Hollands Maandblad. Jaargang 1974 (314-325)(1974)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Vijf gedichten Judy van Emmerik Na een operatie ziek op bed eten wassen en plassen soms als ik moet heel voorzichtig op een stilletje naast het bed wat voel ik me dan bejaard Tweemaal per dag temperaturen en de polsslag tellen af en toe nog eens de bloeddruk pillen slikken injekties krijgen kussens opschudden Praatje maken met zuster die het bed opmaakt die thee brengt en koffie die je een peertje opdringt of een uitgeperst sinaasappeltje die de wattenpotjes vult Vertellen aan je bezoek praten met je dokter koeterwalen tegen de spaanse die de vloer dweilt tegen de portugese die de wasbak vimt De man van de Cemsto toeknikken die lawaaierig de prullebak leegt bloemen en brieven krijgen van verre verwanten mijn hoofd zweeft mijn oren suizen Ik kan niet meer lig een hele dag te janken hoofdzuster erbij gestreel over de wang klopjes op de schouder zetpil [pagina 35] [p. 35] Vragen vragen vanwaar toch die tranen het gaat immers zo goed vooruit in wanhoop een stuk papier: ‘Vandaag huildag heeft niets te betekenen slechte konditie ontlading van de spanningen’ Krijg geen rust een ziekenhuis is een dynamisch kontinu bedrijf Thuis voel ik me het prettigst in de omarming van mijn kamer waar mijn tafel staat met rommel en stofnesten Dat laat ik zo omdat ik altijd een beetje plezier heb van mijn boze buien als ik weer niks vinden kan Er liggen veel pennen zomaar verslingerd sommige schrijven allang niet meer uit het pennenbakje drink ik 's middags de thee Hier luister ik dikwijls naar de wind die speelt tegen het raam en naar de storm die de houten sponningen doet kraken [pagina 36] [p. 36] De kletterregen (ongeschreven muziek) klinkt telkens anders toch ook weer het zelfde omdat het zo vertrouwd is Bij deze genietingen voel ik me beschermd maar ook een nietig mensje In memoriam Jan Arends Psychisch onvermogen is in de moderne psychiatrie geen ziekte meer maar duidt op levensproblematiek Toch woekerde de eenzaamheid in Jan Arends voort als een niet te stuiten gezwel Jan Arends is nu dood zijn overlijden heeft me ontroerd waarom Misschien omdat hij voor een levende door de dood nog eenzamer is Misschien ook wel omdat wij een vriend hebben die met hem veel gemeen heeft [pagina 37] [p. 37] Je kunt beter Je kunt beter chronisch aan wanen lijden dan verslaafd zijn aan drank of drugs Als je gek bent vindt men je zielig en heeft meelij agod agod Ze lopen als ze je te eng vinden een straatje voor je om Of houden zich als je aanbelt achter hun gesloten gordijnen niet thuis Of zeggen bang door de brievenbus dat je weg moet gaan omdat het nu niet schikt Maar ben je verslaafd dan vindt men je slecht vies immoreel een nietsnut en een zuiplap Wel verkoopt men je gretig drank of stuff besteelt je trapt je in een hoek en besmeurt je kleren In een kroeg heerst dikwijls een keiharde mentaliteit uitbuiten en opsodemieteren [pagina 38] [p. 38] Bij een sociale of medische instantie eveneens als u niet wilt willen wij ook niet Ze weten daar niet wat ze zeggen een verslaafde kan immers niet meer willen Het is echt beter een zielige gek te zijn dan een immorele verslaafde Ik was dood en lag in een kist deksel erop schroefjes er in ze waren te klein deksel er weer af Allerhande boutjes het was voor elkaar deksel er weer op schroefjes er in ze bleken toch iets te dik deksel er weer af Weer probeersels nu met moertjes veel gedraaf om de stille kist deksel erop deksel er weer af [pagina 39] [p. 39] Ik werd er zenuwachtig van had juist zo berust in die eenzame kilte door dat geschroef werd ik mijn plaats te zeer bewust angstzweet brak me uit Ik wilde nu niet meer ging al recht op zitten met een plof viel ik terug ik lag in bed goddank Vorige Volgende