nog krijgen ze met behulp van de trucjes weinig of geen troost. De voldoening die kinderen door tekentrucjes kunnen hebben is een andere dan die ze kunnen hebben door tekenen, schilderen, scheuren, plakken, stempelen (o.a. met aardappelstempel), werken met zand en klei en vul maar in. Het is een volwaardig bezig zijn als het kind met voor hem bruikbaar materiaal zegt wat het te zeggen heeft. De armzalige voldoening met behulp van trucjes is niet veel meer dan ‘ik heb jullie mooi te pakken gehad’.
Moralisten denken: Dit is toch wel triest, dit is zelfs luguber. De dichter denkt: God heeft hen op de weg alleen gelaten. Hij is er dan heel dicht bij voor mij.
Hier merk ik op dat het kind van de leraar handenarbeid en uiteraard het kunstenaarskind weinig risico lopen door tekentrucs, ze zijn van huis uit ‘stemgerechtigd’: Hun werkelijke mededelingen worden in ernst beluisterd en bekeken.
Het gewone kind dat doorgaans begaafd is in de latente periode, komt soms tot prestaties die verwachtingen wekken bij mensen, die ondanks alles, in het wonderkind geloven. Het wonderkind is er en het komt uit het gewone kind, maar uit welk? Geleerden weten dat van de oorspronkelijke begaafdheid meestal niet veel overblijft en ook dat de oorzaken van de hier bedoelde verdwijningen veelvormig zijn.
Het is in opzichten dan ook buiten ons bereik om de oertalenten van miljoenen jaren her te beschermen waar ze hier, een korte reis, zouden kunnen bloeien. Juist waar het nu gaat om de weerloosheid van mensen in hun hoop op werkelijke ontwikkeling, lijkt het mij onjuist om aanslagen op de werkelijke ontwikkeling van hun kinderen met behulp van de televisie of iets anders te propageren.
Wij moeten niet uit het oog verliezen dat ‘kunstjes voor kinderen’ niet veel anders dan kunstjes met kinderen zijn.
In de krankzinnigenverpleging en in de verpleging van het gehandicapte kind, streven mensen ernaar om te helpen met vrije expressie. De mogelijkheid tot vrije expressie van de patiënten is soms zo gering dat de leider zijn toevlucht neemt tot een boek met blanco pagina's waarop idiote kinderen alleen al door simpel krassen een plaatje zien verschijnen. Geleerden kunnen ons uitleggen waarom dit resultaat ‘toch’ belangrijk is. Indien zakenmensen boekjes fabriceren die in een bepaalde therapie bruikbaar zijn, is hun produkt wel degelijk functioneel. Dit is dan ook in volkomen tegenstelling tot de uitgaven die ik ‘Vroegtijdige-talent-verdelgers’ noem.
De fabrikanten zullen mij terecht tegenwerpen: U zegt zelf dat veel talent na de latente periode vergaat. Volkomen juist, maar soms vergaat het niet en dan rijst de vraag: Wat hebben wij gedaan en waarvoor?
Een aardig contrast met de reclame ‘talentverdelgers’ is de Ster-reclame van een firma die tekenmaterialen maakt. Op het filmpje van die firma rent een van tekenen bezeten ventje een museum binnen, kliedert in hoog tempo een schilderij na en plakt zijn produkt naast het kunstwerk aan de muur. Een suppoost snelt toe, wil het ventje met zijn moois uit het museum verwijderen, maar staat dan als aan de grond genageld. De brave man begrijpt dat hij met een groot talent te maken heeft. Dat dit talent plotseling duidelijk werd door het goede tekenmateriaal van de jongen, mag hier de pret niet drukken. Uiteraard is dit filmpje, doelbewust gemaakt, een klucht en juist daardoor geslaagd. Een loslopend kind met een vel papier en voortreffelijk tekenmateriaal onder zijn arm dringt niet door tot een museumzaal. De suppoost die op slag een talent onderkende is ook niet zo erg gewoon. Dat het kind in kwestie zo nodig een oude meester moest copiëren is zelfs onwaarschijnlijk.
Het dromenrijk van kinderen is zo groot dat ze meestal geen tijd hebben om naar ‘Oude meesters’ te kijken. Soms heeft een kind de neiging om onbeduidende gedrukte plaatjes na te tekenen. Dan was de voorstelling of een deel van de voorstelling (door allerlei en veelvormige oorzaken) opneembaar in zijn dromenrijk en moest het er bij, moest hij het opnieuw zeggen.
Voor kunstenaars en andere scherpzinnige waarnemers, is het resultaat van het kind dikwijls poëtischer en dus al belangrijker dan het prentje dat de kleine dromer aan het werk zette. Het hoe en waarom is moeilijk verklaarbaar voor mensen die het niet hadden gezien. Misschien kan ik het nog zo toelichten dat kindertekeningen, door onmacht van de kleine daders, soms heel dicht zijn bij het onaanraakbare, dit vermogen van grote kunstenaars.
Merkwaardigerwijze vindt het kind zijn werkstuk meestal niet belangrijk. Het geeft dit weg aan oom of tante of gooit het in de vuilnisbak. Zoiets is vrij algemeen. Uitzonderingen zijn mij bekend.
De verdienste van het filmpje over tekenmaterialen is dat het gaat over bezig zijn. Als geheel is het tevens een komische persiflage op de vraag: ‘Heeft zij dit getekend?’