Hollands Maandblad. Jaargang 1972 (290-301)(1972)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] [Gedichten] Chr.J. van Geel 7 diergedichten Haan Ik weet een haan gevlucht te zitten in een boom in diep voorzichtig vorsen prent hij zijn kleuren in, telt hij zijn veren uit en voor hij moe wordt draait hij zich op de wind en zwijgt. Hondetekens Een hond geeft hals, een hond speurt beter bij droog weer zijn vreugde als hij afval vindt. Als rook van offers recht de lucht in staan voor de dieren vlaggen uit die wij niet zien, die ons niets zeggen. Dalmatiner onweer Het blaffen is begonnen, de bastaards spuwen vuur, licht rent, in plassen spat het hoog om duizend poten. Mijn hond, de kop omlaag, hij bibbert in zijn stippen, draalt om de tafelpoot. [pagina 23] [p. 23] Jachthond Een liefde die zich vastbijt in de wind, niet een-, maar duizendmaal, tot hij opeens een hoen dat vluchtte beet uit de lucht. Over honden Wat ik wil is wat honden doen: op vloeren liggen en bekomen van niets dan van een eindje los, een lang eind aan de ketting om. Kievit Een halve leeuw te water, maar minder heraldiek, hij worstelt en blijft boven, de kievit, kan niet zweven, hij klapwiekt per sekonde het heilige getal. Kikker op handen Ik tel en raak de tel kwijt, een kikker zit hier op de springveer van zijn poten, de vingers van mijn hand. Vorige Volgende