De concrete eisen van Nieuw Links
Lammers treedt niet in beschouwingen over de doeleinden, die verborgen werden gehouden achter wat gepubliceerd werd. Interessant echter is hoe kritisch hij staat tegenover de geestesgesteldheid in de Partij van de Arbeid en in de politieke verhoudingen in het algemeen, een geestesgesteldheid, die het resultaat is van een ontwikkeling, waartoe de beweging, waarvan hij een der voornaamste leiders was, zoveel heeft bijgedragen. Die ontwikkeling is van belang, niet het program van concrete eisen van Nieuw Links.
Over de eis bijvoorbeeld, dat Nederland een republiek zou worden als het koningschap van Juliana een eind neemt, een punt, dat, als het ernstig was genomen, in het middelpunt van de belangstelling zou hebben gestaan, is het stilzwijgen gevallen. Loonbeheersing, ook allerminst een geringe zaak, was, zoals Lammers bevestigt, een wens van Van den Doel, waarvoor Lammers niet voelde, wat hem niet belette er zijn naam onder te zetten.
Ook de opvallende eis, dat het successierecht boven de f 100.000 op 99% zou worden gebracht, heeft geen andere rol gespeeld dan op het papier van Tien over Rood. Zo is er meer.
Lammers noemt als één van de punten, die tenslotte zouden zijn verwezenlijkt, de eis van een minimumprogram vóór de verkiezingen. Nieuw Links formuleerde dat aldus: daarvan zou niet mogen worden afgeweken, dus daarover kon ook na de verkiezingen niet meer worden onderhandeld. In wezen heeft de PvdA dit standpunt, dat men aanvankelijk overnam ten opzichte van ‘Keerpunt 72’, in 1973 moeten prijsgeven. Men heeft onder leiding van Burger langdurig onderhandeld, al mocht het die naam niet hebben. Wat niet mocht worden aangetast, heeft men aangepast. En ditmaal heeft men bij het onlangs door mij besproken regeerakkoord, uitdrukkelijk vastgesteld, dat het voor bespreking vatbaar zal zijn.
Het eerste punt op het program van Tien over Rood luidde: ‘De PvdA neemt slechts deel aan de regering als vast staat, dat de ontwikkelingshulp in 1970 twee procent bedraagt’. Men neemt sinds jaren deel aan de regering en wil dat opnieuw doen, terwijl zelfs voor 1978 dit percentage niet wordt geëist.
De wens zelf was niet nieuw. Hij was reeds door Den Uyl bepleit, die daarbij echter stelde dat men dan ook bij binnenlandse eisen beperking moest betrachten. Tot dit laatste is men allerminst geneigd geweest. De formulering echter in Tien over Rood wordt duidelijk nu we van Van den Doel weten, dat het doel van Nieuw Links was niet in de regering te komen, voordat ‘de oude garde’ was weggewerkt. Vandaar een eis, waarvan men niet verwachtte dat hij zou worden ingewilligd en die men niet meer stelde toen men mee ging regeren.
Een overzicht van het geheel der eisen is niet indrukwekkend. Naast de spectaculaire missers ging het om punten zonder wezenlijke betekenis omdat men verlangde wat al bestond of wat reeds tot het beleid van de PvdA behoorde.