| |
| |
| |
Symfonie nr. 11
C. Winkler
1
Ik weet niet of ik van haar hou
tenslotte heb ik zelf een vrouw
die mij zeer lief is maar op wie
ik niet verliefd meer ben, en zie
kom ik een avond op de Kring
zit daar tot mijn verwondering
die vrouw met wie ik een gesprek begin
Ik weet niet meer hoe het gesprek verliep
een eerste contact gaat nooit erg diep
maar in ons beider levensloop
zat een breuk en hoe dan ook
eenmaal een breuk in de levenslijn
en het leven zal altijd anders zijn
We bleken alletwee gescheiden
wat wij bekochten met een psychose
we kenden beiden het moedeloze
gevoel een ander leven te gaan leiden
waaraan geen doel meer was maar wat
noodzakelijkerwijs geleefd moest worden.
Zo moest zij voor de kinderen zorgen
en ik hertrouwde, gelukkig dat
ik Judy trof, een eindeloze vrouw
die alles snapt en die de trouw
beschouwt als iets wat over je komt
waar je niets aan kan doen, verdomd,
toen ik haar vertelde van mijn ontmoeting
had zij het meteen in de gaten
ze wist best dat ik haar niet alleen zou laten
maar ook dat er iets komen ging
waarvan wij bij benadering
voor het eerst naar haar toe ben gegaan;
niets hield me tegen en ik belde aan.
Ze was tamelijk verbaasd me weer te zien
maar heette mij welkom en sindsdien
staat mijn auto dikwijls op de Bos en Lommerweg
| |
| |
Wat ik alzo tegen haar zeg?
Niet dat ik haar beloften doe
niet dat ik iets voor haar verberg
integendeel, ik praat met haar erg
vaak over Judy, over het geluk
wat ik aan haar dank en over het stuk
leven wat wij samen delen;
toch kan ik haar niet verhelen
dat ik op haar gesteld ben en dat
ik iets met haar wil maar niet weet wat
Zo kan het plotseling gebeuren
dat ik haar wang streel en de geuren
van haar parfum ruik, dan is het net
of ik met haar het echtelijk bed
ook deel en al lange jaren
met haar samen ben; de gevaren
van dit gevoel is zij zich bewust
vandaar dat ze mij slechts vluchtig kust:
we houden het mooi, zo denkt zij vast
maar ik zit in de rotzooi
Want om twee vrouwen te entertainen
moet men ergens afstand van doen
en nu bedoel ik niet de algemene
moraal of het burgermansfatsoen.
Nee, het gaat om de uniciteit:
één is de ware, de ander is meid
één is de enige voor je geboren
een ander kun je slechts toebehoren
voor een gedeelte, voor het plezier
dat is dan wat de mens onderscheidt
En dat is precies wat Joke niet wil
geen derde rad aan de huwelijksboot
van Judy en mij, dat vind ik groot
van haar, ze slikt voor mij geen pil
dat mijn verliefdheid verwijst naar het bed
en dat dan één van beiden de slet
wordt van het geluksgevoel
een thuis te hebben en een doel
Zo zit ik in de rotzooi om het even
òf Judy òf Joke of helemaal niet
of helemaal wél, dat zijn de vier zaken
waartussen ik een keus moet maken.
Ik kies helemaal wél en wil proberen
| |
| |
de schizofrenie weer aan te leren
waaraan ik eens leed en waar ik toen
wil ik twee vleesschotels met jus
wil ik weer leven in twee werelden
de hunne en de mijne en zij stelden
het niet op prijs dat ik zo koos
waren wellicht een beetje boos
maar zij begrepen mijn dichtersziel
die aan Isis ten offer viel
Toen was het dat ik in de Loge raakte
bei Männern, welche Liebe fühlen:
de Inwijding die ik meemaakte
deed mij een andere Eenheid prüfen
die van Isis, godin van 't Licht -
die süssen Triebe mitzufühlen
is dan der vrouwen eerste plicht.
Het lichaam verschuift naar een ander plan
de liefde is breder en stralender dan
bij anderen, de Opperbouwheer
ziet met voldoening naar je neer
hoe je ijverig blijft bouwen
Je kan niet met twee vrouwen trouwen
dus dan houd je je bij die
waarbij je bent, de andere gade
kent andere wegen, andere paden
dan die der liefde, zij is gewijd
als godin Isis indertijd.
Zij is het uitspansel en het heelal
waar ik ook ga, ze zal mij achtervolgen
zij is het vleesgeworden rituaal in den vervolge.
Als ik haar aanraak raak ik de godin
en als wij samen eten op de Kring
is dat een offer aan de dagelijksheid
der dingen die men niet vermijdt
maar die de mens doen leven tot
het laatste einde van het Lot
hij één stel uit het paradijs
en hield de andere voor zich,
zal ik voortaan gods licht
| |
| |
over gods akker laten lopen
als aan de godin der vrouw
wier gunsten ik graag hebben wou.
't nut hebben des werelds leed
aan Judy op te dragen, wat ik deed
en voor Joke te reserveren
Isis van wie ik iets kan leren
Zo ga ik voortaan Maandags naar haar toe
haar groetend met de verve van
een leerling, verder achtenswaardig man
Zij mag volgens mij neurotisch wezen
maar mijn komst zal haar juist genezen
en mocht ze mij niet meer willen ontvangen
dan blijft altijd nog het verlangen,
maar dat is van later zorg, voortaan
verzoen ik haar met haar bestaan
en voor mij blijft ze de godin
die ik zonder wroeging bemin
Judy vindt het goed zo, wat anders moet ze
en inderdaad de huishouding doet ze
bijzonder, onze liefde is diep
alleen voor godin is ze geen type:
zij vindt dat ik Joke te ideëel zie
en laat haar maar zo denken, wie
beschrijft het gevoel van binnen warm
in de bocht van Joke's arm
en wie beschrijft mij bij Judy in bed,
het was toch niet vooropgezet
dat ik aan de praat raakte op de Kring
en dat Judy nooit met me meeging,
het kon gebeuren, het zat erin
zo schrijft achteraf de herinnering
Zand erover, er zijn twee vrouwen
van wie ik op tweeërlei wijze kan houden
ik heb het hiervoor moeizaam uitgelegd
maar weet niet of het iemand wat zegt,
het is vreemd in een tijd van kunstmanen
zich in de Loge in Isis te wanen;
laat mij mijn schizoïde ideeën
en we zijn allemaal tevreden
ik geloof tenslotte niet in god
laat staan in het laatste gebod
| |
| |
Hoe verloopt zo'n Maandag nou?
's Morgens gewekt door mijn eigen vrouw
met de lieflijkheid van een gazelle
komt ze mij voorzichtig vertellen
dat het tijd is voor de baan.
Ik sta op en kleed me aan,
we ontbijten lekker met een kopje thee
en Mozart, ze gaat met mij mee
naar de deur en kust me uit
daarna zwaait zij achter de ruit -
ik zwaai uit de auto mijn saluut
en rijd monter naar het instituut.
Om half een - ik werk halve dagen -
stap ik spoorslags in mijn wagen
en ga snel naar Amsterdam-West
waar zij woont. Nu volgt de rest
Na twee zachte welkomskussen
neem ik als een vader tussen
haar kinderen en de honden plaats:
ik heb dan plotseling veel praats
(terwijl ik thuis juist weinig zeg)
maar de kinderen moeten weg
de schoolbel luidt, dan zijn wij samen.
De intimiteit van haar kamer
verrukt mij, zij spreekt serieus
over de kinderen, langs haar neus
weg informeert ze naar mijn vrouw:
om te weten of ik van haar hou?
Ik zeg ja en weet niet precies
voor wie ik met dit antwoord kies
maar zij is als de godin Isis
en zij weet dat Judy dat niet is,
springt beminnelijk met mij om
en dat doet ze lang niet dom
maar eens zal het er van komen
het ontwaken uit de droom en
een prins dan die haar wakker kust
tot het ontwaken van de lust
Het eind van de middag rijd ik weg
zie Judy al zitten vanover de heg
ze luistert in de kamer naar muziek
ik houd van haar sfeer en heb haar lief
ik kus haar, zeg dat het prettig was
en zij zit niet in zak en as
maar bereidt een heerlijk maal
zo is het leven nu eenmaal
| |
| |
Daarna, bij warme lampeschijn
begint dan weer òns samenzijn:
zij thee, ik koffie, weinig praten
onder het draaien van wat platen
en het snorren van de kat
wordt ze weer mijn liefste schat -
dan, de klok slaat half tien
gaat ze slapen en misschien
ga ik mee, zij stopt mij in
Maar veel vaker blijf ik achter
zit dan heel alleen te wachten
op het komen der gedachten
die mijn leven integreren
moeten, maar dat niet proberen.
in gedichten, die verplichten
tot niets maar die zuiver stellen
wat je den volke wil vertellen
van het streven dat dit leven
2
zoals ieder najaar naar Friesland
wij doen daar dezelfde dingen
al vele jaren, het is de band
der Grootouders van Moeders kant;
logeren er in het witte hôtel
zijn daar een veelbekeken stel:
zo'n meisje-met-man-met-wandelstok
enfin, men kent dat natuurlijk wel.
Wij trekken ons daarvan niets aan
lopen door Beetsterzwaag, nemen de Boslaan
met mijn stok in de ene en Judy aan d'andere
hand kan men ons door 't bos zien wandelen
of een bezoek zien brengen aan de graven
van Tante en Grootouders, hun dagen
gingen voorbij, hun land kwam aan mij:
dus bezoeken wij ook, ik al vanaf kind,
de man die van 't land de gelden int.
Hij beloofde ons dit jaar een haas van de jacht
die de jagersman over het land heeft gepacht
en verder zien we er altijd Siep
met wie wij eten en praten tot diep
de nacht in over de kunst van het beelden -
kortom, dat we ons niet verveelden
| |
| |
blijkt uit hetgeen wij samen deden.
Toch was het ditmaal anders, dat kwam
ik liet Joke achter in Amsterdam
en ofschoon ze Bob als vriendje heeft
is dat niet iets wat voor mij leeft;
ik kom en ga op Maandagmiddag
verheug me daarbij over haar lach -
natuurlijk schreef ik haar een brief
want al was Judy reuze lief
vergeten kon ik haar toch niet.
Het is zoals je dikwijls ziet
als men tegen de vijftig loopt
een andere vrouw komt onverhoopt
in je leven en je bent weg
het is gewoon zoals ik zeg
je geraakt in je tweede jeugd
ook al gaat alles in eer en deugd -
zo moest ik met Judy in 't Friese land
denken aan Joke en onderdehand
denk ik zolang als ik Joke ken
toch ook vaak aan Judy, gelukkig ben
ik een mens van de harmonie
die geen gekke dingen doet en die
niet meer wil hebben dan hij heeft,
zoals Nijhoff al zei, zolang men leeft
is het geluk strikt persoonlijk en ik streef
niet naar hetzelfde: ik leef
nu eenmaal met Judy, ook als ik weet
dat ik épris ben zoals dat heet.
Terug naar Friesland, de herfst was mooi
de bomen statig, de najaarstooi
zat in de Amerikaanse eik bij Lauswolt
en ook de kastanjeboom zat al vol
met glanzende noten en eikels veel
vielen op het hotelprieel:
de lucht was lichtblauw, de zon scheen
de vrije dagen gingen snel heen.
Wij waren ook nog in Groningen
op een regendag het museum in
we zagen er urnen en bekerculturen,
ook Amerikaanse schilders die
op hun doeken een auto verpuren
glimmend van chroom en wie
zal zeggen of het stand houdt
de urnen waren tenslotte al oud
maar de schilderijen zo blinkend vers
als kersen door een vruchtenpers.
Tenslotte keerden wij naar Amsterdam
waarbij ik langs 't nieuwe Flevoland kwam
op de plek waar Almere komt te staan
| |
| |
we keken even elkander aan
ik ben nog niet oud, ik maak het nog mee
zei ik (we reden langs de zee)
eens zullen de vogels als adelaren
dalen op het vliegveld en de aren
zullen er kiemen en wij beiden
zullen er leven bij grazige weiden
3
Ik heb nu wat meer overzicht
en lees wat er alzo is gedicht
mezelf heb ik wel zeer overschat
maar om nu te zeggen dat is dat
ga niet meer naar Joke maar blijf thuis
dat is me toch wat al te kuis;
tenslotte vind ik haar erg aardig
en ik gedraag mij niet onwaardig
blijf haar bekijken met de blik
van een Kees die wijzer is dan ik
die graag de vriendschap onderhoudt
en niet zegt het laat me koud.
Ik ben niet meer zo uit op haar sex
maar daardoor wordt zij nog geen heks
ze is een vrouw van vlees en bloed
die me na Judy het meeste doet -
ziezo, dat heb ik vastgesteld
toch ben ik nog niet uitverteld
zij heeft, zei ik al, iets van een godin
en daarvoor blijf ik altoos in,
verder het kastanjebruin haar
van iemand die knap is, even maar
lijkt zij onsterfelijk en haar gezicht
doet mij vaak denken aan het gedicht
Helena's Inkeer van Roland Holst
daarin is het noodlot op zijn volst
en al is ze mij niet noodlottig geworden
zij is wel als vrouw van een hogere orde
dan ik als man: zó dat ik haar bewonder
vandaar ook dat ik niet goed zonder
haar kan, haar ogen hebben zeggingskracht
en houden me ongewild in hun macht.
Bovendien heeft ze kinderen en Judy niet
en al is dat een zeer gering verdriet
zoiets is toch leuk en dat mis ik misschien
ofschoon ik mijn Walter wekelijks kan zien;
trouwens, ik heb dat wat verdrongen,
| |
| |
ze heeft Bob, een bijzonder aardige jongen
die haar een stuk gewoner ziet
en daarom denk ik de voorkeur geniet -
hij is niet gelukkig getrouwd zoals wij
en zodoende heeft hij Joke erbij
iets wat ik ook wel had gewild
maar dan had ik mij lelijk vertild
nee, het is goed zo wat ik doe
de Maandag als vanouds naar haar toe.
En Judy? Heeft zij eronder geleden?
Ik weet zeker van niet, ze is slechts ontevreden
als ik uit zenuwen met mijn been tril
of over mijn rokershoest, zij is geen vrouw
die mij over Joke de les lezen zou
ze vindt dat ik zelf moet doen wat ik wil.
Overigens heb ik er nooit over gedacht
haar alleen te laten en voor de rest lacht
ze wat, neemt het niet al te serieus
en beschouwt zichzelf niet als tweede keus;
zij is opgeruimd, laat mij in m'n waarde
vandaar dat we samen zo goed kunnen aarden,
voorts is ze kritisch over dit gedicht
vindt dat het er vaak te dik op ligt
vooral het begin acht zij sentimenteel
ze houdt het meer op 't tweede deel
omdat we daar samen iets fijns doen wellicht
maar uiterst benieuwd ben ik naar haar gezicht
als dit derde deel af is, waaruit blijkt
dat ik mijn toestand weer nuchter bekijk
en haar eigenlijk een vrouw uit duizenden vind
omdat ze mij ondanks alles bemint.
Een ander zou mogelijk hebben gezegd
als je zo nodig moet ga je maar weg
zij echter plaagde of glimlachte wat
en concentreerde zich op de kat
vergeleek die poes dan soms met Joke
doch was verder ongebroken.
Weliswaar stond onze liefde niet op het spel
maar onderdehand begreep ze heel wel
dat als het alleen aan mij had gelegen
die liefde toch zeker een knauw had gekregen
daarom mag ik zeer dankbaar wezen
Met Nieuwjaar gaan we altijd naar buiten
dan zijn wij er eens even uit en
samen gelukkig met de sneeuw
met het houtvuur in de schouw
met de tortels of de schreeuw
der gaaien: aywel, ik wou
| |
| |
ik heb zin in het berijpte gras
en Judy vrolijk om mij heen
voor het eten zorgend, er is geen
die zo van 't buitenleven houdt
als zij, door haar word ik niet oud
Hoe zal het wezen als ik grijs
je bent een beetje mal geweest
of zal ik menen het was goed
dat je zoiets in je leven doet
en door het op papier te zetten
kwam je ook weer uit de nesten.
Ik denk het laatste, want ik weet
wat je in 't leven niet vergeet
is liefde, vriendschap en de trouw
Leven bestaat uit evenwichten
die dat leven vaak verlichten
liefde is een stinkend wonder
zegt kunstbroer Leo en daarzonder
zouden wij geen spankracht hebben
maar verzanden in de webben
van de sleur van alledag -
als elke lezer het zo zag
zouden we geen oorlog maken
meer met elkaar verstrengeld raken
benutten voor een liever leven
|
|