| |
| |
| |
Israël 1948-1973
Het dynamische conservatisme van een kleine ‘revolutionaire’ gemeenschap
S.N. Eisenstadt
1
Het 25-jarig bestaan van de staat Israel is een goede aanleiding om een paar van de belangrijkste ontwikkelingen en problemen van de Israelische samenleving te onderzoeken. In dit artikel zullen we nagaan hoe die samenleving pleegt te reageren op de problemen die zich voordoen - hetzij in samenhang met de eigen doelstellingen, hetzij als gevolg van concrete invloeden van buiten bij het verwezenlijken van die doelstellingen.
| |
2
De joodse gemeenschap in Palestina (de zogenaamde ‘Yishuv’) en de staat Israel zijn ontstaan als gevolg van de activiteiten van Zionistische groeperingen die aan het eind van de vorige eeuw opkwamen in Oost- en Midden-Europa. Volgens de Zionisten konden het joodse leven en de joodse traditie niet blijven bestaan binnen een moderne samenleving buiten Palestina. De joden zouden geestelijk en cultureel ten onder gaan - omdat moderne economische, politieke en culturele invloeden hun traditionele gemeenschapsleven zouden ondermijnen - en zij zouden bovendien feitelijk vernietigd worden door onvolledige assimilatie en doordat de moderne maatschappij dit vreemde element niet zou kunnen opnemen. Volgens de Zionisten kon alleen in Palestina een nieuwe, moderne, levensvatbare joodse maatschappij gevestigd worden - en alleen in Palestina kon een nieuwe synthese gevonden worden tussen joods-zijn en universele menselijke cultuur, tussen traditie en modern leven.
Dat streven ligt ten grondslag aan de geweldige nadruk die gelegd wordt op socioculturele creativiteit, en aan de sterk elitaire gerichtheid van de samenleving. Dit alles werd nog versterkt door de omstandigheden in Palestina: de toestand van het land, het ontbreken van kapitaal en bruikbare mankracht, geen lange traditie van een ordelijke burgermaatschappij.
De eerste pioniers waren voor het grootste deel intellectuele jongeren die rebelleerden tegen hun familie-achtergrond in de Diaspora (met name in Oost- en Midden-Europa); zij vormden kleine sectarische pioniersgroepjes die naar het oude land trokken om een nieuwe, levensvatbare joodse samenleving te grondvesten. Deze karakteristieken van de eerste immigratie (Aliyoth) hebben hun stempel gedrukt op de Yishuv. Daarbij was het van belang dat de samenleving ideologisch was - dat wil zeggen dat de fundamentele collectieve identiteit in ideologische termen tot uitdrukking kwam.
Het ideologisch-revolutionaire streven van deze groepjes kristalliseerde zich in het beeld van de pionier (Halutz), waarbij de nadruk lag op het ontwikkelen van een samenleving waarvan de sociale waarden nauw verbonden waren met de nationale inspanning; deze waarden werden niet beschouwd als een utopie, maar als een onmisbaar element bij het opbouwen van een nieuwe staatsorganisatie.
Deze ideologie moest men verwezenlijken in een klein en betrekkelijk onontwikkeld land - een land dat zowel voor de grondleggers van de samenleving als voor vele generaties immigranten nieuw was - in een onbekende en zelfs vijandige omgeving; dat is de achtergrond van de concrete problemen en het karakter van de Yishuv.
Die problemen zijn, ook al veranderden ze van uiterlijk, in de loop der jaren in principe dezelfde gebleven. Ten eerste: de problemen die verband houden met immigratie en absorptie; ten tweede: de voortdurende ontwikkeling van de economie aan de ene kant en de moeilijkheden van die ontwikke- | |
| |
ling en modernisering aan de andere kant; ten derde: de problemen op het gebied van de zelfverdediging en het wortel schieten in een onbekende en zelfs vijandige omgeving; ten vierde: het symboliseren van een collectieve Israelische identiteit in verband met de joodse identiteit enerzijds en de omgeving van het Midden-Oosten anderzijds.
| |
3
Dit alles werd nog beïnvloed door de voortdurende wrijving tussen de sociale en culturele werkelijkheid van een kleine en betrekkelijk moderne samenleving, en de ambitie om een centrum van sociale en culturele creativiteit te zijn van een betekenis die in geen enkele verhouding stond tot de afmetingen. Een dergelijke wrijving kan vaak een stimulans zijn, maar de mogelijkheid bestond ook, dat de sociale en culturele activiteiten zouden verzanden in stagnatie en provincialisme.
De aanpak van deze problemen werd in hoge mate beïnvloed door de oorspronkelijke staatsstructuur zoals die bij de eerste drie immigratiegolven was ontstaan, met zijn elitaire pioniers-gerichtheid. Zo hadden de verschillende pioniersgroepen al eigen maatschappelijke en culturele centra gevormd, voordat de ‘periferie’, bestaande uit bredere en anders georiënteerde bevolkingslagen, op het toneel verscheen.
Deze pionierscentra zagen het als hun taak de latere immigranten te onderwijzen, op te nemen en richting te geven. Als gevolg daarvan waren de meeste organisatievormen dan ook niet ingesteld op de noden van de bestaande bevolking, maar op die van de toekomstige.
De confrontatie van deze centra met de boven genoemde problemen bepaalde de ontwikkeling van de sociale structuur van de Yishuv en van de staat Israel. Kenmerken van die samenleving waren de grote centralisatie in de economie, de concentratie van overheidsgelden in de belangrijkste sectoren van de economische ontwikkeling, en het naast elkaar bestaan van overheids- en particuliere sectoren in een zogenaamd ‘pluralistisch’ economisch stelsel.
Hier kwam ook de specifiek Israelische socio-economische ordening naar voren: in de eerste plaats de vormen van vestiging, kibbutzim en moshavim; de ontwikkeling van coöperatieve ondernemingen in de stedelijke sector; en vooral - wat alleen in Israel zo is - de integratie van de meeste coöperatieve lichamen en nederzettingen binnen één kader, met name dat van de Histadrut. Door deze integratie kon de structuur uitgroeien boven de agrarische instellingen van de pioniers, en kon de stedelijke sociale structuur van de Yishuv tot ontwikkeling komen.
Een ander kenmerk van de sociale structuur van de Yishuv was de grote nadruk op gelijkheid, en enig verzet tegen beroepsspecialisatie. Men streefde er naar, de verschillen tussen beroepen en de sociale ongelijkheid zo klein mogelijk te maken, en men nam bovendien aan dat men makkelijk van het ene beroep op het andere kon overstappen.
Verder ontwikkelden zich culturele kenmerken, vooral op het gebied van traditie tegenover modernisering. Belangrijk zijn hier de opvallende herleving van het Hebreeuws als moderne taal, en de verhouding tussen religieuze en niet-religieuze kringen.
Hebreeuws werd de landstaal: de taal van de kinderspeelplaats, de school en het dagelijks leven. Bovendien bleek het Hebreeuws voor een groot deel te kunnen voldoen aan de eisen van de wetenschap, de moderne literatuur en de technologie. Daarom neemt het Hebreeuws op het ogenblik een bijzondere plaats in tussen de traditionele talen; de herleving heeft belangrijke gevolgen gehad voor de culturele structuur van de Israelische samenleving. Omdat deze ‘religieuze’ en ‘traditionele’ taal de nationale spreektaal werd, lag het ten eerste minder voor de hand dat de geschillen tussen de ‘traditionalisten’ en de ‘modernisten’ zich zouden concentreren op het taalverschil, en ten tweede dat er een culturele afhankelijkheid van buitenlandse centra van vernieuwing en creativiteit zou ontstaan.
| |
4
Elke moderne samenleving die voortdurende veranderingen moet verwerken heeft problemen - maar Israel in het bijzonder, zoals de meeste nieuwe revolutionaire en ideologische samenlevingen. In dergelijke landen met een sterke revolutionaire en ideologische gerichtheid, is het na de eerste organisatie soms moeilijk, nieuwe waarden en nieuwe stimulansen van binnenuit te vinden. Ook Israel heeft deze specifieke problemen leren kennen.
Binnen de Yishuv en de Israelische samenleving reageert men op drie verschillende manieren op nieuwe problemen. De eenvoudigste reactie zou men ‘statische’ behoudzucht kunnen noemen: verschillende groeperingen proberen nieuwe mogelijkheden te benutten ten dienste van hun eigen goed bewaakte belangen. Dit zuivere conservatisme heeft in Israel nooit lang de over- | |
| |
hand gehad; meestal raakte het vermengd met een dynamischer conservatisme, dat misschien het opvallendste kenmerk is van ideologische samenlevingen. Dit conservatisme was over het algemeen niet gebonden aan een bepaalde belangengroep, maar probeerde nieuwe problemen op te lossen door aanpassing en uitbreiding van bestaande structuren. Dit soort conservatisme trachtte nieuwe invloeden te absorberen terwijl het raamwerk van macht, sociale organisatie, waarden en ideologieën gehandhaafd bleef. Soms toonde dit conservatisme zich zeer dynamisch door nieuwe problemen openlijk aan te pakken en door de bereidheid beperkte belangen op te geven en nieuwe groeperingen op te nemen in zijn organisaties. Toch probeerde men tegelijkertijd die problemen bijna altijd binnen het bestaande denkpatroon en de bestaande instellingen op te lossen - waardoor de machtsverhoudingen gehandhaafd bleven.
De derde manier om op veranderingen te reageren, was door vernieuwingen - wat zich uitte in nieuwe sociale vormen, nieuwe economische ondernemingen, andere organisaties op het gebied van onderwijs, kunsten en wetenschappen.
| |
5
Hoewel de boven genoemde reactiepatronen altijd bestaan hebben in de Yishuv en in de Israelische samenleving, was de betekenis van de ene stroming ten opzichte van de andere niet altijd dezelfde. De tendens tot vernieuwing had natuurlijk de overhand in de beginperiode, en bleef overheersen tot de jaren dertig, met een onderbreking aan het eind van de Eerste Aliya, die vrij snel stagneerde door pure behoudzucht. In het begin van de jaren dertig trad het dynamisch conservatisme op de voorgrond, terwijl ook de neiging tot simpel, statisch conservatisme, hoewel betrekkellijk zwak, groter werd.
De combinatie van de tendens tot vernieuwing en de beginnende tendens tot dynamisch conservatisme heeft vorm gegeven aan de wijze, waarop de Yishuv ontkwam aan de beperkingen van een kleine samenleving in een halve staat van beleg.
Het belangrijkste aspect van de sociale structuur was, dat die niet voortkwam uit een homogene sociale eenheid, maar uit een veelheid van groeperingen en bewegingen, die ieder voor zich het enige goede antwoord op de problemen van het land meenden te hebben. Toch creëerden deze groeperingen, juist doordat ze elkaar overal tegenkwamen en samen moesten leven, ondanks zichzelf en bijna paradoxaal een pluralistische, heterogene structuur. Omdat deze groeperingen niet alleen zij aan zij leefden, maar ook voortdurend samenwerkten, waren ze wel gedwongen gemeenschappelijke normen en regels te vinden om die coëxistentie mogelijk te maken. Deze samenwerking en wrijving heeft in Israel een traditie geschapen van veelvormigheid, van pluralisme, die de Yishuv heeft gevormd en tot een hoogst gevariëerde sociale en culturele creativiteit heeft geleid.
Maar deze interne heterogeniteit van de Yishuv zou hoogstwaarschijnlijk niet voldoende zijn geweest om weerstand te kunnen bieden aan de potentiële monolithische invloed van een kleine samenleving in staat van beleg. Van essentieel belang was het feit dat die heterogeniteit aanzienlijk versterkt werd door de banden met buitenlandse factoren. Vele groeperingen binnen de Yishuv beschouwden zichzelf als een deel van en afhankelijk van sociale netwerken of bewegingen van internationaal karakter: politiek-ideologische bewegingen in het buitenland en verschillende wetenschappelijke en beroepsmatige gemeenschappen. Deze combinatie van heterogeniteit en contacten met het buitenland zorgde binnen de Yishuv voor tendenzen tot chauvinisme en provincialisme naast tendenzen tot openheid.
| |
6
Veel van deze kenmerken veranderden aanzienlijk na de stichting van de staat Israel in 1948. De onafhankelijkheid was niet alleen een politieke en historische gebeurtenis van de eerste orde, maar ook een keerpunt in de ontwikkeling van de sociale structuur van de Yishuv.
Toen Israel een staat werd, veranderde het vrijwillig pluralistische politieke raamwerk in een uniform raamwerk gebaseerd op de politieke souvereiniteit. De leiders van de verschillende pioniersbewegingen, organisaties en partijen veranderden in een heersende klasse. Aan dit nieuwe centrum werden steeds grotere en tegenstrijdige eisen gesteld.
Het grootste probleem was het opvangen van nieuwe immigranten uit meer traditionele culturen dan de eerdere immigranten, en met andere beweegredenen; voorts de problemen in verband met de groeiende en vertakkende economie; en de noodzaak de staat te verdedigen tegen een vijandige omgeving.
De nieuwe leiders concentreerden zich op de belangrijkste problemen: de nationale veiligheid, de economische groei en het ab- | |
| |
sorberen van de nieuwkomers. Zij hanteerden daarbij vooral de dynamisch conservatieve methode. Dat bleek uit het verbreden van bestaande organisaties, zoals de kibbutzim en vooral de moshavim, en van de Histadrut en de verschillende economische sectoren; het onderwijs werd geïntegreerd en uitgebreid; er werd een nieuw leger gevormd; en nieuwe groeperingen - zowel nieuwe immigranten als jongeren - werden op grote schaal in deze organisaties opgenomen.
Over het algemeen bleek deze aanpak een succes: grote delen van de nieuwe Israelische bevolking raakten doordrongen van de fundamentele ideologische stellingen - solidariteit, gelijkheid en nationalisme - en de belangrijkste nieuwe groepen werden geïntegreerd in de bestaande of bij de oprichting van de staat gegrondveste organisaties.
Tegelijkertijd vond er een grootscheepse uitbreiding plaats van de economische en politieke structuren, terwijl de economische en politieke macht zich steeds meer concentreerde in een betrekkelijk klein aantal machtscentra.
Deze veranderingen vielen samen met een tendens binnen de elite tot grotere centralisatie en bureaucratisering, waardoor de vrijwillige en democratische basis verzwakt raakte.
De oude problemen van Israel kregen een nieuw gezicht. Op economisch gebied was de grote vraag, of het mogelijk was over te gaan van een economie waarin de nadruk lag op materiële expansie, op een economie waarin technologische vooruitgang op de eerste plaats kwam - een economie die steeds meer met het buitenland zou moeten concurreren. Op politiek gebied ging het erom, of de bestaande elite in staat zou zijn nieuwe elites op te nemen, en veerkrachtig genoeg zou zijn om aan nieuwe eisen te voldoen zonder zijn eenheid te verliezen en zonder de pluralistische structuur van het centrum op te geven.
Op sociaal gebied moest men de gevolgen van toenemende differentiatie in de economie en de samenleving zien te combineren met de egalitaire ideologie. Op cultureel gebied bestond het probleem van de collectieve identiteit, waarvoor men een vorm diende te vinden zonder de culturele creativiteit te beperken.
Maar juist de dynamiek van de Israelische samenleving in de jaren vijftig en begin zestig, de voortdurende confrontatie met vele concrete problemen, en het betrekkelijke succes van de manier waarop die problemen naar bevind van zaken werden aangepakt, hebben er vaak toe geleid dat die dieper liggende problemen werden genegeerd.
| |
7
Er wordt soms beweerd, dat een deel van deze veranderingen een onvermijdelijk aspect vormde van het ‘veiligheidsprobleem’; dat de grote nadruk op de vraagstukken van zelfverdediging en veiligheid veel van het creatieve talent voor vernieuwing in deze richting leidde - enigszins ten nadele van andere richtingen, hoewel ontwikkelingen in industrie en wetenschap er vaak mee samengaan. Het was echter niet alleen de nationale veiligheid, waardoor sommige andere problemen op de achtergrond raakten. Deze tendens lag vast verankerd in de interne ontwikkeling van de Israelische samenleving, en zou waarschijnlijk ook zonder de defensie-problemen tot ontwikkeling zijn gekomen, hoewel de spanningen op defensiegebied het makkelijker maakten de binnenlandse problemen te negeren.
Deze tendensen en problemen bleven latent in de Israelische samenleving aan het eind van de jaren vijftig en in de jaren zestig - in zekere zin hoorden ze er gewoon bij. In deze toestand had ook verandering kunnen komen door binnenlandse ontwikkelingen. Maar in werkelijkheid was het de Zesdaagse oorlog en de periode daarna die deze problemen weer op de voorgrond bracht.
| |
8
De Zesdaagse oorlog en de nasleep ervan bleek een keerpunt in de Israelische samenleving. Aan de ene kant werd grote innerlijke solidariteit en weerbaarheid getoond; verschillende sectoren van de bevolking gaven blijk van een grote mate van solidariteit en eenheid in de kritieke periode voor de oorlog, die daarna nog werd volgehouden - de nachtmerrie van ‘twee naties’, een van de grootste problemen aan het eind van de jaren zestig, leek verdrongen. In deze tijd bleek hoezeer de Israelische samenleving in staat was nieuwe situaties het hoofd te bieden - niet alleen op militair gebied, maar ook op andere gebieden die ontstonden door de gewijzigde politieke situatie en het beleid tegenover de bezette gebieden, en op economisch gebied.
Maar aan de andere kant legde juist dit succes en dit vertoon van kracht de fundamentele problemen van het land zeer bloot. Zowel de sterke kanten als de zwakke kwamen voor de dag. De tegenstellingen tussen de meer conservatieve tendenzen en de verschillende nieuwe ontwikkelingen werden
| |
| |
duidelijker en de verschillen in benadering van de problemen van Israel - als een betrekkelijk kleine moderne samenleving die naar een grotere sociale en culturele invloed streefde - waren onmiskenbaar. Israel diende zich nu directer af te vragen in hoeverre het zijn problemen op een nieuwe manier kon aanpakken.
Het eerste probleem was de Israelische identiteit, en met name de ‘joodsheid’ van de Israelische samenleving en zijn banden met joodse gemeenschappen in het buitenland. De ontwikkelingen in en na de oorlog logenstraften vele gebruikelijke opvattingen binnen de Yishuv ten aanzien van deze banden en de omvang en invloed van het joodse aandeel in de Israelische identiteit. Aan de ene kant logenstraften ze de opvatting dat dat aandeel maar gering was; maar anderzijds wezen de gebeurtenissen er ook op, dat de invloed van het joodse aandeel en de aard van de betrekkingen tussen Israel en de joodse gemeenschappen in het buitenland boven de algemeen aanvaarde ‘Zionistische’ formule uitgingen.
In de eerste plaats bleek hoe hecht de Israeli's zich verbonden voelden met het historische joodse erfdeel, en hoe groot de solidariteit was tussen de staat Israel en de joodse gemeenschappen in het buitenland. Maar ook al toonden deze ontwikkelingen aan dat het zuiver ‘Kanaanitische’ element in de nieuwe Israelische identiteit betrekkelijk zwak was, ze gingen verder dan de oorspronkelijke Zionistische ideologie die zegt dat de enige constructieve band met buitenlandse joden immigratie naar Israel inhoudt. Het werd duidelijk dat de opvatting, dat een volledig joods leven en een volledige joodse creativiteit slechts mogelijk zijn na immigratie, niet overeenstemde met de werkelijkheid.
Onmerkbaar begon Israel een geheel andere plaats in te nemen onder de joodse gemeenschappen. Het werd een symbool en centrum voor de joodse identiteit van de eerste orde - een brandpunt van solidariteit en oersentimenten, van idealen en dromen, een wijkplaats voor onderdrukten; een symbool van trots door zijn prestaties, of van kritiek door zijn fouten. Maar daarnaast was het niet meer, zoals volgens de klassieke Zionistische ideologie, het enige centrum van joodse creativiteit, de enige plaats waar de sociale, wetenschappelijke en culturele wedergeboorte van het joodse volk tot ontwikkeling kon komen. Het creatieve streven van vele joodse gemeenschappen richtte zich niet noodzakelijkerwijs op Israel, en het patroon van de joodse wedergeboorte zoals
| |
| |
dat zich in Israel ontwikkelde, was maar één van de vele, al was het een centraal patroon.
Om deze redenen was immigratie naar Israel in deze tijd nog maar één van de banden tussen de joodse gemeenschappen, en niet eens de belangrijkste, zoals dat vroeger het geval was. Dit werd zelfs in Israel zelf zo gevoeld. Andere vormen van solidariteit waren niet minder belangrijk: economische banden met invloedrijker en vermogender elementen in de buitenlandse joodse gemeenschappen, verschillende liefdadige activiteiten, gevoelsbanden, toerisme en familiebezoek.
Ook de immigratie uit Rusland, die een paar jaar na de oorlog betrekkelijk grote afmetingen begon aan te nemen, verhoogde de veelvormigheid van de banden tussen Israel en de Diaspora. Ook al was die immigratie in zekere zin de voortzetting van de immigratiegolven op idealistische en zelfs revolutionaire grondslag, toch was hier minder sprake van de gewone Zionistische oriëntatie.
| |
9
Door de ontwikkelingen na de Zesdaagse oorlog werd het probleem van de betrekkingen tussen Israel en zijn buurlanden in het Midden-Oosten opnieuw aan de orde gesteld, met implicaties voor de interne structuur van het land en het buitenlandse beleid. De oorlog en de gevolgen daarvan wierpen het probleem van de betrekkingen tussen joden en arabieren eigenlijk voor de eerste keer in concreto op.
Hoewel de politieke spanning tussen de twee bevolkingen hierdoor in zekere zin werd verhoogd, verschilde die spanning aanzienlijk van het conflict dat voor de oorlog tussen de arabische landen en Israël bestond. Het belangrijkste verschil was, althans voor de arabische bevolking van de westelijke oever, maar niet alleen voor hen, dat Israel niet langer een mythe was, louter en alleen een symbool voor een buitenlandse groep die in het Midden-Oosten was neergezet. Israel werd een dagelijkse werkelijkheid door het contact met de joodse bevolking. Dat contact was vaak aanleiding tot een nog grotere spanning, maar het betekende uitbreiding van de betrekkingen tussen de twee volkeren, vooral door de open-deurpolitiek: de betrekkelijk open bruggen tussen het na-oorlogse Jordanië en de Westelijke Oever en Israel, en enig verkeer tussen de Westelijke Oever en Israel zelf: een concrete werkelijkheid die vroeger niet bestond.
Dit had paradoxaal genoeg natuurlijk ook zijn invloed op de omstandigheden van de arabische bevolking in Israel. Voor het eerst sinds de oprichting van de staat Israel werd de arabische minderheid bevrijd uit zijn bijna hermetische isolement ten opzichte van andere delen van de arabische wereld, zodat contact met die wereld gelegd kon worden. Die contacten verscherpten de problematiek van de arabische identiteit in Israel, en verhoogden de solidariteit met het arabische nationalisme en de ambivalentie van de betrekkingen met Israel.
Wat het uiteindelijke resultaat van deze tendenzen ook mag zijn, in dit stadium lijdt het geen twijfel dat het problematische aspect van de betrekkingen tussen het arabische en joodse nationalisme veel concreter is geworden; het is niet meer gebaseerd op de blindheid die voortkwam uit de mythen die voor de oorlog van 1967 algemeen aftrek vonden.
Dit alles had natuurlijk ook gevolgen voor de binnenlandse toestand in Israel. Het conflict kreeg voor het eerst de hoogste prioriteit bij de openbare meningsvorming, niet alleen in de debatten van kleine intellectuele of extremistische politieke groeperingen. Het buitenlands beleid werd voor het eerst sinds het Mandaat onderwerp van openbare debatten, terwijl de oorlog en de gevolgen ervan ook meer algemene problemen ten aanzien van de Israelische identiteit opwierpen. De oorlog maakte de militaire en defensieve kanten van de Israelische identiteit onvermijdelijk belangrijker, en verhoogde de kans dat de Israelische samenleving militaristisch werd. Het militaire image nam tot op zekere hoogte de plaats in van het pioniersimage, wat ook weer zijn invloed had op de publieke opinie in het buitenland.
| |
10
Omdat deze fundamentele problemen voortdurend opnieuw aan de orde gesteld werden, verscherpte zich de controverse tussen de verschillende benaderingen. Volgens de conservatieve opvatting zouden de aspiraties van het kleine land verwezenlijkt kunnen worden binnen de bestaande sociale structuur en binnen de joodse en/of socialistische traditie die al gevormd was. Volgens de vernieuwende richting kon Israels streven naar meer invloed niet alleen verwezenlijkt worden door respect af te dwingen voor het voortbestaan van het land, maar ook door rechtstreeks deel te nemen aan andere sociale en culturele patronen en door betrekkingen met verschillende joodse en andere internationale, culturele, wetenschappelijke en politieke gemeenschappen te onderhouden. Uit die deelname zou een eigen identiteit
| |
| |
gesmeed kunnen worden. Deze benadering wilde het interne pluralisme van de Israelische samenleving vergroten, terwijl de conservatieven meer monolithische neigingen hadden.
Deze controverse beïnvloedde de aanpak van alle eerder genoemde problemen. Het openzetten van de deur naar de arabische wereld, het doorslaggevende belang van defensie-overwegingen, en de ontwikkeling in de richting van een scheiding tussen joodse en niet-joodse gemeenschappen konden de neiging tot ruimer flexibel contact vergroten. Maar daartegenover stonden groeiende chauvinistische stromingen, waarin religieus en niet-religieus nationalisme samengingen, gevoed door gevoelens van superioriteit en isolement jegens de buitenwereld; er waren ook tendenzen van cultureel provincialisme, die vaak werden aangewakkerd door populistische gerichtheid en door starheid bij het definiëren van de collectieve identiteit.
Een dergelijk provincialisme kon zich gemakkelijk uiten in het afwijzen van kritiek, een gebrek aan belangstelling voor internationale gebeurtenissen die niet rechtstreeks verband hielden met Israel, zelfgenoegzaamheid, en de mening dat Israel het toppunt van wijsheid vertegenwoordigde. Het kon ook versterkt worden door ideologische behoudzucht - zowel van wereldse conservatieve aard als van een agressief en star religieus karakter. Een van de grootste paradoxen in Israel - en dat is in de periode na de Zesdaagse oorlog nog duidelijker geworden - is waarschijnlijk, dat de religieuze sector, in tegenstelling tot joodse gemeenschappen in het buitenland, een minimum aan vernieuwingen heeft ingevoerd. Integendeel, de orthodoxe sectoren leggen een grotere starheid aan de dag, wat in bepaalde situaties makkelijk aansluit bij defensieve en wereldspopulistische richtingen. Slechts weinig groeperingen in de religieuze kibbutzim en onder onafhankelijke religieuze intellectuelen hebben zich tegen deze tendens verzet, gewoonlijk met zeer gering succes. Dit heeft de spanning tussen religieuze en niet-religieuze sectoren verhoogd.
Wat betreft de mogelijke militarisering van de Israelische samenleving, ziet het er naar uit dat enige fundamentele gegevenheden deze mogelijkheid blijven tegengaan. Ten eerste bestaat het Israelische leger voor het merendeel uit reservisten. Ten tweede zwaaien officieren vroeg af; zij worden op de burgerlijke arbeidsmarkt ingezet, over het algemeen in de industrie (hoewel dit zou kunnen leiden tot verdere penetratie van militaire elementen in de Israelische samenleving). De derde gegevenheid is de grootte van het land en de kosten van de defensie uitgedrukt in mankracht.
Daarom is Israel, ondanks tendenzen die een andere richting aangeven, niet een militair garnizoen geworden, maar meer een burgerlijk fort dat zich in hoge mate bewust is van en gevoelig is voor de defensie - waarbij de mogelijkheid altijd bleef bestaan dat het militaire element de overhand zou krijgen in het economische en burgerlijke leven. Het probleem van het betrekkelijke belang van de defensie staat dan ook voortdurend centraal.
| |
11
Terwijl de periode na de oorlog over het algemeen een tijd van economische groei was, werd een deel van deze groei - met enkele uitzonderingen - in kanalen geleid die de efficiency misschien verhoogden, maar de fundamentele structuur niet wijzigden. Ook het economische beleid van de regering veranderde niet, zodat ondanks enige pogingen tot liberalisatie de geleide economie de toon bleef aangeven.
In deze periode werd ook het conflict tussen economische groei en inflatoire druk sterker, waarbij de inflatie de sociale spanningen intensiveerde en zich meer liet voelen bij werknemers in loondienst - vooral die in de middengroep - dan bij zelfstandigen of zelfs arbeiders.
Op deze economische ontwikkelingen diende een politiek antwoord gegeven te worden. Het ging om inkomensverdeling, om eisen die voortvloeiden uit de voortdurend stijgende levensstandaard, om groeiende sociale conflicten - waarbij het pluralistische politieke raamwerk gehandhaafd moest blijven. De inkomensverdeling werd problematischer, evenals de kwestie van de gelijkheid van de verschillende sociale groeperingen en de betrekkingen tussen het centrum en de periferie - met name op het gebied van economische autonomie en de toewijzing van middelen.
Al deze problemen waren de neerslag van een groeiende onzekerheid omtrent de identiteit en het formaat van de Israelische samenleving. Een belangrijke tendens was daarbij de voortdurend stijgende levensstandaard in combinatie met steeds onduidelijker principes bij de verdeling van middelen. Bovendien traden veranderingen op in de Israelische sociale structuur. De grootste organisaties, gegrondvest op de brede ideologie van de verschillende pioniersbewegingen, veranderden steeds meer in grote organisatorische blokken die de samen- | |
| |
leving beheersten. Deze blokken ontleenden hun kracht aan het sociale en politieke accoord tussen de groepen die in Israel het meest in aanzien stonden: de zogenaamde ‘particuliere miljonairs’, de managers in de overheidssector of de gewezen leden van het establishment die het leger de rug toekeerden voor de burgermaatschappij. Deze veranderingen hingen samen met voortdurende verschuivingen in de sociale structuur, waarbij oude grenzen overschreden werden en verschillende groeperingen en klassen met elkaar geconfronteerd werden.
Tenslotte kreeg het principe van coöptatie steeds meer de overhand ten koste van onafhankelijke deelname; dat bleek op politiek gebied, waar de mobiliteit groter werd en nieuw personeel op laag, gemiddeld en in zekere mate zelfs hoger niveau in de politieke organisaties werd geïntegreerd. Dat ging samen met een zekere verzwakking of stagnatie van de gekozen parlementaire instituten - wat de coöptatieve tendenzen van het Israelische ‘establishment’ weer versterkte.
| |
12
Uit dit alles kon men afleiden dat het dynamisch conservatisme in de Israelische samenleving meer de toon aangaf dan ooit tevoren, waarbij het in hoge mate gekleurd werd door zuiver op eigenbelang gerichte behoudzucht. Toch wezen de ontwikkelingen er op, dat dit dynamisch conservatisme in zekere zin zijn eigen grens had bereikt.
Het dynamisch conservatisme kon zo'n grote rol spelen als gevolg van verschillende processen: de vermindering van de pluralistische creativiteit; het kanaliseren van creativiteit in de richting van de landsverdediging; het optreden van een nieuwe generatie; de toenemende tegenstrijdigheid van idealen en dagelijks leven; en aanzienlijke verstarring van het politieke leven. Tegelijkertijd groeide de ontevredenheid over deze stand van zaken, waardoor sociale spanningen en conflicten zich toespitsten.
Die conflicten bleken op velerlei gebied: de arbeidsverhoudingen; de gelijkheid; de armoede temidden van toenemende overvloed; de kloof tussen de ‘Oosterse’ en de ‘Westerse’ gemeenschappen; de betrekkingen tussen religieuze en niet-religieuze groeperingen. Daarbij werd de Israelische houding tegenover burgerplichten en autoriteiten steeds ambivalenter, en de polarisatie van de publieke opinie, met nadruk op extreem rechts en extreem links, werd een reële mogelijkheid.
Deze conflicten vonden soms - met name in het geval van de schandalen die het Israelische publiek de afgelopen jaren hebben opgeschrikt - een uitweg in losse uitbarstingen van woede. Die gingen nu eens gepaard met populistische tendenzen, dan weer met heksenjachten en schadenfreude. Zo dienen zulke fenomenen als uitlaatklep zonder het bestaande systeem rechtstreeks aan te tasten, hoewel ze misschien bepaalde beleidsfouten aan de kaak stellen.
Maar tegelijkertijd werd men zich er steeds meer van bewust, dat de fundamentele problemen van de Israelische samenleving opnieuw aan de orde kwamen. Het is de vraag of al deze uitbarstingen zich zullen ontwikkelen tot vaste uitlaatklep binnen het systeem en tot symbolen voor verzet en ontevredenheid die het bestaande patroon alleen maar versterken - of dat zij een begin vormen van bredere vernieuwende bewegingen binnen de Israelische samenleving.
Wat het resultaat ook is, Israel ziet zich op zijn 25e verjaardag geconfronteerd met de nodige kernproblemen ten aanzien van zijn toekomstige formaat en ontwikkeling. Deze problemen worden niet minder belangrijk en ernstig door de conservatieve dynamiek van de Israelische samenleving - zij worden door die dynamiek juist verscherpt.
|
|