Old Man dat het titelverhaal steeds afwisselt.
Maar in Go Down, Moses lukt het Faulkner toch om zijn oude thema's nieuw leven in te blazen. Was in The Sound and the Fury sprake van een vanzelfsprekende intimiteit tussen broer en zuster, nu is er sprake van vanzelfsprekende intimiteit tussen twee jongens van ver- | |
| |
schillend ras die samen opgroeien. Faulkner heeft in Go Down, Moses onder andere de verwijdering tussen blanke jongen en negerjongen beschreven. Hij laat zien hoezeer het onvermijdelijke verdriet over die verwijdering en de elementen van verraad die deze verwijdering ook bevatten tot gevolg hebben dat Ike McCaslin, de blanke jongen die zich afwendt van de negerjongen waarmee hij zelfs als kind samen sliep, later slechts hard tegen negers kan optreden.
Ook in Intruder in the Dust heeft Faulkner die intimiteit van jongens van verschillend ras beschreven, nu in combinatie met de bemiddelaarsproblematiek. Doordat Charles Mallison, een kind, nog vrij is van vooroordelen ten opzichte van negers kan hij zich inzetten voor de bevrijding van de ten onrechte voor moord aangeklaagde neger Lucas Beauchamp maar daarmee isoleert hij zich van de blanken die tegelijkertijd de volwassenen zijn. Intruder in the Dust bevat alle elementen van een echte Faulkner-roman, het ‘on this day I became a man’, de tragiek van de bemiddelaar, het rassenprobleem dat deze tragiek eerst ten volle doet uitkomen. Toch is het werk niet vergelijkbaar met de vier grote romans, ik denk omdat het verhaal te gekunsteld is: er blijft geen nabeeld van het geheel bestaan waarin je kunt geloven maar wel blijven prachtige beelden achter van kleine gedeelten uit de roman, echte, onuitwisbare nabeelden.
| |
Volwassen romanschrijver
Bij Faulkner is volwassen worden vaak niet veel anders dan verstard raken, al te aangepast raken waardoor het gevoelige van de jeugd verdwijnt. Het lijkt wel alsof Faulkner als schrijver zelf ook op die manier volwassen is geworden want zijn werk, vooral zijn werk van na de Nobelprijs, is conventioneler, aangepaster. De problematiek blijft wel maar wordt in een veel abstracter vorm gebracht. In de roman A Fable heeft hij geprobeerd om op grootse wijze nogmaals de middelaars-problematiek uit te werken, nu dichter dan ooit aansluitend bij het lijdensverhaal uit het Evangelie. Waarom hij zich zo direct heeft laten inspireren door die ‘Fairy-tale that conquered the Western world’ zoals hij in The Wild Palms het evangelie noemde, is mij een raadsel want hoe grandioos van opzet dit boek ook is, het heeft toch niets menselijks meer, het is eerder een soort Griekse tragedie dan een roman.
In A Fable verhaalt Faulkner over een korporaal die zijn soldaten ertoe weet over te halen een bevel tot aanval niet uit te voeren, dit alles tijdens de oorlog 1914-1918 in Frankrijk. De korporaal en twaalf van zijn het nauwst bij hem betrokken manschappen worden ter dood veroordeeld. Uiteindelijk wordt alleen de korporaal met twee misdadigers op een vrijdag gedood, hoewel het de bedoeling was een heel regiment weigeraars te doden. Aan de dood van de korporaal is nog een maaltijd met zijn twaalf volgelingen voorafgegaan. In de roman spelen tevens een Martha en een Maria alsmede een hoer een belangrijke rol. Er is een Judas-figuur en een Petrus-figuur. De korporaal wordt uiteindelijk opgeofferd door een generaal die zijn vader blijkt te zijn.
Het is begrijpelijk dat Faulkner heeft geprobeerd dit moderne passieverhaal te schrijven, het past goed in zijn oeuvre waarin al zo vaak een middelaar die opgeofferd werd, optrad. Maar waar dat offer van de middelaar in Light in August en Absalom, Absalom waarachtig is, omdat het geënt is op een bestaande en aan Faulkner bekende werkelijkheid, daar is het hier, voor mij tenminste, ongeloofwaardig.
In de Snopes-trilogie behandelt Faulkner niet het hem zo vertrouwde thema van het volwassen worden van een jongen maar een boeiende variant ervan: het volwassen worden van een hele gemeenschap. De opkomst van de familie Snopes, eerst in een dorp (The Hamlet), later in een stad (The Town) en het vervolg ervan (The Mansion) is als het volwassen worden van een kind. Ook de gemeenschap wordt harder, aangepaster als Ike McCaslin uit Go Down, Moses.
In deze trilogie ontbreekt de middelaar niet die tegelijkertijd de spil van het verhaal is en de geschiedenis structureert: die middelaar is Flem Snopes. Maar deze tussenpersoon is tragisch noch groots, hij is een van enige scrupule gespeend mens die zich omhoogwerkt. Hij staat tussen de inwoners van het dorp en de stad en zijn eigen familieleden in. Hij gebruikt allen ten eigen bate en het lukt hem ook omdat hij nooit partij kiest. Maar zijn familieleden laten hem nimmer vallen, ze blijven hem trouw hoewel hij hen misbruikt. Toch wordt dat misbruik hem noodlottig omdat één familielid wraak zweert en slechts toeleeft naar het ogenblik waarop hij Flem kan doden. Het is vooral dit familielid, min of meer een idioot, Mink Snopes, die
| |
| |
Toegangspoort
de trilogie bezieling verleent. In The Town horen we heel weinig over Mink; wellicht is The Town daarom Faulkners minst bezielde werk; in The Mansion is hij één van de hoofdpersonen en zijn tragische gestalte maakt die roman tot een ontroerend deel van deze trilogie. Ook in The Hamlet zijn de delen die met hem in verband staan het meest bezield; het verhaal over zijn liefde voor de koe is tragikomisch.
In zijn laatste roman, The Reivers, keert Faulkner terug naar Flags in the Dust en sluit hij tevens aan bij Go Down, Moses en Intruder in the Dust. Ook in deze roman is een kind dat nog onbevoordeeld staat tegenover het rassenprobleem, de middelaar tussen negers (in deze roman vooral de schelm Ned die een automobiel steelt en deze ruilt voor een bijzonder paard) en blanken. Maar dit kind is tevens middelaar tussen beschaafde mensen en hoeren en tegelijkertijd maakt deze positie hem langzaam rijp voor het volwassen worden. De gehele roman is een herinnering. Faulkner heeft dat al met de eerste twee woorden van het werk willen benadrukken met ‘Grootvader zei’, waarna het verhaal komt. Die twee woorden maken het gehele, bijna sprookjesachtige verhaal tot een herinnering op de voorhand. Faulkner bezweert in dit werk de chaos zoals hij dat in Intruder in the Dust had gedaan: de figuur die tussenpersoon is vertelt in de ik-vorm het verhaal.
Helaas ben ik nu nog niet verder gekomen dan een behandeling van het hoe en waar de tussenpersoon bij Faulkner voorkomt. Fijnzinniger en subtieler vertakkingen van de problematiek leveren de tussen alle partijen en tegelijk los van die partijen levende Indianen. Een figuur als Sam Fathers in Go Down, Moses, een Indiaan met negerbloed en toch eruitziend als een blanke, is als het ware al een stadium verder, een beeld van een mens waarbij de problematiek van de tussenpersoon wordt opgeheven via een volkomen buitenstaanderschap. Indianen zijn bij Faulkner vaak van zulke figuren maar het zijn meestal ook figuren zonder toekomst.
Zo zorgt concentratie op het in het werk van Faulkner voorkomende thema van de tussenpersoon, de middelaar, voor een boeiend perspectief om van daaruit zijn romans en verhalen te bestuderen. Vooral het rassenprobleem leverde hem daarbij de stof voor een aangrijpende behandeling van het thema, maar, zou men kunnen zeggen, dit beperkt de betekenis van zijn beeld hiervan ook tot die situaties waarin mensen van verschillende herkomst met elkaar moeten samenleven. Daar echter, als gevolg van de migratie van zoveel mensen heden ten dage over de aardbol, in de toekomst steeds meer mensen geconfronteerd zullen worden met andere rassen in hun onmiddellijke omgeving, is Faulkners werk geenszins zo beperkt als op het eerste gezicht zou kunnen lijken. Bovendien is het tussenpersoon zijn wel heel goed te behandelen via het symbool van de ‘witte neger’ maar stellig niet iets dat alleen optreedt in een milieu waarin twee rassen moeten samenleven. Ook Vestdijk en Conrad hebben het ‘tussenpersoon’ zijn in hun werk behandeld; ook Ljeskow en Bernanos hebben erover geschreven. Het verschil tussen hen en Faulkner is vooral dat hij het tragische, onontkoombare van het tussenpersoon zijn zo klemmend heeft behandeld omdat in zijn Yoknapatawpha County blanken en negers nu eenmaal moeten samenleven met elkaar zonder dat ze elkaar volledig kunnen accepteren.
|
|