Hollands Maandblad. Jaargang 1973 (302-313)
(1973)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |
Moeders aan de macht
| |
[pagina 36]
| |
met een vrouwenbeweging die wordt aangevoerd door vrouwen die hun moederlijke instincten juist hebben afgezworen (de dochters van het masculine protest). Deze confrontatie kan niet anders dan zeer conflictueus verlopen: een strijd tussen feministische broers en gemasculiniseerde zussen. Stephanie de Voogd vergist zich wanneer zij denkt dat de aanblik van vrijende vrouwen voor mannen bedreigend is. De meeste mannen staan daar neutraal of zelfs vagelijkpositief tegenover. Als dodelijk bedreigend ervaren mannen de imitatie van hun eigen hebbelijkheden door vrouwen. Deze paniek wordt niet ingegeven door overwegingen van concurrentie maar door fundamentele zelfhaat. De stemming aan de borreltafel is: Hemelse Moeder, verdoe ons, want wij doden de robben. Maar het enige dat feministen schijnen te willen, is het nadoen van mannen. Dit, en niets anders ‘scares the living daylight out of men’. Eeuwenlang meenden mannen dat de melk zou schiften wanneer vrouwen werden toegelaten. Nu leeft inderdaad de stille hoop dat de vrouwen de zeeën zullen zuiveren. Exemplarisch voor het masculinistische karakter van de feministische beweging in Nederland is de wijze waarop in OPZIJGa naar voetnoot2) de oprichting van de Nederlandse Vrouwen Partij werd verslagen: ‘“Typisch mannelijk” en “typisch vrouwelijk”, termen die andere bewegingen en organisaties mijden als de pest, liggen de dames van de NVP in de mond bestorven (...). Even - redige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen is een belangrijk punt voor de NVP, net zo als het bevorderen van de persoonlijke en maatschappelijke bewustheid van de vrouw, het stimuleren van de persoonlijke bereidhcid tot helpen, het bevorderen van maatregelen die het milieu zuiveren en het geven van voorlichting in een vorm die vrouwen aanspreekt en die de eenzijdigheid van bestaande informatie doorbreekt. Wie, ondanks programmapunten als: verbod van fluoridering van drinkwater, afschaffing van de militaire dienstplicht maar in plaats daarvan het onderhouden van een geoefend beroepscorps en verbod op misbruik en uitbuiting van dieren, toch blijft denken dat de NVP een bij uitstek niet-politieke partij is, maar meer weg heeft van een belangengroepering, heeft daar waarschijnlijk helemaal gelijk in’. Behalve het neerbuigende toontje is vooral de laatste bewering onthullend. De schrijfster lijkt zeer goed te hebben begrepen dat het hier nu eens niet gaat om de zoveelste belangengroepering van ambitieuze vrouwen maar om een poging tot het oprichten van een politieke partij met een vrouwelijk programma. Dit inzicht was blijkbaar bedreigend genoeg om onmiddellijk verdrongen, d.w.z. omgedraaid, te worden. | |
[pagina 37]
| |
Net als ik heeft De Voogd zich vermaakt met Vidal's recensie van Figes' Patriarchical Attitudes in de onvolgrezen New York Review of Books (de zin van het citaat ontgaat mij overigens; of vindt De Voogd het soms treffend dat ik Van Dijk heet en zij zichzelf als dyke manifesteert?). Zelf bewaarde ik van dit tijdschrift het nummer waarin de hoogleraar-dichteres Adrienne Rich één van de zeldzame antifeministische boeken recenseerde. In dit artikel The Anti-Feminist WomanGa naar voetnoot3) staat bijvoorbeeld te lezen: ‘what is really “in the air” is not only the politics of housework or new marriage contracts or even, more seriously, equal work, but a sense, on the part of men as well as women, that the way we live in a patriarchical society is dangerous for humanity’. Ik ben zo vrij de finale van haar artikel hier over te nemen: ‘One passage in Decter's book which breaks through her tone of detachment is her description of the loneliness of the pregnant woman (...). I think here Dector is right, she suffers from a sense of fear and isolation in this most unmotherly of societies. I wish Midge Decter could sense that in a genuine alliance of women with women, and of women with nonmasculinist men, the pregnant woman or the woman in labor would not feel alone; that the woman's movement is struggling to imagine and recreate a more natural environment for the process of becoming a mother, an artist, an originator, a human being. The loneliness of the pregnant woman is an archetype of the loneliness of all life-expanding impulses in a society created out of the triumph of force and will’. Om inzicht te krijgen in de verschillen tussen de twee stromingen binnen het feminisme kunnen we de uitspraken van Adrienne Rich bijvoorbeeld eens vergelijken met hetgeen de bekende feministe Shalamuth Firestone over dit onderwerp schrijft. ‘Pregnancy is barbaric’, meent Firestone en een bevalling komt neer op ‘het uitkakken van een pompelmoes’. De weerzin die Firestone voelt voor het lijfelijke moederschap is illustratief, maar weinig belangrijk (kinderen te over). Firestone is echter vooral ook gebeten op de moederliefde die zij graag vervangen zag door een vrije, sexuele omgang met het ‘polymorf-perverse kind’Ga naar voetnoot4). Net als Freud ontkent ze de autonomie van de moederliefde. Daarom bepleit zij ook geen vrijmaking of versterking van vrouwelijke eigenschappen maar juist de volstrekte eliminatie hiervan. Het feminisme van Adrienne Rich en de NVP ziet vrouwenemancipatie als de versterking van ‘life-expanding impulses’, d.w.z. als een versterking van het vrouwelijke element in onze cultuur. Het feminisme van Firestone en OPZIJ staat nog volledig in het teken van het masculine protest. De onderdrukking van vrouwelijke eigenschappen door de masculinistische vaders en hun protesterende dochters zal bestreden moeten worden door de moeders en hun feministische zonen. Macht aan de moedersGa naar voetnoot5). |
|