Een kunstwerk in de maak
Jacob Hillenius
Mijn verlangen naar harmonie is groot. Een enkele keer beleef ik het bij confrontatie met natuur. De romantische opvatting. Stromend water, zonlicht door gebladerte, mensen en dieren opgenomen in het licht. Mijn kunstwerk zal een landschap zijn, geschilderd en opgebouwd uit onderdelen.
Twee kunstenaars die voor mij een harmonisch beeld produceren zijn Rousseau le Douanier en Mondriaan, gelukkige momenten waar je ze ontmoet.
Notities tijdens reizen gemaakt laten mijn verlangen duidelijker zien. Het komt vaak op hetzelfde neer, alleen zijn, als in een droom, een voortgang van indrukken, een willoos drijven.
‘Op bezoek bij Geert in Frankrijk. Een dal met hoog gras, waarin ik, liggend, onzichtbaar voor de anderen. Warmte, geur. Ik bleef liggen, loste op, kwam tot stilstand. Na lange tijd door insekten verdreven. Een deel van de vakantie vol rode bulten rondgelopen.’
‘Zonsopgang, bomen, ruimte. De rivier dichtbij. Wilde begroeiing, vogels, insekten. Ik zit op een steen, alleen. Er is wat wind, mijn haren bewegen.’
Het begin was eenvoudig. Licht-rechtlijnig. Staat de zon links, een boom vangt licht op de linkerkant, dan zal rechts van de boom schaduw zijn. Er ontstond twijfel bij het kijken naar die boom. De vorm van de bladeren is ontstaan door langdurige aanpassing aan omstandigheden. Ik denk dat wij het oorspronkelijk groeiritme herkennen, maar wij zijn zelf zo versleten dat we niet meer kunnen zien dat de vorm, maat, beweging niet meer samenvalt met de beschikbare hoeveelheid ruimte, licht, vocht.
De belangrijkste vondst was water. Hoeveel de natuur is aangetast door menselijke activiteit, het oppervlak van water is onveranderd gebleven. De herkenning is snel, ook al is het een gecompliceerd ritme van golfjes. Je moet soms uren kijken voordat je weet waardoor je ziet dat het water is. Het kan niet anders of de geweldige hoeveelheid informatie die het oog doorgeeft aan het visuele geheugen wordt teruggebracht tot een schema.
Ik weet nu dat ik de waterbewegingen in een plat vlak zal hanteren, nodig door de combinatie met groeiritmes, die bewegen in de ruimte.
Elk onderdeel van het schilderij is op deze manier benaderd. Welke informatie geeft het oog door aan het visuele geheugen en wat is de invloed van het geheugen op het zien.
Bij het fietsen dagelijks naar mijn atelier. Ik merkte dat het landschap als totaliteit weer invloed op me had. Donkere boomgroepen die geheimzinnigheid van leven vertegenwoordigen. Weerspiegeling, de symmetrie die schijn is. De meervoudige zichtbaarheid van dingen. Het is alles in tegenspraak met mijn ideeën over ritme, over kijken, over de samenstelling van zien.
Ik kijk naar een koe. Ik zie een koe. Is het mijn herinneringsbeeld van een koe, met een eventuele correctie, omdat de echte koe een pootje naar voren zet?
Ik zocht naar een natuurlijk groeiritme in een eeuwenlange aanpassing en tekende oerwoudvegetatie in Guatemala. Het samengaan van bladvorm en licht, het verglijden van licht en het groeiritme dat daarbij past. De belangrijkste ervaring in mijn leven. Ik denk daar een totale harmonie te hebben gezien en gehoord. Na een regenbui het langdurig vallen van druppels van blad op blad, de maat van het geluid.
Via deze ingewikkelde belemmeringen naar de kleur. De kleur van een landschap, de kleur van water.
Mijn vriend Rudie Koegler en ikzelf schilderden iedere week, een jaar lang, dezelfde plek, hetzelfde water. Kleine snelle schilderijen, alleen de kleur, niet de beweging, niet de golven. Dat gaf een aardige ontdekking. Alleen de kleur is niet voldoende om water te herkennen. Pas bij toevoeging van het golfritme kon je zien dat het water was.
Dit onderzoek een langdurig proces. Vanaf 1970 elk jaar een onderdeel geprobeerd en nu, de laatste fase, de compositie.
Het te maken schilderij moet ruimtelijk zijn, een bevolkt landschap. Mijn pogingen om tot een compositie te komen gingen steeds via herinnering, vaak met toepassing van perspektivische trucs. Hier werd de twijfel te groot en onderzocht ik eerst de invloed van het geheugen op het zien.