Hollands Maandblad. Jaargang 1972 (290-301)(1972)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] [Gedichten] J. Blokker Jr. De Augiasstal Er stroomt een rivier, en we steken die over langs de brug waar het pad uit de bossen naar het varkenshok leidt. We hebben een opdracht, ons gegeven door de heren van Alkmaar. Maar de deuren zijn gesloten, en geen bezem of veger binnen afzienbare afstand. Van het geurig gekruide en gezouten vlees, bereid met behulp van een emaillen stelletje, willen wij het beste hopen. Dit eten maakt je warm, en moe, en we wrijven de slaap uit onze ogen. Alles dicht, geen kieren, geen licht, geen krakende stappen? Geritsel, een muis of een rat misschien? Sluit de deuren achter mij, en vergeet, dat het buiten nog niet geheel licht is - Koemest, vermengd met een wufte geur van sperma hangt in de stal waar hun bed de varkens verbaast. Daar klinkt nog [pagina 15] [p. 15] hun rochelend kuchen vanonder het kriebelend riet, en strootjes prikken hen. Hoog boven hun hoofden lopen in brede punten de balken bijeen, en onder de planken hebben beesten hun legers gebouwd. Sluit de luiken en vul het sleutelgat met stopverf; beperk de tochtende kou door de kieren met strippen te bekleden en wacht niet af, tot de mensen komen kloppen. Buiten kucht een koe als een oude man, en in je armen ligt een os te snurken. Enigszins beschaamd ontwaakte ik die ochtend; het zonlicht viel door de kieren in de luiken en haar sierlijke kleren, verspreid naar alle kanten, vormden een schrijnend contrast met haar door modder bevuilde lichaam. Vorige Volgende