herstellen een goed geneesmiddel. Juist de oude, individualistische manier van bouwen heeft geleid tot een chaotisch - zij het na studie duidelijk organisch - geheel, waar ieder individu de kans krijgt zijn eigen web van relaties op te zetten.
Maar veel restauratie is een puriteinse activiteit, een verstrakkende ordening in plaats van een organische koestering. Een nieuw huis is niets, hooguit een kiem voor verder leven, dat dan wel de kans moet krijgen. Een huis dat eeuwen heeft geleefd, dat uitgegroeid is en doorbroken, verweerd, hersteld, opgelapt, dat wordt langzamerhand een huis dat iets van een natuurlijke chaos gaat vertonen, voor levende bewoners - ouders met kinderen - het mooiste wat er is. Wanneer zo'n huis gerestaureerd wordt in de absolute zin, brengt men het terug tot een staat van nieuw, hooguit een kiem. Vaak zijn er nog strenge regels dat men aan zo'n gerestaureerd huis niets mag veranderen. Het moet blijven tot in lengte van dagen zoals het ooit ontworpen is: een dode kiem. Nieuwbouw en restauratie samen maken - als ze op deze puriteinse, zintuigloze manier doorgaan - de steden tot dode opbergplaatsen. De behoefte aan chaos zal, wanneer er niet aan voldaan wordt, zich steeds meer uiten in agressie en vandalisme, dat is een ondoordachte manier om alsnog chaos te maken.
N.a.v. Bronowski
The Ascent of Man, zijn slechte hoofdstuk over het ontstaan van agricultuur. Hij zegt dat na de ijstijden in de tevoren kale gebieden iets nieuws kon gebeuren. Maar landbouw ontstond niet in het door de gletschers verlaten Europa of Noord-Azië, maar in gebieden die al die tijd waarschijnlijk een normale flora bezaten, nl. in Klein-Azië. Toch is er misschien wel een verbinding met de ijstijden. Volgens Bronowski (ik weet niet of hij het zelf bedacht) begon landbouw met het ontdekken van een in de natuur ontstane ingewikkelde, polyploide bastaard van grassen. Het moet een zeldzame bastaard geweest zijn, want iets dergelijks is later niet meer gevonden. Er zijn meer bastaarderingsgevallen bekend, speciaal in Europa, ná de ijstijden, ontstaan doordat na het terugtrekken van de gletschers geïsoleerd geraakte en daardoor apart geworden onderafdelingen van een soort weer bij elkaar konden komen en - meestal - slecht vruchtbaar bastaardeerden. De bastaarderingen die leidden tot tarwe zouden op een dergelijke manier ontstaan kunnen zijn. Normaal zouden ze w.s. al lang verdwenen zijn als de mens ze niet ontdekt had als goed voedsel. Door het simpelweg uitvoeren van
de meest algemene magie (denk aan het laatste restje water plengen om regen op te roepen), nl. door wat van die kostbare korrels in de grond te stoppen zou door ironie van de graangoden het principe van zaaien ontdekt kunnen zijn.
In het wat tegenvallende boek van Presser over de 80-jarige oorlog las ik een zin over de afloop van een onweer; nog wat nalichten aan de horizon. Om een of andere reden was ik opeens direct verbonden met een klein weggetje in Groet, voorbij Chris zijn huis, in de duinen. Ik weet niet wat ik er verder over schrijven moet, ik was er zo dicht bij, de geuren, het jong zijn van ons allemaal. Zo'n zwaar gevoel van ouderworden.
Iemand ontmoeten - het liefst een vrouw, maar het is niet absoluut nodig - en aarzelend in gesprek rakend merken dat je dezelfde voorkeuren hebt, muziek, boeken, planten of dieren. De stroomversnelling van spreken, direct vriendschap voelen, verwantschap. Zo was het toen ik Renate voor de eerste keer ontmoette, midden in een wel aardig maar direct in de steek te laten gezelschap. Ons gesprek moet de anderen shoptalk geleken hebben, buitensluitend, de vrouw des huizes was geïrriteerd, jaloers.
Dat gevoel telkens als ik een nieuw boek in handen krijg van Connolly (en van Edmund Wilson, indertijd van Du Perron, Boissard, de essays van Forster).
Misschien het laatste - tenzij men na zijn dood nog eens gaat rondsnuffelen in de honderden artikelen die hij niet bundelde - is The Evening Colonnade en vanaf de eerste regels die ik las was ik weer ondergedompeld in het plezier om boeken, om reizen, om de vreemde personages die schrijvers zijn.
Connolly heeft een groot talent voor bewondering, wat zo'n veel scherper oog heeft - tegen de populaire verwachting daarover in - dan afgunst, rancune. De beste orchideeënkenner is iemand die van orchi-