At last, to be identified!
At last, the lamps upon thy side
Past Midnight! Past the Morning Star!
Ah, What leagues there were
Between our feet, and Day!
Deze klaarheid schat zij hoog. Misschien zal deze haar smart genezen, misschien zal haar pijn veranderen als er een Goddelijke uitleg is gegeven. Bovendien vergeet zij misschien haar eigen pijn, als zij nadenkt over het verdriet van God.
I shall know why - when Time is over -
And I have ceased to wonder why -
Christ will explain each separate anguish
In the fair schoolroom of the sky -
He will tell me what Peter promised -
And I - for wonder at his woe -
I shall forget the drop of Anguish
That scalds me now - that scalds me now!
Op het eerste gezicht doen deze gedichten ons wellicht mystiek aan. R.P. Blackmur (in zijn prachtig essay Emily Dickinson: Notes on Prejudice and Fact) maakt hierover enige rake opmerkingen. Hij veroordeelt Mr. Lewisohn's idee dat ‘she can soar like the intense mystical poets of the seventeenth century’. Blackmur merkt op: ‘Christianity in action, especially in poetry, often looks to the outsider like an exercise in mysticism. There is nothing in the poetry of Emily Dickinson that passes the willing understanding, never in the incomprehensible terms of the mystical act’.
Afgezien van mogelijke mystiek, hebben we er wellicht moeite mee ons in te leven in iets dat een radicale projectie van geluk naar het hiernamaals toeschijnt.
Hier spreekt Emily Dickinson zelf ons tegen:
They say that He can heal -
They speak of what we owe -
Ondanks haar geestdriftige verlangens naar het hiernamaals, beseft de dichteres dat een beloning in de hemel nooit het gemis op aarde goed kan manken.
I reason, Earth is short -
I reason that in Heaven -
Somehow, it will be even -
Some new Equation, given -
Zoals ik aan het begin van dit artikel heb opgemerkt, stelde Emily Dickinson veel belang in wijsgerige vraagstukken - niet omdat ze zo graag filosofeerde maar uit persoonlijke noodzaak.
Het schrijven van gedichten betekende voor haar een vorm om de problemen die haar niet loslieten de baas te worden.
Verschillende van deze gedichten kunnen dan ook beter poëtische overpeinzingen genoemd worden dan poëtische gedichten.
Overpeinzingen als ‘I know that He exists’ en ‘I reason, Earth is short’ willen iets ‘bewijzen’. In het eerste gedicht wordt de gedachtengang volledig uitgewerkt. De tweede ‘inner dialogue’ wordt herhaaldelijk afgekapt door de wanhopige tegenwerping: ‘But, what of that?’
Emily Dickinson deelde haar verlangen naar beknoptheid met de zeventiende eeuwse Engelse Metaphysici. Deze zeer compacte poëzie stelt hoge eisen aan het geduld van de lezer - hij moet bereid zijn zich geheel in te leven in de ingewikkelde gedachtenwereld en uitdrukkingswijze van de dichter. De metaphysische gedichten circuleerden voornamelijk onder vrienden en hun ogenschijnlijke duisterheid bezorgde hun schrijvers de bijnaam van ‘Chamber Poets’, een term die zeker van toepassing is op Emily Dickinson.
In tegenstelling tot haar Romantische tijdgenoten ging Emily Dickinson van concrete situaties uit. ‘The Robin's my Criterion for Tune - Because I grow - where Robins do’ zei ze ‘New Englandly’.
Haar beeldspraak is doorgaans vol eenvoud (‘kindertaal’, heeft een onwelwillende criticus wel eens opgemerkt) en haar gedichten benaderen de spreektaal op een wijze die ze tot ‘modern’ zouden bestempelen, dat hebben ze trouwens met de Metaphysicals gemeen.