geleerd niet in de richting van de tijd geinteresseerd. Je hebt de keus tussen een wonder op de Keizersgracht om 10.15 plus een wonder op de Prinsengracht om 10.20 of te aanvaarden dat een auto ook wel eens vijf minuten in de tijd achteruit wil rijden, waarbij hij kennelijk van groen violetkleurig wordt’.
Is terugreizen in de tijd mogelijk? In zo'n tekeningetje is het gemakkelijk aan te geven, maar kan het? ‘Wij planten’ sprak mijn kamerlinde, ‘dachten vroeger, toen wij de enige levende wezens waren, dat het onmogelijk was om je van de ene plaats naar de andere te begeven, want een levend wezen, dus een plant, zit nu eenmaal vast in de grond. Hij kan door te groeien nog wel eens een andere plaats bereiken, maar als jij een dikke buik krijgt zeg je toch ook niet dat je enige centimeters naar voren bent gereisd?’ Althans dat zei mijn kamerlinde helemaal niet, want behalve dat planten niet kunnen reizen kunnen ze ook niet praten.
Stel dat u om kwart over tien een meneer, die we Oscar Putnam I zullen noemen, ziet lopen bij de Prinsengracht, terwijl op de brug over de Keizersgracht een grote kist staat met het opschrift ‘Tijdvoertuig’, waaruit een meneer stapt die als twee druppels water op Oscar Putnam I lijkt en die we Oscar Putnam III zullen noemen. Oscar III wandelt rustig in de richting van de Herengracht. Om 10.20 arriveert Oscar I bij de kist en stapt er in met de woorden ‘ik ga eens even vijf minuten terugreizen’. Zijn evenbeeld loopt inmiddels al bij de Herengracht. Wat zich in de kist afspeelt is niet te zien, want we weten niet hoe het tijdvoertuig werkt. Maar de man die we Oscar III noemden en die we vijf minuten geleden uit de kist zagen komen is kennelijk dezelfde als de Oscar I die we er in zien stappen. Bij opening blijkt de kist leeg.
Voorzover identiteit van personen valt vast te stellen valt een tijdreisje in de verkeerde richting dus ook vast te stellen. De kist zelf reist niet terug in de tijd. De man er in wel. Het wordt dan moeilijk je voor te stellen wat de moleculen doen aan de schoenzolen van Oscar Putnam. Gaan ze mee terug met Oscar, of worden ze gewoon ouder met de kist? Maar dit soort moeilijkheden doet zich ook voor bij het gewone reizen van plaats naar plaats. Bij zo'n gewone reis hebben de schoenzoolmoleculen hetzelfde conflict. Sommige blijven achter op het doorlopen pad (en leiden de speurhond). De ruimtelijke reiziger is dus bij aankomst niet helemaal dezelfde als bij vertrek: er zijn wat moleculen verloren gegaan. Toch zeggen we rustig dat iemand van Amsterdam naar New York reist als de aangekomen persoon maar in vrijwel alle opzichten lijkt op de vertrokken persoon.
Als laboratoriumproef is het rare dat we in het algemeen willen dat de oorzaak voorafgaat aan het gevolg, maar dat is met dat electron niet het geval. De eerste tijdreiziger komt 's ochtends op zijn laboratorium, gaat voor het tijdvoertuig staan en opent de deur om 10.15. Zijn evenbeeld stapt eruit en zegt ‘alles is goed gegaan’. Na vijf minuten stapt de onderzoeker in het tijdvoertuig. Er kan niets misgaan, want hij heeft al geconstateerd dat het goed afloopt.
Een stukje terug gaan in de tijd is dus niet onvoorstelbaar. Maar komt het ook voor? U moet hierbij niet denken aan een terugdraaiende film, want daarin beweegt alles terug in de tijd. En dat noem ik geen tijdreis, net zo min als planten in de ruimte reizen, omdat de aarde waarin ze wortelen zich verplaatst. Het aardige van het toneelstuk van Armand Salacrou Sens invers is nu juist dat de hoofdpersoon gewoon ouder wordt in een omgeving waar iedereen van grijsaard tot kind evolueert.
Waarom gelooft u mijn verhaal over die auto's niet, en dat over electron en positron wel? Omdat electronen inderdaad allemaal ononderscheidbaar hetzelfde zijn, terwijl twee auto's nooit helemaal gelijk zijn, en twee mensen zeker niet. Tweelingen en spiegels zijn griezelig. Maar het is niet nodig dat Oscar I en Oscar III gelijk leven. We kunnen in plaats van vijf minuten ook een terugreis van een paar eeuwen maken, zo dat Oscar III leeft als Oscar I nog niet geboren is. De moeilijkheid daarbij is dat je dan in de tijd kan terecht komen waarin nog geen mensen op aarde zijn. Daar wist Wells in zijn tijdmachine-verhaal ook niets op te verzinnen. Zulke verre reizen leveren wel de mogelijkheid tot regressieve reïncarnatie, ofwel preïncarnatie. Gewone reïncarnatie heb ik nooit zo'n goed idee gevonden. Het wordt ook steeds moeilijker uitvoerbaar bij onze stijgende wereldbevolking. Natuurlijk hebben we wel wat van onze voorouders meegekregen. Maar hoe aardig zou het niet zijn als je je ziel kreeg van iemand die pas veel later leeft en die zich op een reis terug in jouw plaats neerzet.
De reis naar het verleden, hoewel nog niet uitgevonden, is wel voorstelbaar. Dat komt omdat het verleden er is, het staat beschreven in de geschiedenisboekjes en we leven tussen de resten ervan. Maar de reis naar de toekomst is moeilijker voor te stellen. We reizen natuurlijk met zijn allen of we willen of niet steeds de toekomst in, maar dat gebeurt met de uniforme snelheid