ders en vrouwen. Nu in neurotici, psychopaten, schizofrenen, etc.
Nóóit, als je iemand die theologie studeert, belangstellend vraagt of hij in God gelooft, slaagt diegene erin gewoon ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen. Ik zou me niet generen hierop te antwoorden.
Ik kreeg een ansicht uit Italië: Christus met een smartelijk gezicht aan het kruis. Als je Hem van opzij beziet, geeft hij je een knipoogje.
De mens kan het van vliegen, vlooien, luizen, kakkerlakken, kevers, motten, wantsen, mieren, termieten, wormen, wespen, spinnen, teken, krekels en sprinkhanen nóóit winnen, in de strijd om de aarde.
Wat ben ik blij met de bijsmaken van 't geestelijk contact.
Bezoek - En een knisperende schaamhaar op het koekje bij de thee.
De bekoring van een onzuivere vriendschap.
De zware ernst waarmee men liefheeft.
Mijn tragiek, of is het een klucht: ik hou er zo van een vrouw buiten gehoorafstand te kunnen ruiken.
Cultureel geïnteresseerde vrouwen! Indiscreet aan alles proevend. Intussen niet hun belangen uit het oog verliezend, een kunstenaar bewonderd om zijn clichés. ‘Na de roze en blauwe periode is Picasso eigenlijk niks aan’.
Al 20 jaar lang is het (mij al te) bekende: ‘Hé Wout!... Wat doe jij eigenlijk?’ met dat insinuerende ‘eigenlijk’, een lastige vraag. Iedereen verwachtte dat je na je puberteit ‘klaar’ was. Verdere veranderingen (verbeteringen?) moest ik rechtvaardigen als symptoom van verlate puberteit, of als het inhalen van een achterstand. Enfin, ik ben nu 40, wat staat me nog aan verrassingen te wachten? Ik leef in ongespannen verwachting, soms verbaasd van zoveel moois, dat ik zomaar krijg, en wil niets bewijzen, me niet voor geluk inzetten, me niet tegen pijn te weer stellen. Als ik teveel doe, dan loert herhaling met een grijnsje, klaar voor een sprong. Als er maar geen patroon in mijn leven zit.
Ik wil natuurlijk óók wel gerechtigheid, maar je wordt zo gauw de klusjesman voor een zaak. Ik kan toch niets nieuws geven als ik mezelf niet ontwikkel? Of berust mijn gebrek aan linkse activiteiten op lafheid? Het lijkt of je iets spectaculairs moet doen om je te bewijzen. Mijn bedrijvigheid bestaat uit het lui laten rijpen van ongrijpbare gedachten (als die er zijn) en het op voet van vertrouwelijkheid en vriendschappelijkheid met mezelf komen te staan. (Ja, en om in leven te blijven, eet ik tot sprinkhanen toe. Het liefst geroosterd.)
Ik zou willen ontmoeten iemand met een combinatie van gevoel voor humor, onschuld, speelsheid en verfijning. Vaak ontmoet je slechte smaak, slechte motieven, slechte keuze, slechte opname, slechte vertering. Ben ik mijn eigen beste gezelschap bij gebrek aan beter? Ik ben niet van plan me sympathiek te vinden. Maar tóch heb ik een paar goede eigenschappen.
Ik begrijp anderen, invoelen en afstandelijkheid vloeien samen. En er is niet voor niets ooit een discussie gaande geweest over of ik al of geen heer ben. In een krant stond o.a. dit (echt niet van mezelf): ‘Dhr. Van der Pol meent echter niet in zee te moeten gaan met de particulier dhr. W. Noordewier daar dhr. Noordewier wel eens geen heer kon wezen. Dhr. W. Noordewier kennende kan ik dhr. Van der Pol verzekeren, dat dhr. W. Noordewier een Heer is met een grote H. Een mens, zoals men er zelden een ontmoet. Dhr. Noordewier verleent hulp waar hij kan, en belangeloos!’.
Soms heb ik een verschrikkelijk humeur. Maar dat komt omdat ik me irriteer aan wat ik overbodig vind. Op mijn 15e keek ik bij een boekenstalletje naar een arbeider die een m.i. waardeloos boek had uitgezocht. Hij keek me pal terug aan. Mijn neusgaten verwijdden zich in een onwillekeurig misprijzen. En nóg gaat mijn blik zó langs iemands huiskamerboekerij, bv. wanneer ik als babysit met afschuw staar naar het meubilair, de foto's, de boekentitels, die je een levenswijze toeschreeuwen.
Wordt me de echo van iemands diepere innerlijk geweigerd, dan voel ik me een zoekende die tegen een muur krabt. Die ander blijft zo in me werken dat ik een broedse kip ben die de slaap niet kan vatten. En met mijn goed geheugen en gevoel voor tegenstrijdigheden leg ik verbanden. Nu wordt, i.p.v. aan dat geheugen, mijn weten van details aan een vèrregaande sympathie toegeschreven. Eigenlijk heeft àlles m'n belangstelling, valse bescheidenheid, valse verontwaardiging, bestudeerde onverschilligheid, opgepept optimisme, geforceerde belangstelling, opgelegde spontaniteit, gesuggereerde warmte, het interesseert me