Hollands Maandblad. Jaargang 1975 (326-337)
(1975)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26]
| |
Keuken op maat
| |
[pagina 27]
| |
zich een eindeloos aantal nieuwe mogelijkheden voor. De ideeën volgden steeds dichter op elkaar. Ze overvielen hem als barensweeën. Hij was eraan overgeleverd als een schip aan de golven en bevond zich nu eens in de diepte, dan weer op de toppen van de golven en als hij tenslotte aan land dreef, wist hij nauwelijks hoe het huis eruit moest zien. Hij zag spoedig de noodzaak ervan in dat hij met de keuken moest beginnen, want de werkzaamheden die daar verricht worden, vormen het fundament van het hele gezinsleven. De keuken was in feite het hart van het huis en als het hart stil blijft staan, volgt de dood onherroepelijk. Hij ging dan ook niet zonder enige voorzorg te werk; hij begon zeer doelbewust. Allereerst mat hij hoe lang zijn vrouw was met en zonder schoenen en pantoffels, hij nam de maten van haar onder- en bovenarm en van haar hand, zowel uitgestrekt als in een vuist, en tenslotte mat hij haar, terwijl zij op haar tenen stond en zich zo lang mogelijk maakte. Zo berekende hij nauwkeurig hoe hoog ze kon reiken. Hij mat haar omvang op borst- en op heuphoogte. Hij mat haar middel en de afstand tussen haar gewrichten. Hij mat haar wreef en de lengte van haar stappen. Daarna bestudeerde hij haar een paar dagen terwijl ze aan het werk was. Hij stelde nauwkeurig vast, hoe ze zich het gemakkelijkst bewoog, hoe vaak ze zich bukte en op haar tenen ging staan. Hij noteerde de tijd waarop ze de verschillende werkzaamheden verrichtte en het aantal stappen dat ze daarvoor in de keuken moest afleggen. Daarna zat hij tot diep in de nacht, terwijl iedereen al sliep, zijn aantekeningen uit te werken. Het bleek dat zijn vrouw bij haar werk in de keuken veel onnodige stappen deed en dat een groot gedeelte ervan gemakkelijker kon worden gedaan. Veel tijd ging verloren met bukken. Dat toonden de getallen duidelijk aan. Voor Ingolfur stond het vast dat er zo gauw mogelijk een eind gemaakt moest worden aan al dat bukken. Dat was geen onmogelijke taak voor iemand die aan één stuk door tekende en rekende. En tenslotte was het klaar: uit zijn waarnemingen en aantekeningen ontstond op papier een volmaakte keuken. Juist in die tijd las hij in een krant dat een Duitse vertegenwoordiger van een fabriek die keukens maakte, op IJsland was aangekomen en dat deze zeer tevreden was over zijn zaken met IJslanders die ongewoon grote belangstelling hadden voor goede keukens. De IJslanders hadden vaak zulke voortreffelijke ideeën op dit gebied dat zijn fabriek in ernst overwoog er een aantal uit | |
[pagina 28]
| |
te voeren en vervolgens op de internationale markt te introduceren. Op de internationale markt! Dat opende een groter perspectief dan waarop hij ooit had durven hopen. Het was alsof er nieuwe krachten door hem heen stroomden. Scheppingsvreugde en kinderlijk verlangen liepen in elkaar over en werden gevolgd door een wonderlijk gevoel dat hem aanvankelijk onrustig maakte omdat hij het niet kon thuisbrengen. Op de een of andere manier deed het hem aan regen denken en aan een wapperende vlag... hij fronste zijn wenkbrauwen... had hij als jongen niet een dergelijke gewaarwording gehad... ja, juist. Op Thingvellir 17 juni 1944Ga naar voetnoot* toen hij op het rotsplateau stond. Hij stond op van zijn stoel. Dit gevoel had met vaderlandsliefde te maken. Door zijn uitvindingen zou IJslands roem zich over de hele wereld verbreiden. Zonder nog een moment te aarzelen, draaide hij het telefoonnummer en de Duitser zei dat het een eer voor hem zou zijn als hij hem kon helpen. Later op dezelfde dag zaten ze in het kantoor van de Duitser tegenover elkaar. Ingolfur gaf tekst en uitleg bij de tekeningen. Hij begon met de aardappella. Die moest zo geconstrueerd worden dat hij naar voren en omhoog schoof, wanneer je op een knop onder de rand van het aanrecht drukte. De huisvrouw hoefde zich dan niet meer te bukken. Mein Gott, zei de Duitser. Het rad met vakken voor droge voedingswaren moet op soortgelijke wijze worden geconstrueerd, zei Ingolfur. Dit was een rad met schoepen. Tussen de schoepen zaten gesloten laden voor voedsel dat niet bedierf. Het rad moest in het aanrecht worden ingebouwd en de laden moesten afzonderlijk geopend kunnen worden. Op de muur boven het aanrecht zou een bord komen met lichtgevende knoppen. Als je op een bepaalde knop drukte, kwam de la met bloem naar voren; drukte je op een andere, dan kwam de la met suiker naar voren. Verder was er onder andere nog een knop voor rozijnen en een voor havermout. Ook nu weer hoefde de vrouw zich niet te bukken of haar tijd te verspillen met het uittrekken van laden en het zoeken naar de verschillende produkten. Mein Gott, steunde de Duitser. En de mixer moet in de muur worden ingebouwd. De garden moeten uit de muur steken als een kraan. Dat spaart ruimte. Mein Gott. Er moet een lopende band zijn voor potten en pannen zodat deze overal in de keuken binnen handbereik van de huisvrouw zijn. Dat spaart voetstappen. Mein Gott, zei de Duitser. Zo namen zij samen ieder onderdeel van de tekeningen door. Ingolfur vergat tijd en plaats en de Duitser kreeg geen avondeten. Tegen middernacht was zo ongeveer alles besproken wat betrekking had op de keuken en toen gingen ze over op de deuren. Strikt genomen had de Duitser daar niets mee te maken, maar het was zoals Ingolfur zei zaak erop te letten dat de houtsoorten niet te veel van elkaar verschilden. De Duitser vroeg of het niet het beste was alle drempels weg te laten. De drempels? Ja, ik dacht... Wat dacht u? Ik dacht... ik dacht dat uw vrouw invalide was. Ingolfur staarde de Duitser aan. Toen de betekenis van die woorden goed tot hem doorgedrongen was, had hij het gevoel dat de grond voor hem openspleet en hij op het punt stond in een diepe afgrond te vallen. Hij kon zich echter nog net staande houden en toen zag hij in hoezeer hij zich vergist had in zijn bewondring voor de Duitser. Het was duidelijk dat hij hier geen woorden meer te verspillen had; hij zei dan ook niets meer, maar de stilte sprak boekdelen toen hij zijn tekeningen bij elkaar pakte en wegging. Hij huurde een IJslandse timmerman voor de uitvoering van zijn werk. Het was beslist geen slechte timmerman, maar toch was hij diep in zijn hart teleurgesteld. Zijn vaderlandsliefde was oprecht geweest. Hij waakte over de timmerman als een moeder over een ziek kind. Alleen de gedachte al dat er een fout gemaakt zou kunnen worden, verdroeg hij niet. En toen de keuken in het nieuwe huis klaar was en hij zag hoe volmaakt het allemaal was, stond hij een poosje met gesloten ogen op de keukenvloer. Hij had zo lang zijn krachten tot het uiterste toe ingespannen dat hem nu, nu hij zich eindelijk kon ontspannen, een aangenaam, lui gevoel overviel. Dit was tenminste klaar. De eerste dagen scheelde het niet veel of hij had zijn vrouw de keuken uitgegooid. Hij genoot er onuitsprekelijk van daar alleen te zijn en het was alsof een diepe, weldadige traagheid hem aan de keukenvloer gekluisterd hield; hij had een vaag gevoel dat hem daarbuiten niets te wachten stond dan enkel leegte. Wat was er nog te zoeken als hij de | |
[pagina 29]
| |
keuken uitging? Kon hij ooit nog meer ontwerpen? Was er eigenlijk nog wel iets te ontwerpen? Hij was bang en daarom bleef hij in de keuken rondhangen. Maar hij had zijn ogen open en zo kwam het dat hij zijn vrouw er meer dan eens op betrapte dat ze zich vooroverboog en de aardappella met haar hand uittrok. De knop, waarschuwde hij. Je moet op de knop drukken. Dan kwam ze overeind en drukte op de knop. Ze verontschuldigde zich en zei dat het vergeetachtigheid was, gewoontevorming. Het zou wel goed komen. Maar dat deed het niet. Op een dag verloor hij zijn geduld. Hij schreeuwde haar toe: De knop, mens! Leer je het dan nooit! Toen viel zijn vrouw neer op een stoel en begon te huilen. De tranen stroomden over het staal en het plastic en liepen in straaltjes naar beneden over het glanzende hout. Een dergelijk weerzinwekkend gezicht had hij nog nooit gezien. Toen hij daar in machteloze woede naar zijn vrouw stond te kijken, gebeurde er plotseling iets binnen in hem; het was alsof er iets losschoot en zich een weg naar zijn hoofd baande. Zijn lichaam verstijfde. Zijn pupillen stonden onbeweeglijk. Een hevige, doordringende zenuwschok had hem in zijn macht. Een idee was bezig zich te ontwikkelen: hij moest zich in deze keuken een nieuwe vrouw aanschaffen. |