Hollands Maandblad. Jaargang 1976 (338-349)(1976)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Jan Blokker Jr De Bedevaart Besproken plaatsen en toch niet ongestoord. Het landschap wordt al lieflijker wanneer er weer een stad voorbij is: rivieren verdorren in evenzovele tunnels en overal verspreid liggen tempels en theaters; een kraai bouwt zijn nest in een vogelverschrikker; de zon schijnt, en als een Griekse worstelaar voel je je met olie ingewreven. De zeden van het land, maar niemand die er mijn voeten wil wassen. Onbegrijpelijke taxi's voeren ons door de stad, langs grootse straten en veel te weidse pleinen naar het centrum. Geen bedevaart, meer iets als een afrekening; gras blijkt toch sterker dan de technische stenen. Toeristen eten, toeristen kopen bloemen bij een meisje met zwavelstokken; toeristen in druipende regenjassen en soppende sandalen. En verval krijgt steeds weer meer gezichten. [pagina 45] [p. 45] Het roemrijke verleden: drie in het stof gebogen pilaren - alleen de overwinning wist haar hoofd omhoog te houden. Ach, scheen de zon iets minder fel, dan leken de contrasten minder schril. De schatkamer van koning Archaios. Deze stad is niet echt antiek, het ware verleden ligt in de kapellen, die meer op brandmelders lijken, in de voorwereldlijke bootjes waarin men vaart langs de baaien van het eiland. Overal liggen de benevelde eilanden als pompoenen in de zee. (Hier verging de trotse schuit Odysseus, lang geleden met man en muis.) Wie heeft ooit gehoord van de maan over een schuimende zee? En meeuwen bestaan echt. Een schier oneindige reis, bij kalme zee, dat wel. Maar de schipper is al bang voor water. Vorige Volgende