Hollands Maandblad. Jaargang 1977 (350-361)(1977)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Negen gedichten Herman Termaaten de vertelling aan de rand met het leven tot dan toe, - aan grachten, afgronden en bij uitzondering de kraterrand. romantiek van de scheidslijn, een lijn in het verzet, alsook de rust die naamloos groeit en ons tijdelijk opheft. zoals bij zeldzame overgang van de ene stap naar de andere ten tijde van kindzijn zoals nu. in het gezicht zijn de vorm- veranderingen reeds te zien. grote stille waterdieren stijgen langzaam naar de oppervlakte. dat de nu ontwakende weerloosheid zo voorzichtig en teer mag blijven het hele gezicht een leven door. [pagina 27] [p. 27] zo wordt zijn huiver en vreugde geleid, zo wacht hem de eenzaamheid in de val van het haar, in de korte nog gespannen ronding van de muis van de hand, waarin fijne lijnen kiezelgladde stukjes huid doorkruisen. de tijdsomschrijving deelt mij op langs aangedikte lijnen in vormen van geluid koestering en woede. de som der delen en wie daarover dan al schrijvende gevallen is. tot meerdere glorie van het onontwarbaar zijn. notitie van het moment waarmee een deel van licht de muur treft en ik dit zie omdat ik opkeek zonder te weten waarom. [pagina 28] [p. 28] een stil gelijk wacht mij op in het lege huis. blij loop ik de trap op en verlang alles nu te zien. de kamers, de meubels het licht en de geur en mijn eigen blik uit het raam naar de huizen aan de overkant. de sneeuw maakt dit alles enkelvoudig. brede lijnen geven nu onderscheid in verdeling. zoals de wereld wordt gedacht en aangegeven. alsof het onontkoombaar goed is zo te doen en er mee door te gaan. [pagina 29] [p. 29] het schrapstelsel van de wind betrekt gedeeltelijk nu meer de bewegingen van mensen dan voorheen. nog niet dat belemmering machteloosheid in al haar ontvankelijkheid doet ontstaan. slechts irritatie en moeizaam verder blijven gaan over de zo zelf gebaande wegen. ik hoor vogels en onverschilligheid ik hoor de tijd in deze dag zich driemaal omdraaien zacht lachend. ik zie de gelatenheid onder de nieuwe uitloop van planten, de eigenzinnigheid van vastgestelde vrijwaringsreizen naar getto's van comfort, ontspanning en contact. ik voel de logge koude van de zorgelijkheid, de inrichting van de brokkelende norm voor gevoelens van veiligheid en gelijk. waarna dan de warmte vanzelf schijnt te moeten komen. Vorige Volgende