Hollands Maandblad. Jaargang 1973 (302-313)
(1973)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 17]
| |
De vrouw met vele borsten
| |
[pagina 18]
| |
the species’. Aan het eind van zijn boek verklaart Mailer dat vrouwenemancipatie zijn zegen heeft voor zover het de natuurlijke teeltkeuze ten goede komt. ‘It was finally obvious. Women must have their rights to a life which would allow them to look for a mate. And there would be no free search until they were liberated’Ga naar eind7.). Voor iemand die er zulke ideeën op nahoudt moet de huidige gewoonte om standpunten op redelijkheid te toetsen wel een verschrikking zijn. Het begrip ‘sexe-fascist’ betekent niet meer dan ‘rotvent’. Op Mailer zou het begrip ook in een minder oneigenlijke betekenis van toepassing zijn. Niet vanwege zijn liefdesleven of dat van zijn helden. Wel vanwege zijn indirecte verdediging hiervan in The Prisoner of Sex. Ook in Nederland hebben bepaalde wakkere mannen gemeend dat de tegenaanval de beste verdediging tegen een feministische beschuldiging is. In het met blote meiden opgeluisterde maandblad Bijster verscheen indertijd een fragment van Morriën's vertaling van L'Histoire d'O. Dit boek be hoort tot het genre van de edel-pornografie. Op de publicatie van het voorproefje reageerde Andreas Burnier met een giftige brief. Ze zag voor zich hoe abonnees op linkse opiniebladen zich te goed zouden doen aan de vernedering en mishandeling van O. Bij wijze van tegenzet drukte de redactie in het volgende nummer een collage af van een vrouw met vele borsten, onder het motto: elk wat wils. Inderdaad, elk wat wils. Alleen zijn de smaken nogal verschillend. De één vindt het fijn zijn partner te geselen, de ander kiest zich een partner van het eigen geslacht. Toch nam de redactie Burnier's kritiek ter harte. Al gauw was er in Bijster een prachtige naakte man te bekijken (al was het dan nog wel een neger). Renate Rubinstein toonde zich in ieder geval zeer enthousiast: ze had mannen met een half-geërigeerde penis altijd al het mooiste gevonden. Ook met het afdrukken van al dan niet half-geërigeerde penissen is echter het door Millet en Burnier verfoeide ‘fascisme’ in bed de wereld niet uit. Nog steeds (dag)-dromen mannen van onderwerping en vrouwen van liefde. ‘This is apparent both in the sexual fantasy reported by psychoanalysis and that reported by pornography.’Ga naar eind8.) Ook de alternatieve naaktfoto's van Germaine Greer in Europe's Only Sexpaper ‘SUCK’ veranderen daaraan niets (hoewel ze als daad van emancipatie haar boek overtreffen). | |
De smerige aap uit de mouwDat mannen niet deugen is duidelijk genoeg. Om dat te constateren hoeft men geen literaire teksten te analyseren. Eén blik op de tentoongespreide lectuur is voor dat oordeel voldoende. Veel lastiger is het de zwarte zijde van het mannelijk Es te verklaren. Millet herinnert eraan dat volgens Freud het zaadje door de schede zwemt terwijl het eitje bedeesd zit te wachten. Zoals het zaadje naar het eitje zwemt, zo ook verovert de man zich een vrouw. Nog onlangs kon de redactie van VIVA - weekblad voor de moderne jonge vrouw - uit de praatgrage mond van Hillenius optekenen dat de vrouw net als het eitje een geboren verleidster is. Een iets modernere mythe is vernoemd naar een vis. Millet spreekt van het ‘cichlid effect’. Een onderzoek naar het geslachtsleven van twee cichlidesoorten heeft uitgewezen dat de mannetjes het uitsluitend kunnen als het wijfje timide is. Een aanhanger van beide genoemde mythen is Anthony Storr. Storr is een psychiater in wiens persoon het freudianisme en het ethologisme elkaar hebben gevonden. ‘Het is bijvoorbeeld aangetoond dat een slang die het onderspit heeft gedolven tegen een rivaal wegkruipt en enkele weken seksueel inactief blijft, terwijl zijn triomferende tegenstander onmiddellijk na de overwinning gaat paren. Het is onmogelijk niet herinnerd te worden aan de hertogin van Marlborough, die in haar dagboek schreef: “Mijn meester kwam vandaag terug uit de oorlog en deed mij tweemaal genieten met zijn kaplaarzen aan”,’Ga naar eind9.). Op grond van een niet nader genoemd onderzoek naar het gedrag van ‘een slang’ en een dagboekfragment komt Storr tot een algemene conclusie over de relatie tussen agressie en sex. Bij zo iemand gaan ook de mythen van het zwemmende zaadje en de cichlidevis er natuurlijk in als koek. Het onderzoek naar het paargedrag van twee cichlidesoorten behoort overigens wel degelijk tot de wetenschap. Bij twee verschillende soorten van deze familie heeft men een positieve correlatie gevonden tussen het agressieve gedrag en het paargedrag bij de man en tussen het vluchtgedrag en het paargedrag bij de vrouw (en een negatieve correlatie andersom). Of men eenzelfde verband ook bij de ruim duizend andere cichlidesoorten zal vinden, is volstrekt niet zeker. Over soorten uit geheel andere families, orden of klassen kan men dus beter maar zwijgen. De generaliseerbaarheid van wetenschappelijke feiten is beperkter dan die van mythen. Eigenaardig is ook dat de sexuologen die zoveel belang hechten aan het gedrag van cichliden tot nog toe volkomen voorbij zijn gegaan aan het stekelbaarsjes-effect. Aan de Leidse Universiteit is door middel van een listige proefopstelling bewezen dat bij het | |
[pagina 19]
| |
mannetje van de stekelbaars de drang tot paren de drang tot bijten blokkeert. Op grond van dit onderzoek moet Maileromanie dus toch onnatuurlijk heten. Moeder natuur heeft de sexuologen heel wat te bieden. Geen aberratie zo gek of de een of andere diersoort vertoont hem wel. In feministenkringen zijn sprinkhanen en spinnen plotseling zeer gezien. Het wijfje van sommige soorten eet na de copulatie haar partner op. Het geëigenste totemdier voor de Women's Lib is echter zonder twijfel het zeepaard. Het geslachtsleven van het zeepaard falsifieert de mythe van het bedeesde, verleidelijke eitje. Het wijfje is uitgerust met een lidvormig orgaan waarmee ze eitjes ejaculeren kan. Ze grijpt een mannetje bij de staart en spuit haar eitjes in het zakje onderaan zijn buik. De aldus bestegen zeehengst moet de embryo's dragen, heeft een pijnlijke bevalling en draait alleen voor de broedverzorging op. Wat leert ons dit alles? De natuur moet blijven! Maar over onszelf leert het ons niets. Wie vroeger een bepaald vooroordeel had op zedelijk gebied beriep zich op een van de duizenden bijbelcitaten. Tegenwoordig is de keus groter. Men beroept zich op een van de vele honderdduizenden diersoorten. Op zichzelf is het geen gek idee voor beter begrip van de (mannelijke) sexualiteit bij de biologie te rade te gaan. Het internationale spreekwoord luidt: als de... staat, zit het verstand in de... (ook de stippeltjes zijn internationaal). Deze volkswijsheid betekent in wetenschappelijk jargon: het sexuele gedrag staat niet onder controle van de neocortex maar van de oudere hersendelen. Hersendelen die de mens gemeen heeft met het dier. Wie bij de dierenwereld te rade gaat, zal zich eerst moeten verdiepen in de methodiek van het vergelijkende gedragsonderzoek. Men kan hypothesen opstellen over het natuurlijk gedrag van een diersoort op grond van wat men weet over het gedrag van andere soorten. Men moet dan kijken naar het gedrag van verwante soorten en naar het gedrag van soorten die in dezelfde omstandigheden leven als de te onderzoeken soort. Wie dus iets over de mens wil weten, zal, gedachtig Juffrouw Laps, naar zoogdieren moeten kijken in plaats van naar vissen. Meer in het bijzonder zal gekeken moeten worden naar de orde der primaten. Anders dan stekelbaarsjes bijten schapen, paarden, katten en wezels hun tegenstribbelende vrouwelijke partner tijdens het voorspel wel degelijk krachtig in de nek. De functie van zo'n sexuele worsteling bestaat volgens biologen uit de teeltkeuze die er het gevolg van is.Ga naar eind10.) Een wijfje dat niet tegenstribbelt is ziekelijk en het bevruchten niet waard. Bij een te gemakkelijke verovering verliest het mannetje zijn interesse in de paring. Hij gaat heen om een vitalere partner te zoeken. Het is duidelijk dat een dergelijke teeltkeuze vooral functioneel is voor diersoorten waarbij het moederdier alleen voor de kinderen zorgt. Bij soorten die in groepsverband leven is de strijdbaarheid van het moederdier voor de overleving van het kroost van veel minder belang. Primaten zijn groepsdieren op de orangoetang na. Apen hebben dan ook volstrekt geen aanleg voor agressieve sexualiteit. In het derde nummer van het radicaal-feministische tijdschrift Opzij stond op de achterpagina de klassieke prent van een gorilla die zich aan een blanke vrouw vergrijpt. Dit soort verdachtmakingen berusten op het menselijke projectie-vermogen. De bioloog Schaller nam gedurende zijn maandenlange observaties van een aantal gorilla-kolonies in West Oeganda slechts tweemaal de paringsdaad waar. De sexuele lust, noch de vechtlust van de gorilla is groot. Sexuele vechtlust is hem volkomen vreemd. Ditzelfde kan gezegd worden over alle tot nu toe in het wild geobserveerde apensoorten. De Arnhemse chimpansee-onderzoeker Van Hooff heeft met geavanceerde statistische technieken aangetoond dat het sexuele systeem van de chimpansee volkomen los staat van de systemen voor agressie- en vluchtgedrag. De geschiedenis van O kan niet op rekening van de aap in de mens worden geschreven. Dit excuus gaat niet op. | |
[pagina 20]
| |
We moeten niet alleen kijken naar het gedrag van verwante soorten maar ook naar gedrag van dieren die onder dezelfde omstandigheden leven als de eerste mensen. Vrij algemeen wordt thans aangenomen dat de oermens zich van frugivore bosaap ontwikkeld heeft tot steppeaap. Het is dus toch gegaan als in Genesis 3:18 staat te lezen (over de verdrijving uit het Hof van Eden): ‘ook zal het u doornen en distelen voortbrengen, en gij zult het kruid des velds eten’. De mens bleef echter slechts korte tijd herbivoor. De menswording bestond namelijk uit een adaptatie aan het jagersbestaan. Ook dit jagersverleden werpt echter geen nieuw licht op de sexuele geaardheid van de man. Roofdieren zijn niet agressiever jegens soortgenoten dan vegetarische dieren. Ook in zijn liefdesleven is de carnivoor niet agressiever dan de frugi- of herbivoor. Het jagersverleden van de hominiden biedt geen verklaring voor het feit dat menige man zijn sexuele partner als een prooidier ziet. Ook dit excuus gaat niet op. Op de dichtbevolkte apenrots in de dierentuin kan de schuldbewuste man toch constateren dat hij lang niet de enige is. Op de apenrotsen zijn verkrachting en aanranding maar ook voyeurisme, pedofilie, homosexualiteit en exhibitionisme aan de orde van de dag. Mannetjes en vrouwtjes (!!) gaan zich op de apenrots te buiten aan alles wat slecht en zondig is. Misschien ligt het dus toch aan de aap in de mens. Aan de aap in de mens die op een apenrots leeft sinds de landverbouwende mensen te dicht opeen zijn gaan wonen. Misschien had Mailer gelijk toen hij in 1962 het Es van Hemingway be titelde met ‘Hemingway's dirty ape’. Mailer merkte toen op: ‘Once we may have had a fine clean brave upstanding ape inside ourselves. It's just gotten dirty over the years’Ga naar eind11.) Het sexuele verkeer op de apenrots is hevig en staat in het teken van onderwerping en geweld. Gezien het oneigenlijke karakter van dit sexuele gedrag, dat slechts zelden tot een bevruchting leidt, noemt men het pseudosex. ‘Toen het begrip pseudosex onafhankelijk van elkaar door Claire Russell en Maslow werd geintroduceerd, diende voor hen beiden evenzeer het bewijsmateriaal van mensen als van apen tot basis. Het is dan ook duidelijk genoeg dat vele menselijke fantasieën en praktijken die tot nu toe “seksueel” zijn genoemd, door drongen zijn van elementen van vlucht, aanval, dominantie of onderwerping, evenals andere irrelevante bestanddelen, zoals afkeer’.Ga naar eind12.) Pseudosex bij de mens is de sex van Miller, Mailer en Van het Reve. Er is niet pseudoachtigs aan. Van de vele theorieën en mythen over de sadomasochistische componenten in de menselijke sexualiteit heeft de ethologische crowding-theorie waarschijnlijk de beste papieren. De praktijken op de apenrots vertonen grote overeenkomst met de thanatische zinnelijkheid van de (westerse) mens. Ontaarde sexualiteit is een natuurlijke onnatuurlijkheid voor dicht opeen levende primaten. Zo biedt de biologie dus toch nog een mooi excuus. Het komt niet door de gewelddadige cocacola-cultuur dat mannen van onderwerping dromen. De oorzaak zit dieper: het is de smerige aap in de mens. Dit is vooral zo'n aantrekkelijk excuus omdat het de onschuld van vrouwen in twijfel trekt. Jongen apen worden op de apenrots wel degelijk ook door oudere vrouwen besprongen. Het is dus zeer de vraag of Millet's zusters wel de passieve slachtoffers zijn die zij in hen ziet. Misschien berust dat vrouwbeeld nu juist op een masculinistisch bewustzijn. Misschien dromen ook vrouwen van onderwerping maar wordt dit door psychiaters verdrongen. Kate's achternichten op de apenrots zijn in ieder geval lang niet allen masochisten. Aantrekkelijk is ook dat de crowdingtheorie tenminste een duidelijke diagnose stelt: sex heeft alles te maken met onderwerping en onderworpenheid. Sex is fijn maar lang niet altijd zo fijntjes. Voor deze onplezierige waarheid wordt tegenwoordig collectief de ogen gesloten. Bijna alle voorlichtingsboekjes gaan volkomen voorbij aan the violence that is part of sex. Wanneer men inziet dat sex met dominantiepatronen te maken heeft, komt ook het verguisde puritanisme in een ander licht te staan. ‘Iedere keer als een opkomende maatschappelijke klasse zich probeert te verzekeren van gelijkheid met zijn vroegere meesters, en deze gelijkheid benadrukt in zijn politieke programma's, blijken zij voor standers van puriteinse wetten te zijn. Voorbeelden hiervan zijn de herenstand en kooplieden die de Engelse Puriteinse Revolutie veroorzaakten, de advocaten die de Franse Revolutie veroorzaakten, en de industriëlen die het Victoriaanse Engeland maakten’Ga naar eind13.) Deze voorbeelden van Russell en Russell kan men met Rusland, China en Cuba completeren. Typerend voor de sex-is-fijn-ideologie is de dissertatie van Dr J.M.W. van Ussel, Geschiedenis van het Seksuele Probleem, Meppel 1968. In dit lijvige standaardwerk over de opkomst van de burgerlijke preutsheid in de vorige vier eeuwen wordt aan de mogelijkheid dat er een direct verband bestaat tussen de opkomst van het gelijkheidsideaal en de opkomst van het puritanisme totaal geen aandacht besteed. Van Ussel heeft deze mogelijkheid in zijn onschuld volledig over | |
[pagina 21]
| |
het hoofd gezien. Wat zijn de konsekwenties van de apenrots-theorie voor de Women's Lib? Het libido is slechts te louteren door middel van een drastische beperking van het aantal geboorten. Alleen op een ontvolkte aarde kan de aap in de mens zijn goede ik hervinden. De vraag is of Millet en de haren daarop willen wachten. In de tussentijd zullen er stemmen opgaan voor een feministisch puritanisme. In de uitval van Andreas Burnier viel reeds een roep om censuur te beluisteren. Feministisch puritanisme is minder ongerijmd dan de maker van de collage in Bijster meent. Van der Elsken's foto was onbedoeld een schot in de roos. De vrouw met vele borsten is het archetype van de vijftien eeuwen lang vereerde Magna Mater: de van de amazones afstammende, Syrische godin Cybele of Artemis Polymastros. Een der zeven wereldwonderen was de tempel rond het veeltietige standbeeld van Cybele te Ephesos. In de Ephesische Cybele-cultus was mannelijke sexualiteit taboe. Alle priesters ware eunuchen en de religieuze festiviteiten culmineerden in de zelf-castratie van begeesterde jongemannen. De laat-Griekse historicus Lucianus heeft zo'n tafereel beschreven: ‘Elke jongeman die tot deze daad besloten heeft, gooit zijn kleren af en springt met een luide schreeuw midden in de menigte. Hij pakt een zwaard van een hele stapel zwaarden, die vermoedelijk jarenlang voor dat doel bewaard zijn gebleven. Hij neemt het stevig beet, castreert zichzelf en rent als een dolle door de straten van de stad, in zijn handen dragend wat hij afgesneden heeft. Hij werpt het in een willekeurig huis en vanuit dit huis ontvangt hij vrouwenkleren en sieraden’. Hoe logisch het feministisch puritanisme ook is, pogingen de Magna Mater in ere te herstellen, zijn tot mislukken gedoemd. De laatste tijd wordt door bepaalde feministische facties aangestuurd op de volstrekte negatie van de man door middel van principieel lesbianisme. Gezien het lang niet denkbeeldige gevaar dat ook de mooie, lesbische relaties op de apenrots zullen stranden, lijkt totale onthouding een nog zuiverder weg. Bij de brede massa der vrouwen krijgen zulke radicalismen natuurlijk geen poot aan de grond. Het feministisch puritanisme heeft naar zich laat aanzien geen schijn van kans. In tijden van welvaart is sexualiteit een onmisbare vorm van recreatie. ‘Sex is deep at the heart of our troubles’, meent Millet. Dan ziet het er voorlopig naar uit dat onze troubles onoplosbaar zijn. Wie Millet leest zal tot zijn verbazing bemerken dat zijzelf er nauwelijks in gelooft. Na driehonderdzestig pagina's lang haar woede over het sexe-fascisme te hebben gelucht, heeft ze voor de toekomst van het feminisme nog slechts evenveel woorden over. Het postscriptum lijkt zonder enige innerlijke overtuiging geschreven. Millet's defaitisme is een rechtstreeks gevolg van haar politieke uitgangspunt: de les van Genet. Bij Genet heeft Millet geleerd dat de emancipatie alleen kan slagen als hij begint in bed. Op geen enkel terrein valt echter met politieke agitatie zo weinig te bereiken als juist in bed. Wanneer Millet's uitgangspunt juist is, strijden feministen voor een verloren zaak. Merkwaardig genoeg wordt de juistheid van deze praemisse door Millet volstrekt niet beargumenteerd. De ironie wil dat Millet's politieke filosofie heel sterk aan de erotische heilsverwachting van D.H. Lawrence doet denken. Het credo van Lady Chatterley's lover ‘I believe if men could fuck with warm hearts, and the women take it warm-heartedly, everything would come all right’ had het motto van Sexual Politics kunnen zijn. Een dergelijke politieke filosofie is niet alleen utopistisch maar ook rijkelijk naief. In Ephesos was het mannelijke ‘bed-fascisme’ taboe. De politieke en sociale structuur van de Lydische en vroeg-Griekse samenleving te Ephesos was echter allesbehalve matriarchaal. De mannen hadden het verder wel degelijk voor het zeggen. Waarom zou de vrouwenemancipatie niet net als iedere andere emancipatoire beweging gewoon in de maatschappij kunnen beginnen? Vrouwen voelen zich daar misschien minder thuis dan in bed maar dat moet dan ook juist veranderen. Het Milletante feminisme vormt een nuttig tegenwicht tegen een al te idyllische kijk op sexueel gedrag. Als politieke filosofie is het echter een doodlopende weg (zij het wel in de goede richting). Een der kinderziekten van de feministische beweging. |
|