achter het donkere haar dat tot op haar schouders afhing. Haar vriendin zat daarentegen kaarsrecht en keek met een geile blik van onder haar slordig opgemaakte oogleden om zich heen. Ze babbelde honderduit met een nasale kopstem en een sterk Hongaars accent. Haar haar was hoog opgekamd in telkens weer andere bouwsels en iedere keer als ik binnenkwam vroeg ze: ‘Hoe vindt u mijn nieuwe kaapsell?’
Het meisje dat er tenslotte in slaagde Henk min of meer definitief voor zich te winnen was Nadja, een Moskouse studente die bij haar ouders in de stad woonde. Ze had brede wangen, kleurloze ogen en een fel mondje met een bovenlip die strak terugweek over haar tanden. Al gauw nam ze het koffie- en theezetten van Henk over. Binnen een paar weken was zij de gastvrouw en bleven zijn overige vriendinnen de een na de ander weg. 's Ochtends kwam ze bij hem binnen met haar studieboeken - lijvige geschiedenissen van de Communistische Partij waarover ze examen moest doen - en een tas vol versnaperingen. Meestal bleef ze dan de rest van de dag bij hem ‘werken’ en vaak overnachtte ze klandestien in zijn bed. Het duurde niet lang voor ze door iedereen automatisch aanvaard werd als het meisje dat bij Henk hoorde en zo werd ze vanzelf een deel van onze kleine Hollandse studentengemeenschap. Ze ging zelfs zonder aarzelen met ons mee naar Hollandse vrienden die in streng-bewaakte diplomatenhuizen woonden en dat vonden we wel vreemd omdat we wisten dat een ‘normale’ Rus naar zo'n huis niet eens durfde op te bellen. Als we er haar naar vroegen haalde ze haar schouders op en keek ze zwijgend voor zich. Maar het probleem of Nadja te vertrouwen was interesseerde ons niet genoeg om aan te dringen of ons werkelijk zorgen over haar te maken. Dat gebeurde pas in het najaar, toen ze vertelde dat ze niet alleen met haar ouders grote ruzie over Henk had, maar ook een paar keer in verband met hem bij de politie geroepen was. Misschien had ze zich opzettelijk in een situatie gemanoeuvreerd waar Henk met goed fatsoen niet anders doen kon dan met haar trouwen en haar meenemen naar Holland? Tegen de tijd van vertrek probeerde ze in ieder geval op alle manieren hem zo ver te krijgen. Niemand van ons heeft ooit zeker geweten of hun romance niet vanaf het begin onder de
auspiciën van de veiligheidsdienst heeft gestaan. Ook Henk niet, die uiteindelijk de knoop doorhakte door zonder Nadja naar Holland terug te gaan.
In deze verhouding speelde ik de eerste tijd een ondergeschikte rol als vertrouweling. Dat deed ik met plezier want zo kwam ik enigszins bóven hen te staan en kon ik met hen bevriend zijn zonder iets van mezelf los te hoeven laten. Het waren zulke kinderen! Het enige wat ze van me nodig hadden was belangstelling voor hun problemen. Als Henk geen zin had om Nadja te ontvangen kwam hij op mijn kamer schuilen. Meestal duurde het dan niet lang voor er geklopt werd en Nadja haar gezichtje, schalks en triomfantelijk glimlachend, om de deur stak. Ze voelde zich blijkbaar gesterkt door mijn aanwezigheid, begon opgewekt te praten alsof er geen wolkje aan de lucht was en nadat we zo een uurtje met zijn drieën bij elkaar hadden gezeten vertrokken ze samen naar Henks deel van de universiteit, zij energiek met haar nylon regenjas en haar boodschappennetje voorop en Henk een beetje mopperig achter haar aan.
Ook Nadja zocht in moeilijke situaties soms haar toevlucht bij mij. Ik had haar door mijn gedrag reden gegeven om mij te zien als een bondgenoot die sympathie had voor de manier waarop ze Henk wist te bedisselen. Erg eerlijk was dat niet, want in wezen had ik er voornamelijk minachting voor. Ik genoot van de sfeer van knipogende kameraadschap op de momenten dat ik haar zag. Maar voor haar inspringen zou ik nooit. Op een ochtend kwam ze binnen en ging ze zonder iets te zeggen in haar regenjas op mijn divanbed zitten. Haar ogen waren rood en haar mond, waarmee ze krampachtig probeerde te glimlachen, trilde. Ik wist dat Henk toen een affaire had met een oudere dame die hem al lang verveelde, maar die hij nog steeds niet de bons had durven geven. Nadja was zojuist bij hem voor een dichte deur gekomen. Hij had haar niet opengedaan, maar door het bobbelige glas van zijn kamerdeur had ze duidelijk twee verschrikte schimmen gezien. Ik had even medelijden, vooral door de manier waarop ze mij door haar tranen heen het gebeurde als een farce probeerde voor te stellen. Maar terwijl ik haar opbeurde met koffie, sigaretten en hoofdschuddende praatjes over Henks onhandigheid voelde ik me alleen ver buiten het hele drama. Wat had ik ook met hun weerzinwekkende gedoe te maken? Toen ze vertrok vroeg ik haar niet waar ze nu heen ging.
Mijn eigen ervaringen met Russische vriendinnen waren heel wat minder spektakulair dan die van Henk. Kort na mijn aankomst in februari werd ik bezocht door een Russische jongen die mijn naam van de universiteitsadministratie had gekregen. Hij studeerde Nederlands en vroeg me zo vaak als ik wilde bij hem langs te komen; dat was